les 3 voorkennis H1_omrekenen eenheden

H1 Chemisch rekenen
NOVA havo 4
les 3 voorkennis havo3
1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
ScheikundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

H1 Chemisch rekenen
NOVA havo 4
les 3 voorkennis havo3

Slide 1 - Tekstslide

eenheden van dichtheid omrekenen
dichtheid = massa / volume

Slide 2 - Tekstslide

terugblik op de vorige les

Slide 3 - Tekstslide

de juiste symbolen van de atoomsoorten zink, calcium en broom zijn:
A
Zn, Ca, B
B
Zn, C, B
C
Zn, C, Br
D
Zn, Ca, Br

Slide 4 - Quizvraag

de juiste symbolen van de atoomsoorten stikstof, fosfor en tin zijn:
A
N, P en Sn
B
N, F en Ti
C
S, P en Ti
D
S, F en Sn

Slide 5 - Quizvraag

de juiste symbolen van de atoomsoorten cadmium, lood en kwik zijn:
A
Ca, I, Hg
B
Cd, Pb, Hg
C
Ca, Pb, Ag
D
Cd, I, Ag

Slide 6 - Quizvraag

vragen over het huiswerk?

Slide 7 - Tekstslide

Na afloop van deze les
kun je de eenheden van massa omrekenen
kun je de eenheden van volume omrekenen
kun je de eenheid van dichtheid omrekenen

Slide 8 - Tekstslide

metriek stelsel massa
Massa:
Dit rijtje leerde je op de basisschool
Bij scheikunde gebruiken we meestal maar 3 eenheden

Slide 9 - Tekstslide

metriek stelsel massa
Massa:
De omrekenfactor tussen de eenheden van massa is bij scheikunde dus altijd x1000 of :1000

Slide 10 - Tekstslide

Onthoud:
als de eenheid kleiner wordt
wordt het getal groter

(en andersom)
NOTEER & LEER

Slide 11 - Tekstslide

1 kg = ... g
A
10 g
B
1000 g
C
100 g
D
10 000 g

Slide 12 - Quizvraag

100 g = ... kg
A
0,01 kg
B
10 kg
C
0,1 kg
D
1000 kg

Slide 13 - Quizvraag

540 mg = ... g
A
540 000 g
B
54 g
C
5400 g
D
0,54 g

Slide 14 - Quizvraag

metriek stelsel volume / inhoud
volume:
Ook van dit rijtje gebruiken we bij scheikunde maar 3 eenheden. Hoe groot is dus de omrekenfactor?

Slide 15 - Tekstslide

metriek stelsel volume / inhoud
volume:
voor hele kleine hoeveelheden gebruiken we de µL
1 mL = 1000 µL 

          : 1000

          : 1000
          X 1000
          X 1000

Slide 16 - Tekstslide

je kunt ook deze eenheden gebruiken:
1 cm3 = 1 mL
  1 dm3 = 1 L
      1 m3 = 1 kL

Slide 17 - Tekstslide

1 L = ... dm³
A
0,1 dm³
B
1 dm³
C
10 dm³
D
100 dm³

Slide 18 - Quizvraag

500 ml = ... cm³
A
50
B
0,5
C
500
D
5000

Slide 19 - Quizvraag

530 cm³ = ... dm³
A
0,53 dm³
B
5,3 dm³
C
53 dm³
D
5300 dm³

Slide 20 - Quizvraag

Slide 21 - Video

Dichtheid
 =    massa 
      volume

Slide 22 - Tekstslide

Dichtheid (formule)
ρ=Vmm=ρVV=ρm
ρ=dichtheid(kg.m3ofm3kg)
m=massa(kg)
V=volume(m3)
in opgaven staan vaak andere eenheden, dus moet je de eenheid van dichtheid kunnen omrekenen

Slide 23 - Tekstslide

Voorbeeld
Zo doe je dat:     6,745 x 103 kg / m3 = ................................. g / cm3
NOTEER & LEER

Slide 24 - Tekstslide

Voorbeeld
Zo doe je dat:     0,186 kg / m3 = ................................. g / cm3
NOTEER & LEER

Slide 25 - Tekstslide

Eigen werk
oefen het omrekenen van eenheden in de online vaardighedentrainer (H1 introductie)
oefen net zolang tot je (bijna) geen fouten meer maakt
leer de elementen van blz 61 uit je hoofd
zoek uit met blz 199/200 hoe de wetenschappelijke notatie op jouw rekenmachine werkt en leer de factoren in tabel 4 (blz 200)

Slide 26 - Tekstslide