Een goed gesprek (deel 2) (W9VZN)

Een goed gesprek (deel 2) 
1 / 35
volgende
Slide 1: Tekstslide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 35 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Een goed gesprek (deel 2) 

Slide 1 - Tekstslide

Wat komt er aan de orde 
- Professionele gespreksvoering 
- Gesprekstechnieken en gespreksvaardigheden 
- Motiveren 
- Cultuurverschil 
- Zelfregie 

Slide 2 - Tekstslide

Wat is het doel van de les 
- De student kent verschillende gesprekstechnieken en gesprekssoorten
- De student kan de verschillende gesprekstechnieken en vergadertechnieken toepassen 
- De student kan een intake- en anamnesegesprek voeren waarbij de informatie verzameld wordt m.b.t. de zorgleefplan domeinen. 

Slide 3 - Tekstslide

Zorgpad 
Communicatie in de zorg
H6 Gesprekstechnieken 
Hfst 2 t/m hfdst 7 



Slide 4 - Tekstslide

Professionele gesprekvoering 
Als zorgverlener kun je te maken krijgen met verschillende doelgroepen en verschillende werkomgevingen. Daarom is het belangrijk dat je goed kunt schakelen. 

Een belangrijk onderdeel van je beroepshouding is je lichaamstaal: je non-verbale communicatie.

Slide 5 - Tekstslide

Lichaamstaal, gespreksvaardigheden en -technieken zijn belangrijk voor het voeren van een goed gesprek.

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Formeel en informele gesprekken 
Een formeel of officieel gesprek klinkt zakelijk, maar kan (ook) gaan over een persoonlijk onderwerp. 

Een informeel gesprek is een meer alledaags gesprek. 
 Toch kan zo'n informeel veel betekenen voor een cliënt

Slide 8 - Tekstslide

Noem een voorbeeld van een formeel gesprek

Slide 9 - Open vraag

Drie fasen van een professionele gespreksvoering 

Een professioneel gesprek is opgebouwd uit drie fases:
- opstartfase
- hoofdfase
- afrondingsfase

Slide 10 - Tekstslide

Opstartfase 
In de opstartfase van het gesprek is het belangrijk dat je de zorgvrager duidelijkheid en structuur biedt. Wanneer een zorgvrager zich veilig voelt, zal hij zich makkelijker durven openstellen in een gesprek.

Slide 11 - Tekstslide

Welke factoren binnen een ruimte kunnen bijdragen aan een prettige gesprekssfeer:

Slide 12 - Open vraag

Hoofdfase 
In de hoofdfase van een professioneel gesprek wil je samen met de zorgvrager tot de kern van de zaak komen. Je wilt bijvoorbeeld:

- de situatie verhelderen en ter zake komen
- ontdekken wat de zorgvrager zelf kan doen om zijn situatie te verbeteren
- ontdekken wat de zorgvrager eventueel van anderen nodig heeft
- dat de zorgvrager zich verantwoordelijk voelt voor zijn eigen situatie
- de zorgvrager informeren

Slide 13 - Tekstslide

Hoe zorg je er voor dat een zorgvrager zelf verantwoordelijk is tijdens een gesprek

Slide 14 - Open vraag

Afrondingsfase 
In de afrondingsfase rond je het gesprek met de zorgvrager af. De afrondingsfase kun je verdelen in vijf stappen.

Slide 15 - Tekstslide

5 stappen binnen de afrondingsfase 
1. Geef aan dat je het gesprek wilt afronden
2. Maak nieuwe afspraken en herhaal reeds gemaakte afspraken
3. Vat kort samen en/of benoem wat je als positief hebt ervaren in het gesprek
4. Vraag hoe de zorgvrager het gesprek heeft ervaren
5. Wens het beste en neem afscheid

Slide 16 - Tekstslide

Gesprekstechnieken en gespreksvaardigheden 
- Leiding nemen in een gesprek 
- Gevoelsreflectie geven
'Hier moet je even over nadenken, zo te zien.' 
- Humor gebruiken
- Empathie tonen 
- Eerlijk en echt zijn 
- LSD 
Luisteren, samenvatten en doorvragen 


Slide 17 - Tekstslide

Welke gesprektechniek/ gesprekvaardigheid moet jij nog in groeien/ontwikkelen
Leiding nemen in een gesprek
Gevoelsreflectie geven
Humor gebruiken
Empathie tonen
Eerlijk en echt zijn
LSD (luisteren, samenvatten en doorvragen) gebruiken

