les 3 voorkennis H1_omrekenen eenheden_BTC

H1 Chemisch rekenen
NOVA havo 4
les 3 voorkennis havo3
1 / 33
volgende
Slide 1: Tekstslide
ScheikundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 33 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

H1 Chemisch rekenen
NOVA havo 4
les 3 voorkennis havo3

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Deze les:
  • formatieve toets basiskennis
  • uitleg omrekenen eenheden
  • vragen stellen over het huiswerk
  • eigen werk

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

terugblik op de vorige les
De docent deelt een korte formatieve toets uit om te controleren of je voldoende basiskennis hebt om te starten in havo4
Vul ook de evaluatie in!
timer
10:00

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

de juiste symbolen van de atoomsoorten zink, calcium en broom zijn:
A
Zn, Ca, B
B
Zn, C, B
C
Zn, C, Br
D
Zn, Ca, Br

Slide 4 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

de juiste symbolen van de atoomsoorten stikstof, fosfor en tin zijn:
A
N, P en Sn
B
N, F en Ti
C
S, P en Ti
D
S, F en Sn

Slide 5 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

de juiste symbolen van de atoomsoorten cadmium, lood en kwik zijn:
A
Ca, I, Hg
B
Cd, Pb, Hg
C
Ca, Pb, Ag
D
Cd, I, Ag

Slide 6 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Na afloop van deze les
kun je de eenheden van massa omrekenen
kun je de eenheden van volume omrekenen
kun je de eenheid van dichtheid omrekenen

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

metriek stelsel massa
Massa:
Dit rijtje leerde je op de basisschool
Bij scheikunde gebruiken we meestal maar 3 eenheden

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

metriek stelsel massa

          : 1000

          : 1000
          X 1000
          X 1000
De omrekenfactor tussen de eenheden van massa is bij scheikunde altijd x1000 of :1000
mg
  g
kg

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

1 kg = ... g
A
10 g
B
1000 g
C
100 g
D
10 000 g

Slide 10 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

100 g = ... kg
A
0,01 kg
B
10 kg
C
0,1 kg
D
1000 kg

Slide 11 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

540 mg = ... g
A
540 000 g
B
54 g
C
5400 g
D
0,54 g

Slide 12 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

metriek stelsel volume / inhoud
volume:
Ook van dit rijtje gebruiken we bij scheikunde maar 3 eenheden. Hoe groot is dus de omrekenfactor?

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

metriek stelsel volume / inhoud
volume:
voor hele kleine hoeveelheden gebruiken we de µL
1 mL = 1000 µL 

          : 1000

          : 1000
          X 1000
          X 1000

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

je kunt ook deze eenheden gebruiken:
1 cm3 = 1 mL
  1 dm3 = 1 L
      1 m3 = 1 kL

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

ONTHOUD:  (NOTEER & LEER)

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bij het omrekenen van volume en massa geldt:

als de eenheid kleiner wordt, wordt het getal groter (x1000)
als de eenheid groter wordt, wordt het getal kleiner (:1000)


NOTEER & LEER

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

1 L = ... dm³
A
0,1 dm³
B
1 dm³
C
10 dm³
D
100 dm³

Slide 18 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

500 ml = ... cm³
A
50
B
0,5
C
500
D
5000

Slide 19 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

530 cm³ = ... dm³
A
0,53 dm³
B
5,3 dm³
C
53 dm³
D
5300 dm³

Slide 20 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 21 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Bij het omrekenen van massa en volume geldt:
als de eenheid kleiner wordt, wordt het getal groter (x1000)
als de eenheid groter wordt, wordt het getal kleiner (:1000)

LET OP: deze regel geldt NIET voor het omrekenen van de dichtheid (= massa / volume), want die bestaat uit twee eenheden die je op elkaar deelt!
NOTEER & LEER

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

eenheden van dichtheid omrekenen
dichtheid = massa / volume

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

              Dichtheid
 =    massa 
      volume
ρ=Vmm=ρVV=ρm
NOTEER & LEER

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Eenheid van dichtheid omrekenen
ρ=Vmm=ρVV=ρm
ρ=dichtheid(kg.m3ofm3kg)
m=massa(kg)
V=volume(m3)
in opgaven staan vaak andere eenheden, dus moet je de eenheid van dichtheid kunnen omrekenen

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Voorbeeld
Zo doe je dat:     186 kg / m3 = ................................. kg / dm3
NOTEER & LEER

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Voorbeeld
Zo doe je dat:     6,74 x 103 kg / m3 = ................................. g / dm3
NOTEER & LEER

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Voorbeeld
Zo doe je dat:     7,5 kg / m3 = ................................. g / cm3
NOTEER & LEER

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

eenheden omrekenen (BTC)
- de docent maakt nu groepjes via Magister
- de bovenste leerling van elke groep komt 
stift + wisdoekje halen
- ga naar het bord met hetzelfde nummer als je groep
- vraag naar de naam van je groepsgenoot als je die nog niet kent
                                                                 De opdracht start over 2 minuten
timer
2:00

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

DOCENT LEEST OPDRACHT VOOR
Noteer de opdracht op het bord en reken de eenheid om

WERKWIJZE
Verdeel je bord in 4 vakken.
In elk vak komt 1 antwoord.
Docent kijkt 1 groep na, rest kijkt na op bord van andere groep(en).
Voor opdracht 5 wis je opdracht 1 uit (niet eerder!!)
1.


2.


3.


4.

timer
10:00

Slide 30 - Tekstslide

opgaven: omrekenen eenheden
1.  0,85x10^3 kg/m3 naar g/cm3 (= 0,85)
2.  0,80x10^3 kg/m3 naar g/L (=0,80x10^3)
3.  1,43 g/L naar g/cm3 (=1,43x10^-3)
4.  192 g/m3 naar kg/L (=192x10^-6)
5.  0,73 kg/m3 naar  mg/L (=0,73x10^3)

Slide 31 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Eigen werk
maak 10 opgaven van omrekenen van eenheden in de online vaardighedentrainer (H1 introductie)
Als je veel fouten maakt, moet je meer opgaven oefenen...
leer de elementen van blz 60 uit je hoofd
zoek uit met blz 199/200 hoe de wetenschappelijke notatie op jouw rekenmachine werkt en leer de factoren in tabel 4 (blz 200)

Slide 32 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 33 - Video

Deze slide heeft geen instructies