4H - 211 - Vermogen

Natuurkunde
Pak je spullen:
1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
NatuurkundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 26 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

Natuurkunde
Pak je spullen:

Slide 1 - Tekstslide

Jaarplanning 4H

Slide 2 - Tekstslide

Jaarplanning 4H
10%
10%

Slide 3 - Tekstslide

Planning komende lessen
Vandaag 
Start 2.5
Wo 13 sept
Afmaken 2.5
Vr   15 september
Gemengde opdrachten
Ma 18 september
Gemengde opdrachten
Wo 20 september
OEFENTENTAMEN
Vr    22 september
Lastige onderwerpen
Ma  25 september
Laatste vragen
Wo 27 september
TENTAMEN HOOFDSTUK 2

Slide 4 - Tekstslide

Huiswerk

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Hoe verschillen laders van elkaar?

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Vermogen
P=UI
Spanning (U) geeft aan hoeveel energie een elektron mee krijgt.
Stroomsterkte (I) geeft aan snel elektronen door de stroomkring bewegen.

Slide 10 - Tekstslide

Vermogen
Het vermogen van een apparaat geeft aan hoe snel het energie verbruikt.

Slide 11 - Tekstslide

Vermogen
Het vermogen van een apparaat geeft aan hoe snel het energie verbruikt.
P=UI
UIP
P is het vermogen in Watt (W)
U is de spanning in volt (V)
I is de stroomsterkte in ampère (A)

Slide 12 - Tekstslide

Vermogen
Betekenis 

Symbool

Eenheid

Formule

Vermogen zegt iets over hoe snel een apparaat energie verbruikt.
P
Watt (W)
P=UI
UIP
E=Pt
PtE

Slide 13 - Tekstslide

Elektrische energie op 2 manieren
E=Pt
E=Pt

Slide 14 - Tekstslide

Elektrische energie op 2 manieren
E=Pt
E=Pt
joule=wattseconde
J=Ws
kilowattuur=kilowattuur
kWh=kWh

Slide 15 - Tekstslide

Elektrische energie op 2 manieren
E=Pt
E=Pt
joule=wattseconde
J=Ws
kilowattuur=kilowattuur
kWh=kWh
3600000J=1kWh
1000W=1kW
3600s=1h

Slide 16 - Tekstslide

Joule en kilowattuur
Een elektrische CV ketel met een vermogen van 25000 W staat 's ochtend  30 minuten aan om het huis te verwarmen. 
Bereken hoeveel energie de ketel hiervoor verbruikt.

Slide 17 - Tekstslide

Joule en kilowattuur
Een elektrische CV ketel met een vermogen van 25000 W staat 's ochtend  30 minuten aan om het huis te verwarmen. 
Bereken hoeveel energie de ketel hiervoor verbruikt.
E=Pt
E=25kW0,5h
E=12,5kWh
E=13kWh

Slide 18 - Tekstslide

Joule en kilowattuur
Een elektrische CV ketel met een vermogen van 25000 W staat 's ochtend  30 minuten aan om het huis te verwarmen. 
Bereken hoeveel energie de ketel hiervoor verbruikt.
E=Pt
E=Pt
E=25kW0,5h
E=12,5kWh
E=13kWh
E=25000W(3060)s
E=45000000J
E=4,5107J

Slide 19 - Tekstslide

Oefenopdracht: waterkoker
We bekijken een waterkoker met een vermogen van 2200 W. Een volle waterkoker heeft 2 minuten nodig om het water te koken.

a) Bereken hoeveel energie in Joule de waterkoker verbruikt?

De prijs per kWh bedraagt 0,30 euro. 

b) Bereken hoeveel het kost als je de waterkoker 10 keer water laat koken.

Slide 20 - Tekstslide

Tip:
Om de eenheden van energie om te rekenen kan je de volgende verhouding gebruiken:

1 kWh = 
3,6106J

Slide 21 - Tekstslide

Aan de slag
Samen: 
57, 59, 64
Zelf: 
53, 60, 64

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Tekstslide

P
P1=
P2=
Ptot=

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Tekstslide