3.4 en 3.5 samen

3.4 en 3.5 
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
NatuurkundeMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 3

In deze les zitten 14 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

3.4 en 3.5 

Slide 1 - Tekstslide

voorwerp en beeld
Een film die je op een groot bioscoopscherm ziet, is in werkelijkheid een doorzichtig lcd-scherm van maar 35 mm breed en 18 mm hoog. 
Het licht van het scherm gaat eerst door een positieve lens.
 Het beeld van het lcd-scherm zie je op het bioscoopscherm. 
Het lcd-scherm is het voorwerp en de film op het bioscoopscherm het beeld. 

Slide 2 - Tekstslide

construeren
Van de projectie van een film op een bioscoopscherm kun je een schematische tekening maken. 
In de figuur hiernaast is L het lichtpunt.
De lens is positief.
F geeft het brandpunt aan.

 Uit punt L gaat een lichtstraal door het midden van de lens. Deze lichtstraal gaat rechtdoor. Hij wordt niet afgebogen.

Slide 3 - Tekstslide

construeren
er loopt een tweede lichtstraal evenwijdig aan de hoofdas naar de lens. Deze lichtstraal wordt wel door de lens afgebogen. Na breking gaat deze lichtstraal door het brandpunt.

Slide 4 - Tekstslide

Voorwerpsafstand en beeldafstand
De grootte van het beeld wordt bepaald door de afstand tussen het voorwerp en de lens.

 Deze afstand heet de voorwerpsafstand.
Hoe verder het voorwerp van de lens af staat, hoe kleiner het beeld.

 Een klein beeld staat altijd dicht bij de lens.
 De afstand van de lens tot het beeld heet de beeldafstand. 

Slide 5 - Tekstslide

opdracht 1 t/m 5 (BLZ 174 t/m 177)
timer
15:00

Slide 6 - Tekstslide

3.5 het oog

Slide 7 - Tekstslide

bouw oog
lichtstralen gaan door het hoornvlies.
Het licht gaat door de pupil.

de pupil is de opening in de iris. De iris is gekleurd.

na de pupil gaat de lichtstaal door de ooglens. De ooglens is een positieve bolle lens. 

binnen in het oog zit het glasachtig lichaam.


Slide 8 - Tekstslide

bouw oog
het glasachtig lichaam is doorzichtig.

om het glasachtig lichaam ligt het netvlies.

de netvlies zitten lichtgevoelige cellen. 

op het netvlies worden de lichtstralen via de oogzenuw als elektrische stroomstootjes naar de hersenen gebracht die dan een beeld vormen.

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

accommoderen
aan de ooglens zitten spieren die de lens kunnen accommoderen. 

accomoderen betekent dat de lens zich aanpast zodat je iets beter kan zien

om iets veraf te zien wordt de ooglens platter.

om iets dichtbij te zien wordt de ooglens boller. 

Slide 11 - Tekstslide

bijziend
als je bijziend bent kan je veraf niet goed zien. 

het beeld valt niet goed op het netvlies dan.
met negatieve glazen kan je dit voorkomen

Slide 12 - Tekstslide

verziend
als je verziend bent zie je dingen dichtbij niet goed. 

het beeld valt niet goed op het netvlies dan.

met een postieve lens kan je dit voorkomen


Slide 13 - Tekstslide

HW: 1 t/m 20, BLZ  178 t/m 186

Slide 14 - Tekstslide