Cariologie ZSO 1-2
1 / 14
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Wat zijn de belangrijkste predilectieplaatsen voor het ontstaan van cariëslaesies?
A
Approximaal, Occlusaal, langs marginale gingiva
B
Occlusaal, Incisale rand, langs marginale gingiva
C
Palatinale vlak, Approximaal, Occlusaal, Incisale rand
D
Approximaal, langs marginale gingiva en op alle gladde vlakken
Slide 3 - Quizvraag
Gecaviteerd + actief
Gecaviteerd + inactief
Niet gecaviteerd + actief
Niet gecaviteerd + inactief
Slide 4 - Sleepvraag
Leg uit waarom deze cariësleasie zich kenmerkt door de 'sub-surface' demineralisatie.
Slide 5 - Open vraag
Wat wordt er bedoeld met: 'The enamel is a microporous solid'?
A
Het glazuur bevat kleine porositeiten, maar zo weinig dat het er niet toe doet.
B
Het glazuur lijkt hard en solide, maar bevat kleine porositeiten waardoor het ook kwetsbaar is.
C
Het glazuur bevat glazuur prisma's en tussen deze prisma's zitten tubuli's die micro-organismen doorlaten.
D
Het glazuur bevat interprismatische ruimtes die solide en sterk zijn.
Slide 6 - Quizvraag
Glazuur onder het oppervlak wordt/is poreuzer
White-spot lesion
Arrestment of an enamel caries lesion
Activity of an enamel caries lesion
Glad / glimmend oppervlak
Dof, wit oppervlak.
Slide 7 - Sleepvraag
Schrijf in stappen de cariësprogressie in dentine uit.
Slide 8 - Open vraag
Meneer Pauwen geeft je de opdracht om een preparatie in het dentine verder uit te diepen omdat een bruine plek op de bodem cariogene micro-organismen zou bevatten die dentinemineralen verder kunnen oplossen nadat de caviteit vakkundig is gerestaureerd. Wat is hierop jouw reactie?
Slide 9 - Open vraag
Zijn de reacties in het worteldentine op zuuraanvallen
uit de biofilm anders dan die in dentine onder glazuur?
Zo ja, wat is de reden?
uit de biofilm anders dan die in dentine onder glazuur?
Zo ja, wat is de reden?
Slide 10 - Woordweb
Wat is het verschil tussen 'arrest' en 'remineralization' van cariëslaesies?
Welke is klinisch het meest relevant?
Welke is klinisch het meest relevant?
Slide 11 - Open vraag
Primaire cariës
Secundaire cariës (recurrent caries)
'Residual caries'
Cariës op ongerestaureerde oppervlakken
Gedemineraliseerd weefsel dat is achtergebleven toen de restauratie werd gelegd.
Cariës naast of onder een restauratie
Slide 12 - Sleepvraag
Wanneer moet een cariëslaesie worden verwijderd?
A
Altijd
B
Vaak bij cavitatie
C
Is niet nodig, met goede fluoride behandelingen
D
Als de cariës hard voelt
Slide 13 - Quizvraag
Mevrouw Bergsma geeft je de opdracht op prekliniek om cariës op de overgang van glazuur en dentine te verwijderen. Wat zijn de belangrijkste overwegingen die je maakt tijdens deze handeling? Hoe ga je te werk?
