Afbraak en opbouw van het landschap

Afbraak en opbouw
van het landschap 
1 / 38
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 38 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Afbraak en opbouw
van het landschap 

Slide 1 - Tekstslide

Hoe bepalen exogene krachten het uiterlijk van het aardoppervlak? 
Hoofdvraag: 

Slide 2 - Tekstslide

Exogene krachten

Slide 3 - Woordweb

The Old Man of Storr
Schotse eiland Skye
The wave, Arizona

Slide 4 - Tekstslide

Gesteente kringloop

In deze kringloop gaan we ervan uit dat gesteenten deel uitmaken van een cyclus waarin ze door geologische processen telkens worden afgebroken en omgevormd 

Slide 5 - Tekstslide

Gesteentekringloop
We gaan uit van 3 soorten gesteente: Stolling, metamorf en sediment gesteente. 

Elke soort kan gevormd worden uit de andere twee gesteentesoorten. 

Slide 6 - Tekstslide

Hydrologische kringloop

97% Van al het water op aarde is opgeslagen in de oceanen. 

Hydrologische kringloop speelt zich af in de lucht, op het land en in de oceanen. 

Slide 7 - Tekstslide

Hydrologische kringloop
  • De zon verhit de oceaan --> verdamping ontstaat. 
  • 75% van het verdampte water valt weer terug als regen in de oceaan. 
  • De andere 25% wordt door de wind naar het land geblazen (aanlandige wind).
  • De neerslag die hier valt infiltreert de grond, verdampt of stroomt af
  • De afstroming kan ondergronds of aan het oppervlak gebeuren. 
  • Evapotranspiratie (evaporatie & transpiratie samen).
  • Per klimaat is de hoeveelheid verschillend. 
  • Vocht komt weer in de lucht bij verdamping --> condensatie door afkoeling.

  • Cyclus begint opnieuw. 

Slide 8 - Tekstslide

Exogene processen
Door welke processen wordt het aardoppervlak afgevlakt?
Deelvraag
4. 

Slide 9 - Tekstslide

Mechanische verwering

Gesteente valt uiteen zonder dat de chemische samenstelling van het gesteente verandert. 

Vorstverwering is hier een voorbeeld van. 

Slide 10 - Tekstslide

Mechanische verwering

Door enorme temperatuur verschillen kan het gesteente gaan splijten en afschilferen. 

Door warmte zet het gesteente uit, door de kou krimpt het weer. 

Slide 11 - Tekstslide

Chemische verwering

Bij deze verwering verandert de samenstelling van de chemie tijdens het uiteenvallen van het gesteente. 

Voorbeeld: ijzerdeeltjes gaan roesten. 

Slide 12 - Tekstslide

Chemische verwering
Chemische verwering

Slide 13 - Tekstslide

Zwaartekracht
Massabewegingen kennen 3 factoren

  • Aard van het materiaal
  • Steilheid van de helling
  • Verzadigd met water (met of zonder begroeiing)?

Slide 14 - Tekstslide

Aardverschuiving
Ontstaan door een trilling of het verzadigd raken met water. 

Vaak kan je het puin herkennen door een puinhelling. 

Slide 15 - Tekstslide

Puinhelling
Enorm veel los verweringsmateriaal dat vaak onstabiel is. 

Slide 16 - Tekstslide

Erosie
Het transport van dit "puin" kan het landschap verder afbreken. 
Het uitschuren van het landschap door dit "puin" noemen we erosie. Hoe langer verwering en erosie ergens op inwerken, hoe lager dit gebied zal worden. 

Maar
Er wordt ook weer wat opgebouwd door sedimentatie doordat het "puin" weer ergens wordt neergelegd. 

Slide 17 - Tekstslide

Erosie
Dit kan op 4 verschillende manieren plaatsvinden: 

  • Door de wind
  • Door rivier / water
  • Door het ijs
  • Door de zee

Slide 18 - Tekstslide

Water, ijs en wind

Wat is de invloed van erosie, massabewegingen en sedimentatie op de vorming van het aardoppervlak?

