In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen.
Lesduur is: 10 min
Onderdelen in deze les
Wat hoort niet bij het inwendig milieu? (meerdere antwoorden mogelijk)
A
Bloedplasma
B
De binnenkant van je darmen
C
De binnenkant van je longen
D
Weefselvloeistof
Slide 1 - Quizvraag
Wat is de (biologische) term voor de hormonale regeling zoals die door de pijlen 1 en 2 in bron 1 wordt aangegeven?
HT = hypothalamus H = hypofyse S = schildklier
A
Positieve feedback
B
Negatieve feedback
C
Regeling
D
Homeostase
Slide 2 - Quizvraag
Wat regelen je hormonen niet?
A
Slaap
B
Temperatuur
C
Bewegen
D
Voortplanting
Slide 3 - Quizvraag
Hoe noemen we de stof waarin glucose wordt opgeslagen in het lichaam om de glucosespiegel in het lichaam naar beneden te krijgen?
Slide 4 - Open vraag
Een bijzonder hormoon is oxytocine. Het speelt een rol bij de bevalling en regelt de melkafgifte in de borsten. Het is ook betrokken bij het vrijen; door seksuele opwinding neemt de concentratie van oxytocine toe. Op zijn beurt stimuleert dit hormoon weer de seksuele opwinding.
Hoe noemt men een dergelijke relatie tussen seksuele opwinding en de concentratie van oxytocine?
A
Antagonisme
B
Homeostase
C
Negatieve terugkoppeling
D
Positieve terugkoppeling
Slide 5 - Quizvraag
Welk hormoon wordt bij een suikerziektepatiënt onvoldoende geproduceerd?
A
TSH
B
Glucagon
C
Insuline
D
Schildklierhormoon
Slide 6 - Quizvraag
Twee reacties in het lichaam zijn: 1. Daan hoest als hij een stofje inademt 2. Hugo krijgt diarree na het eten van rauw vlees Wat is/zijn een voorbeeld van homeostase?
A
Beide niet
B
Alleen 1
C
Alleen 2
D
Allebei wel
Slide 7 - Quizvraag
Glucose
Glucagon
Insuline
Glycogeen
Slide 8 - Sleepvraag
Als iemand schrikt, gaat zijn hart sneller kloppen. Door welk hormoon wordt deze reactie veroorzaakt?
A
Adrenaline
B
Glucagon
C
ADH
D
Schildklierhormoon
Slide 9 - Quizvraag
Onder invloed van oxytocine start de indaling van het kindje. Het druk van het hoofdje op de baarmoeder mond stimuleert de hersenen om oxytocine aan te maken. Wat voor regelkring is dit?
A
Positieve terugkoppeling
B
Negatieve terugkoppeling
Slide 10 - Quizvraag
De zweetklier is een endocriene/exocriene klier omdat...
A
Endocrien, omdat het een afvoerbuis heeft
B
Exocrien, omdat het een afvoerbuis heeft
C
Endocrien, omdat het geen afvoerbuis heeft
D
Exocrien, omdat het geen afvoerbuis heeft
Slide 11 - Quizvraag
Welke maatregel valt NIET onder homeostase?
A
Daling van de hartslag
B
Diepere en sneller ademhalen
C
Voldoende rust nemen
D
Stijging van de concentratie glucagon in het bloed
Slide 12 - Quizvraag
Een regelkring is ...
A
Overleg in een kring waarbij er iets geregeld moet worden
B
een proces in het lichaam waarbij een bepaalde situatie gehandhaafd blijft
C
een dynamisch evenwicht
D
homeostase
Slide 13 - Quizvraag
Welk lichaamsdeel zorgt voor homeostase?
A
Huid
B
Bloed
C
Hersenen
D
Spieren
Slide 14 - Quizvraag
Bij moeders die borstvoeding geven is sprake van..
A
positieve terugkoppeling
B
negatieve terugkoppeling
C
positieve invloed op homeostase
D
negatieve invloed op homeostase
Slide 15 - Quizvraag
In welk orgaan liggen de Eilandjes van Langerhans?