Poëzie: Van woord tot betekenis

Poëzie: Van woord tot betekenis
1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 13 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Poëzie: Van woord tot betekenis

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen
- De leerling weet wat poëzie is.
- De leerling kan beschrijven hoe poëzie eruitziet.
- De leerling weet voor wie poëzie bedoeld is.
- De leerling kan benoemen wat je kunt leren van gedichten.

Slide 2 - Tekstslide

Introduceer de leerdoelen en houd ze in gedachten bij het ontwerpen van de lesinhoud.
What do you already know about poëzie?

Slide 3 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Wat is poëzie?
Poëzie is een vorm van literatuur.

- Wat is jouw associatie met poëzie?

Slide 4 - Tekstslide

Bespreek de associaties van de leerlingen met poëzie en definieer het begrip.
Hoe ziet poëzie eruit?
Poëzie heeft specifieke kenmerken zoals rijm, ritme, enjambement, strofen en versregels.

- Welke kenmerken van poëzie ken je?

Slide 5 - Tekstslide

Laat voorbeelden van gedichten zien en bespreek de kenmerken.
Voor wie is poëzie bedoeld?
Poëzie is bedoeld voor iedereen die ervan wil genieten. Het kan ook een manier zijn voor dichters om hun emoties en ideeën te uiten.

- Voor wie denk je dat poëzie bedoeld is?

Slide 6 - Tekstslide

Bespreek de verschillende doelen van poëzie en voor wie het geschikt kan zijn.
Wat kun je leren van gedichten?
Gedichten kunnen je helpen om je gedachten en gevoelens te uiten. Ze kunnen ook je begrip van de wereld om je heen vergroten en je helpen om beter te begrijpen hoe anderen denken en voelen.

- Wat is volgens jou het nut van het lezen van gedichten?

Slide 7 - Tekstslide

Bespreek de verschillende voordelen van het lezen van gedichten.
Interactieve activiteit: Analyseer een gedicht
Laat de leerlingen in tweetallen een gedicht lezen en analyseren op de kenmerken van poëzie en de betekenis van het gedicht.

- Geef de leerlingen een gedicht om te lezen en te analyseren.
- Laat de leerlingen hun bevindingen delen met de klas.

Slide 8 - Tekstslide

Selecteer een gedicht dat geschikt is voor de leeftijd en het niveau van de leerlingen.
Voorbeeldgedicht: 'De tuinman en de dood' van P.N. van Eyck
Laat de leerlingen het gedicht 'De tuinman en de dood' lezen en bespreek de kenmerken van poëzie en de betekenis van het gedicht.

- Laat de leerlingen het gedicht lezen en hun interpretatie delen met de klas.

Slide 9 - Tekstslide

Zorg ervoor dat de leerlingen het gedicht begrijpen en de diepere betekenis ervan begrijpen.
Reflectie
Laat de leerlingen reflecteren op wat ze hebben geleerd over poëzie.

- Wat heb je geleerd over poëzie?
- Wat vond je het meest interessant?

Slide 10 - Tekstslide

Bespreek de reflecties van de leerlingen en beantwoord eventuele vragen die ze nog hebben.
Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

Slide 11 - Open vraag

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.
Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

Slide 12 - Open vraag

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.
Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

Slide 13 - Open vraag

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.