Ik kan uitleggen hoe je kunt zorgen voor een goede, diepe slaap.
Ik kan de regels van werkwoordspelling goed toepassen
Slide 9 - Tekstslide
Filmpje :-)
Slide 10 - Tekstslide
Hoeveel uur slaap jij door de weeks (gemiddeld)?
meer dan 8 uur
6 - 8 uur
4-6 uur
minder dan 4 uur
Slide 11 - Poll
Waar is slapen vooral goed voor?
A
om je lichaam uit te laten rusten
B
het is beter voor een gezonde weerstand
C
voor je brein 'schoon' te maken
D
om de tijd sneller te laten gaan
Slide 12 - Quizvraag
Waardoor slaap je (meestal) op de goede tijd in en word je ook weer wakker?
Slide 13 - Open vraag
Tekst lezen
KLIK HIER
Slide 14 - Tekstslide
woordenschat
wat betekenen de volgende woorden/uitdrukkingen?
de focus - theoretisch gezien - een addertje onder het gras - verkwikkend - alert - de fixatie
Slide 15 - Tekstslide
Wat is de juiste spelling? Wat ....(gebeuren) er echt tijdens je slaap?
A
gebeurt
B
gebeuren
C
gebeurd
D
gebeurdt
Slide 16 - Quizvraag
Noteer de juiste spelling: 'De diepe slaap is niet gelijk ... (verspreiden) over de hele nacht. '
Slide 17 - Open vraag
noteer de juiste spelling: Dit ... (betekenen) niet dat je beter slaapt.
A
betekenen
B
betekend
C
betekent
D
betekendt
Slide 18 - Quizvraag
Als je genoeg slaapt, .... (worden) je meer uitgerust wakker.
Slide 19 - Open vraag
Spanning overdag .... (houden) je ook 's avonds alert en wakker.
Slide 20 - Open vraag
Vat de tekst en de video samen in vijf pakkende quotes. Maak het pakkend! Je mag in eigen woorden formuleren, rijmen, allitereren, alles om de vijf quotes maar scherp en sterk te maken.