Slide 18 - Poll

Motiveren 
In de zorg krijg je veel te maken met het motiveren van zorgvragers. Zorgvragers hebben vaak problemen. Het oplossen van problemen vraagt vaak (ook) om een verandering bij de cliënt. Veranderen is voor de meeste zorgvragers lastig. Als het eenvoudig was geweest, zou de zorgvrager immers al veranderd zijn en zou hij daar geen hulp bij nodig hebben. Om te veranderen moet een zorgvrager gemotiveerd zijn.

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Link

Intrinsieke motivatie 
Belangrijk bij motivatie is dat deze niet is opgelegd door een ander, maar dat deze vanuit de zorgvrager zelf komt. 


Bij intrinsieke motivatie is iemand niet gemotiveerd om een beloning te krijgen, maar is hij gemotiveerd omdat hij zelf, van binnenuit, wil veranderen.

Slide 21 - Tekstslide

Motiverende gespreksvoering 
Gesprekstechnieken bij motiverende gespreksvoering: 

kijken/observeren
open vragen stellen
reflectief luisteren
bevestigen
samenvatten
Je neemt de houding aan van een gesprekspartner die de tijd heeft, die geduld heeft en die de zorgvrager zelf laat praten en aan het woord laat.

Slide 22 - Tekstslide

Bij motiverende gespreksvoering probeer je de zorgvrager niet te overtuigen, maar laat je hem zelf praten, nadenken en oplossingen verzinnen. Je ondersteunt hem hierbij door een neutrale en open houding aan te nemen in je communicatie.

Slide 23 - Tekstslide

Bij motiverende gespreksvoering neem je als zorgverlener een zo neutraal mogelijke houding aan.

Slide 24 - Tekstslide

Omgaan met een passieve zorgvrager 

'De kracht van de stilte'

'Minder praten, meer doen'

Slide 25 - Tekstslide

Welke gesprektechnieken ga jij toepassen bij een passieve zorgvrager

Slide 26 - Open vraag

Cultuurverschil 
Wanneer je goed wilt omgaan met cultuurverschillen, is het van belang dat je je ervan bewust bent dat er verschillen zijn. Het kan makkelijk zijn wanneer je ook weet welke verschillen er zijn, maar natuurlijk is de situatie bij iedere zorgvrager weer net even anders. Het is belangrijk om als zorgverlener een open en nieuwsgierige houding aan te nemen, waarin respect centraal staat.

Slide 27 - Tekstslide

Slide 28 - Link

Hoe gaan jullie in de zorg om met cultuur verschil

Slide 29 - Open vraag

Zelfregie 
Zelfregie kent vier elementen:

Eigenaarschap
Eigen kracht
Motivatie
Contacten



Slide 30 - Tekstslide

Eigenaarschap 
Een mens is eigenaar over zijn eigen leven en verantwoordelijk voor de keuzes die hij maakt. Bij eigenaarschap gaat het om de ruimte die je als zorgvrager wilt en durft in te nemen. Ook gaat het om de ruimte die je van de verzorgende krijgt.

Slide 31 - Tekstslide

Eigen kracht 
Het vermogen om zelf te beslissen. Bij eigen kracht gaat het om het vertrouwen in je eigen kunnen. Een belangrijke factor is de bevestiging en complimenten daarover die de zorgvrager van de verzorgende krijgt. Eigen kracht wordt bepaald door kennis, vaardigheden, zelfvertrouwen en handelingsruimte.

Slide 32 - Tekstslide

Motivatie 
Dat wat iemand motiveert, persoonlijke waarden, een goed leven. Bij motivatie gaat het om zelfkennis en durven dromen. Het is belangrijk om als verzorgende open te staan voor de dromen van de zorgvrager.

Slide 33 - Tekstslide

Contacten 
Iets betekenen voor anderen en andersom, plezier en zorgen delen. Bij contacten gaat het om de betekenis die contacten voor jou hebben. Als verzorgende ondersteun je bij het meer gebruikmaken van die contacten.

Slide 34 - Tekstslide

Factoren die van invloed zijn op de vitaliteit en dus op de zelfregie 

Slide 35 - Tekstslide