Slide 19 - Open vraag

Rivieren, afbraak & opbouw
Overtollig water dat niet in de bodem zakt wordt door rivieren weer mee terug genomen naar de zee. 

Het gebied dat boven- en ondergronds afwatert op een rivier is het stroomgebied van de rivier. 

Slide 20 - Tekstslide

Rivieren, afbraak & opbouw
3 zones van een rivier:
Bovenloop --> voornamelijk erosie

Middenloop --> voornamelijk transport

Benedenloop --> voornamelijk sedimentatie 

Slide 21 - Tekstslide

Nederland is het afvoerputje van Europa.
Waarom?

Slide 22 - Open vraag

Erosie in de rivier 
Voor erosie in de rivier is de stroomsnelheid zeer belangrijk. 

Hoe steiler de rivier afloopt, des te sneller de rivier stroomt dus, meer erosie!

Slide 23 - Tekstslide

V-dal
U-dal

Slide 24 - Tekstslide

Puinwaaier
Het sedimenteren van de rivier vindt al plaats wanneer de rivier uit de nauwe hellingen naar de bredere dalen stroomt. 

Wanneer de rivier op een scherpe scheiding tussen deze helling en dal stuit, dan ontstaat er een puinwaaier

Slide 25 - Tekstslide

Deltakust
Hier kan het resterende slib afgezet worden door de rivier. 

Bij een deltakust verdeelt het water in de riviermonding zich over meerdere rivierarmen en vindt er sedimentatie plaats. 

Slide 26 - Tekstslide

Opbouw en afbraak door ijs
Gletsjers ontstaan wanneer er meer sneeuw valt dan dat er in de zomer kan wegsmelten. 

Sneeuw hoopt zich op en uiteindelijk wordt deze sneeuw een grote ijsmassa, die door de zwaartekracht in beweging komt. 

Slide 27 - Tekstslide

Landijs
Alpine gletsjer

Slide 28 - Tekstslide

Morene
Wanneer gletsjers door de zwaartekracht zakken nemen ze allerlei verweringsmateriaal mee: de morene. 

Dit verweringsmateriaal wordt uiteindelijk aan het einde van de gletsjer afgezet in een boog: de eindmorene

Slide 29 - Tekstslide

Glaciaal, interglaciaal
Glaciaal: koude periode
--> ijs trekt naar het zuiden

Interglaciaal: warmere periode
--> ijs trekt naar het noorden.

De afwisseling in deze periodes is kenmerkend voor het Kwartair (laatst 2,5 miljoen jaar) 

Slide 30 - Tekstslide

Fjord
Noorwegen

Slide 31 - Tekstslide

De zee
De 3de natuurlijke transporteur die sedimenteert en erodeert: 

De zee. 

Daar waar de zee diep blijft zijn de golven sterk en dus zien we daar erosie terug (klifkusten).

Slide 32 - Tekstslide

Verschillende soorten kusten

Slide 33 - Tekstslide

De zee geeft en de zee neemt
De zee sedimenteert vooral bij aanslibbingskusten (Bordeaux). 

Hier kan de wind vaak het zand weer meenemen om vervolgens duinen te laten ontstaan. 

Slide 34 - Tekstslide

Afbraak en opbouw door de wind
De snelheid van de wind is erg belangrijk voor de kracht die de wind heeft. 
Veel windkracht = veel erosie. 

Winderosie zien we veel terug in aride gebieden.
Hier kan de wind de gesteenten zandstralen

Slide 35 - Tekstslide

Afbraak en opbouw door de wind
Het lichtere stof kan enorm ver meegenomen worden door de wind. 

Er kunnen ook zandduinen gevormd worden als de zanddeeltjes ergens anders worden neergelegd. 
De vorm van de duin is afhankelijk van de vegetatie, ondergrond en de hoeveelheid zand.
De Amazone wordt bemest door Sahara-zand

Slide 36 - Tekstslide

Noem 3 dingen die je hebt geleerd deze les

Slide 37 - Open vraag

Wat vind je nog lastig?

Slide 38 - Open vraag