H7.4 De overheid en de toekomst

• Economie
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 3

Programma

Herhaling paragraaf 7.3

Uitleg en maken paragraaf 7.4

Paragraaf 7.4 

De overheid en de toekomst

Herhaling paragraaf 7.3

Iedereen heeft recht op een AOW- uitkering als de AOW-leeftijd bereikt is.

1. Juist
2. Onjuist

Zou deze vergrijzing voornamelijk een probleem zijn voor de betaalbaarheid van pensioenen (kapitaaldekkingsstelsel) of voor de AOW (omslagstelsel)?

1. Pensioenen (kapitaaldekkingsstelsel)
2. AOW (omslagstelsel)

AOW-uitkeringen worden betaald met gebruik van het omslagstelsel

1. Onjuist; dan zou je zelf voor je AOW betalen
2. Juist; de AOW'ers hebben zelf de premies betaald
3. Juist; de werkenden betalen de premies voor de huidige AOW'ers
4. Onjuist; AOW is gebaseerd op het kapitaaldekkingsstelsel

AOW is gebaseerd op het kapitaaldekkingsstelsel

1. Juist
2. Onjuist

Waar bestaat het inkomen van ouderen uit?

1. kinderen, pensioen en spaargeld
2. pensioen
3. WAO en spaargeld
4. AOW, pensioen en eigen middelen

Paragraaf 7.4 

De overheid en de toekomst

Leerdoelen par. 7.4

Je kunt toelichten wanneer de overheid een begrotingstekort heeft en uitleggen hoe als gevolg van een tekort de staatsschuld kan stijgen.

Je kunt uitleggen wanneer een uitgave een structurele uitgave van de overheid is en waarom structurele uitgaven zo belangrijk zijn.

Actuele economische vraagstukken

- Overheid denkt vooruit

- Inschatten uitgaven ten aanzien van toekomstige begrotingen

- Toekomstige vraagstukken door bijvoorbeeld verandering in de bevolkingsopbouw

-  Probleemstelling, maatregelen en oplossingen vanuit de overheid

Structurele uitgaven

Overheid moet zorgen dat er nu en in toekomst voldoende goede productiefactoren in ons land zijn.

Structuur van de economie

Kwantiteit en kwaliteit van de productiefactoren in ons land         

Dat betekent investeren met kapitaal

Structurele uitgaven

Structuur van de economie

Investeren in de kwantiteit en kwaliteit van de productiefactoren

Wat is het verschil tussen kwantiteit en kwaliteit?

1. Kwantiteit gaat over eigenschappen, kwaliteit gaat over hoeveelheid
2. Kwantiteit en kwaliteit zijn synoniemen
3. Kwantiteit gaat over hoeveelheid, kwaliteit gaat over eigenschappen

Productiefactoren uit Hfst 1.1
waren ook al weer:

1. Grondstoffen, ondernemerschap, arbeid, fabrieken
2. Kapitaal, arbeid, natuur, ondernemerschap
3. Natuur, arbeid, ondernemerschap fabrieken
4. Middelen die nodig zijn om te produceren

Een investering in het uitbreiden windmolenpark is een voorbeeld van....

1. Kwalitatie uitgave op de productfactor kapitaal
2. Kwalitatie uitgave op de productfactor ondernemersschap
3. Kwantitatie uitgave op de productfactor kapitaal
4. Kwantitatie uitgave op de productfactor ondernemersschap

Een investering in het uitkopen van boeren vanwege het behalen van de stikstof eis is een voorbeeld van....

1. Kwalitatie uitgave op de productfactor arbeid
2. Kwalitatie uitgave op de productfactor natuur
3. Kwantitatie uitgave op de productfactor arbeid
4. Kwantitatie uitgave op de productfactor natuur

begrotingstekort

Begrotingstekort

Begrotingstekort  

• Begrotingstekort = uitgaven > inkomsten
• Geld lenen
• Bezuinigen
• Belastingen verhogen

•  Geld lenen zorgt voor toename van de staatsschuld!

Nieuwe problemen

- AOW kosten nemen sterk toe

- Te weinig beschikbare arbeid

- Kosten gezondheidszorg stijgen

- actuele kosten door coronacrisis

In de schulden (EMU)

- Alle landen die de euro gebruiken (EMU)

- Afspraken over het begrotingstekort en staatsschuld

- EMU-tekort en EMU-schuld

In de schulden

Overheids inkomsten en uitgaven geeft vaak

=>  een Begrotingstekort in dat jaar

Gevolg dat er geleeend moet worden, en dat geeft

(gaat bij de al bestaande) Staatsschuld

Aan de slag...

Paragraaf 7.4 maken!