H6.§2. Sporen uit de ijstijd deel 2.

H6. Natuurkrachten in Nederland
§2. Sporen uit de ijstijd 
1 / 43
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 43 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

Onderdelen in deze les

H6. Natuurkrachten in Nederland
§2. Sporen uit de ijstijd 

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen 
  • Je kent de verschillende grondsoorten van Nederland en kunt de eigenschappen benoemen
  • Je kunt de afwisseling van warme en koude perioden in het Pleistoceen benoemen, beschrijven en verklaren
  • Je kunt uitleggen waarom er vlechtende rivieren zijn in de periode voor het Saalien.
  • Je kunt de landschappen van het Saalien beschrijven en verklaren.
  • Je kunt de afzettingen van het Eemien, Weichselien en Holoceen beschrijven en verklaren.

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Sporen uit de ijstijd

Slide 3 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht
Maak een tijdlijn van vroeger tot nu over de verschillende tijden in het pleistoceen. Hou rekening met of het een koude periode dan wel een warmere periode was, welke elementen van deze tijd in Nederland terug te vinden zijn en hoe dat hier is gekomen. (zee, rivier, wind of ijs)
timer
5:00

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 5 - Video

Deze slide heeft geen instructies

In welke geologische periode
leven we nu?
A
tertiair
B
kwartair

Slide 6 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Het jongste tijdvak in het kwartair is?
A
Pleistoceen
B
Holoceen

Slide 7 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

De geologische tijdschaal 

- geschatte ouderdom van de 
aarde is 4,5 miljard 
- Verdeling in tijdperken, 
perioden en tijdvakken.
- Nu leven we in het holoceen 
(begon 10.000 jaar geleden) 

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 10 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

In Nederland ontstond, voor de komst van het landijs, een puinwaaier. Wat behoort niet tot een puinwaaier?
A
zand
B
grind
C
klei
D
loss

Slide 12 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Een rivier waar in de buitenbocht erosie plaatsvind en in de binnenbocht sedimentatie is een ...
A
vlechtende rivier
B
meanderende rivier

Slide 14 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is het verschil tussen een vlechtende rivier en een meanderende rivier?

Slide 15 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Saalien: voorlaatste ijstijd

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

afzettingen uit het Saale
tongbekken en stuwwal

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

laatste ijstijd
  • IJs niet meer tot in Nederland 
  • Nederland was poolwoestijn
  • In heel Nederland (behalve Zuid Limburg) werd door de wind een laag zand neergelegd. 
  • In Zuid Limburg werd loss afgezet door de wind

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Dekzand

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 24 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Wat is een glaciaal?
A
vriestijd
B
tussenijstijd
C
ijstijd
D
holoceen

Slide 25 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Tijdens een ijstijd viel de meeste neerslag als
A
regen
B
hagel
C
sneeuw
D
Rijp

Slide 26 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat voor rivier zie je op de foto op de foto?
A
meander
B
vlechtende
C
kronkel
D
kanaal

Slide 27 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Is de vorm van de rivier kenmerkend voor een regenrivier of een gletsjerrivier?
A
regen
B
gletsjer
C
geen van beide
D
beide

Slide 28 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wanneer had Nederland te maken met rivieren zoals op deze foto ?
A
in de ijstijd voor de Saale-ijstijd
B
tijdens de Saale-ijstijd
C
tijdens het hele Pleistoceen
D
tijdens interglacialen

Slide 29 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke uitspraken zijn juist? Noteer alleen de letters.
2 selecteren
A
Keileem komt niet in Zuid-Limburg voor.
B
Löss is een grondsoort die in Nederland door sedimentatie voorkomt.
C
Keileemkoppen zijn hoger dan stuwwallen.
D
Tijdens de Saale-ijstijd hebben de Rijn en de Maas in Nederland een andere richting gekregen: van het oosten naar het westen.

Slide 30 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Schrijf de begrippen op die horen bij de cijfers 1 tot en met 3.

Slide 31 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

H6 § 3 Nederland in het holoceen

Slide 32 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Holoceen

Klimaat warmde snel op

Landijs smolt 

Zeespiegelstijging 
Transgressie = Periode waarin de invloed van de zee toeneemt




Slide 33 - Tekstslide

hoeveel jaar gelden begon het Holoceen. 
12000
Bodemdaling

Slide 34 - Tekstslide

nederland ligt hoog in ijstijd
scandinavië ligt laag in ijstijd door druk van landijs

De dikke laag landijs is gesmolten en Scandinavië gaat langzaam weer omhoog
Nederland zakt langzaam naar beneden omdat Scandinavië weer omhoog gaat
Bodemdaling

Slide 35 - Tekstslide

Dikke pakket landijs is scandinavië smelt dus gaat omhoog. 
Nederland gaat omlaag
Veenvorming in Nederland
De stijgende zeespiegel zorgt voor nattere omstandigheden in Nederland
- Stijgende zeespiegel + hoger grondwaterpeil = moerasvorming

Vanuit dode plantenresten uit het moeras ontstaat Basisveen. 
Basisveen = De eerste laag uit het Holoceen in Laag-Nederland



Slide 36 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

1. Ontstaan van strandwallen 
2. Door wind werden duinen gevormd
-> oude duinen
3. De strandwallen worden onderbroken door zeegaten -> ontstaat getijgebied -> oude zeeklei
Fase 1

Slide 37 - Tekstslide

enkele rij strandwal die onderbroken wordt door zeegaten
stranswallen bestaan uit zand wat is aangespoeld door de zee

Fase 2
1. Zeespiegelstijging neemt verder af
2. Kustlijn verschoof westwaarts en kreeg een lage, lange duinenrij
3. Dichtgroeien van openwater door plantengroei en veenontwikkeling = Verlanding 
4. Dit veen is Hollandveen

Slide 38 - Tekstslide

kustlijn verschuift westwaarts. Ook vormen er meerdere rijen strandwallen
Fase 3
1. Stormen slaan nieuwe zeegaten
2. Veen werd bedekt met jonge zeeklei
3. Zee brak zandbanken voor de kust af:
-> Wind vormt nieuwe duinenrij
-> Jonge duinen op en voor oude duinen

Slide 39 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De periode waarin we nu leven, heet?
A
Pleistoceen
B
Holoceen
C
Krijt
D
Jura

Slide 40 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Een periode waarin de invloed van de zee toeneemt noemen we?
A
Regressie
B
Transgressie

Slide 41 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoe heet de eerste laag veen die ontstond in het Holoceen in Laag-Nederland?
A
Hollandveen
B
Basisveen
C
Elizabethveen
D
Hollandsveen

Slide 42 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoe noem je het als een plas dichtgroeit als gevolg van plantengroei en veenontwikkeling?
A
Vervening
B
Verlandening
C
Verlanding
D
Dichtgroeiing

Slide 43 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies