B1-K1-W1- Lesweek 10

Aan het einde van de les.......

  • Kun je uitleggen wat ontwikkelingsaspecten zijn
  • Kun je uitleggen welke factoren je ontwikkeling bepalen .
  • Kun je uitleggen wat belangrijke voorwaarden zijn voor een kind om zich optimaal te ontwikkelen Kun je uitleggen wat hechting is en wat hechtingsproblemen zijn 
Inventariseert ondersteuningsvragen van de cliënt 

                      

B1-K1-W1

Klas: 222B
Docent: J. den Hoed
Lesweek 10                                                      
1 / 40
volgende
Slide 1: Tekstslide
WelzijnMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 40 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

Onderdelen in deze les

Aan het einde van de les.......

  • Kun je uitleggen wat ontwikkelingsaspecten zijn
  • Kun je uitleggen welke factoren je ontwikkeling bepalen .
  • Kun je uitleggen wat belangrijke voorwaarden zijn voor een kind om zich optimaal te ontwikkelen Kun je uitleggen wat hechting is en wat hechtingsproblemen zijn 
Inventariseert ondersteuningsvragen van de cliënt 

                      

B1-K1-W1

Klas: 222B
Docent: J. den Hoed
Lesweek 10                                                      

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Staan & Zitten!
Ga staan als het antwoord op de vraag ja is.

Blijf zitten als je antwoord nee is.

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Programma
Welkom & AWR 
Deel 1:
  • Lesdoelen deel 1
  • Terugblik Hechting & ADHD 
  • Huiswerk ADD
  • Mindmap Autisme 
  • Autisme
Morgen deel 2:
Deel 2:
  • Lesdoelen deel 2
  • Ongewenst gedrag
  • Probleemgedrag
  • Gedragsstoornis
Huiswerk & Afsluiting

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lesdoelen 
De student kan in eigen woorden:

  • benoemen wat hij/ zij weet over hechting en ADHD/ ADD en Leerstoornissen.

  • benoemen wat hij/ zij weet over autisme.


Slide 4 - Tekstslide

Verzin hier een eigen werkvorm voor hoe je de lesdoelen checkt. 


Wat kun je vertellen over hechting?

Slide 5 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Wat kun je vertellen over ADHD?

Slide 6 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

ADD (Attention Deficit Disorder)

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Nabespreken huiswerk:

1. Wat is de oorzaak van ADD? 
2. Waarom wordt ADD vaak pas laat gediagnosticeerd? 
3. Benoem 3 aspecten die lastig zijn als je ADD hebt  (anders dan uit het filmpje)
4. Benoem 3 kwaliteiten van ADD 

5. Wat is dyslexie? En kun je dit genezen? 
6. Wat is dyscalculie? En kun je dit genezen? 

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 9 - Video

Deze slide heeft geen instructies

De antwoorden: 

1. Wat is de oorzaak van ADD?  Biologische factoren (communicatie hersengebieden)  en omgevingsfactoren (verhoogd risico roken/ drinken tijdens zwangerschap) 
2. Waarom wordt ADD vaak pas laat gediagnosticeerd? 
  De symptomen zijn niet altijd zichtbaar.
Er is geen sprake van hyperactiviteit en vaak wordt het onder de noemer 'dromerig' genoemd. Andere kwaliteiten/ intelligentie etc. verhullen het vaak totdat het niet meer gaat. 
3. Benoem 3 aspecten die lastig zijn als je ADD hebt  (anders dan uit het filmpje)
Bijvoorbeeld: slecht overzicht in tijd hebben
, moeite met prioriteiten stellen, overgevoelig voor uitwendige prikkels 
4. Benoem 3 kwaliteiten van ADD 
Hyperfocus (bovengemiddeld prestatie bij interesse), Probleem oplossend, creatief, sensitief 
5. Wat is dyslexie? En kun je dit genezen? moeite met lezen en spelling (leerstoornis) - nee je kunt er wel mee leren omgaan 
6. Wat is dyscalculie? En kun je dit genezen? moeite met rekenen (getallen) nee je kunt er wel mee leren omgaan 

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Autisme
(Maak een woordwolk met info ASS vanuit de film)

Slide 11 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Slide 12 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Autisme - oorzaak
De precieze oorzaak van autismespectrumstoornissen is tot nu toe niet bekend. 
In negen van de tien gevallen is sprake van aangeboren erfelijke factoren. 

Er is niet één enkel gen verantwoordelijk voor ASS (AutismeSpectrumStoornissen), maar een combinatie van meerdere genetische veranderingen, onder invloed van omgevingsfactoren. 

Onderzoekers vermoeden dat door deze combinatie de ontwikkeling van de hersenen anders verloopt, waardoor de beperkingen bij mensen met ASS optreden

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vroeger versus nu.. 
We spreken sinds de DSM- V van ASS (AutismeSpectrumStoornissen). 
Echter worden vaak nog de termen PDD-NOS, klassiek autisme en Asperger gebruikt. Het is wel handig als je weet welke kenmerken er bij de oude benaming van bijv. "PDD-NOS'' hoort omdat je dit wellicht nog in dossiers of bij collega's tegenkomt.

We kijken de aflevering van Xavier. Hij vertelt iets over zijn ASS (PDD NOS). 
De docent stel na afloop vragen, let dus goed op! 
https://www.npo3.nl/je-zal-het-maar-hebben/14-05-2013/POW_00566469 

Slide 14 - Tekstslide

Spoel zelf even door of bij veel tijd kijk de hele aflevering met de klas. 
En stel vragen. 
Xavier heeft PDD-NOS (Autisme)
Felice heeft een lichamelijke beperking. 

Voor Myrthe is dit wellicht leuk om geheel te kijken zodat je klas niet in herhaling valt. Je kunt wat sneller door de dia's van ASS heen dan. 
Autisme - kenmerken
Onder te verdelen in 3 categorieën:
1. Problemen in de sociale interactie (contactstoornis) 
Moeite met: contact, verwachtingen begrijpen, emoties aanvoelen, oogcontact
2. Problemen in de communicatie
Vertraagde taalontwikkeling, ander taalbegrip, zaken letterlijk nemen, gesprekken gaande houden.
3. Ander (afwijkend) gedrag en beperkte interesses/belangstelling
Vasthouden aan routines, Overgevoeligheid vs. helemaal niet, afwijkende motoriek, overmatige gerichtheid

Bedenk eens een voorbeeld bij deze 3 categorieën.

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Autisme - kwaliteit
1. Zijn altijd oprecht
2. Kunnen zich goed concentreren
3. Hebben veel kennis van bepaalde zaken
4. Durven veel
5. Hebben buitengewoon organisatorische vaardigheden
6. Hebben een uitstekend visueel geheugen
7. Zijn erg leergierig

8. Zijn betrouwbaar en loyaal
9. Zijn erg opmerkzaam
10. Zijn zeer goed in technische zaken
11. Zijn goed met probleemanalyses
12. Hebben oog voor detail en nauwkeurigheid
13. Zijn goed in het planmatig en stapsgewijs werken
14. Zijn erg creatief
15. Zijn resultaatgericht en stellen zich verantwoordelijk op



Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Morgen gaan we verder met W1










Lees 2.8 voor morgen nog eens door!

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lesdoelen 
De student kan in eigen woorden:

  • uitleggen wat ongewenst gedrag is
  • verschil benoemen tussen een gedragsprobleem en gedragsstoornis
  • een toelichting geven over de ontwikkelingsdriehoek

Slide 18 - Tekstslide

Verzin hier een eigen werkvorm voor hoe je de lesdoelen checkt. 


Autisme
Pak je woordspin erbij en zoek iemand op met wie je niet aan de tafel zit en bespreek je woordspin.

Wat zijn de verschillen? Wat zijn de overeenkomsten?
Vul je eigen woordspin aan!

Klassikaal nabespreken.

Slide 19 - Tekstslide

Verzin hier een eigen werkvorm voor hoe je de lesdoelen checkt. 


Opdracht: Begrippen opspeuren
Lees eerst de opdracht hieronder goed door en ga aan de slag! Over 15 minuten gaan we het bespreken.

Opdracht: 

Zoek  de onderstaande begrippen op, op internet. 
Beschrijf wat elk begrip inhoudt. En geef aan wat het verschil is tussen
de begrippen.
- Ongewenst gedrag
- Gedragsprobleem
- Gedragsstoornis


timer
15:00

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Ongewenst gedrag
Handelingen (van een groep of) van een individu, gericht tegen een persoon die deze handelingen als bedreigend, vernederend of intimiderend ervaart. Dit hoeft niet structureel plaats te vinden. En kan eenmalig zijn.
Gedragsprobleem
Gedragsproblemen zijn de ongewenste gedragingen die voor de omgeving of het kind zelf storend zijn. Hieronder valt bijvoorbeeld agressief, driftig of ongehoorzaam gedrag. Ook vernielzucht of pestgedrag horen hierbij. Door die problemen verloopt nu de ontwikkeling minder goed. Het probleem is vaak aan de situatie gebonden.
Gedragsstoornis
Als het probleemgedrag langer dan zes maanden duurt, kan er sprake zijn van een gedragsstoornis.
Bij een gedragsstoornis komen de symptomen in bepaalde combinaties voor, die ook in de DSM-V zijn beschreven.

Ongewenst gedrag
Handelingen (van een groep of) van een individu, gericht tegen een persoon die deze handelingen als bedreigend, vernederend of intimiderend ervaart. Dit hoeft niet structureel plaats te vinden en kan eenmalig zijn.


Gedragsprobleem

Gedragsproblemen zijn de ongewenste gedragingen die voor de omgeving of het kind zelf storend zijn. Hieronder valt bijvoorbeeld agressief, driftig of ongehoorzaam gedrag. Ook vernielzucht of pestgedrag horen hierbij. Door die problemen verloopt nu de ontwikkeling minder goed. Het probleem is vaak aan de situatie gebonden.

Gedragsstoornis

Als het probleemgedrag langer dan zes maanden duurt, kan er sprake zijn van een gedragsstoornis. Bij een gedragsstoornis komen de symptomen in bepaalde combinaties voor, die ook in de DSM-V zijn beschreven.

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Problemen in de ontwikkeling 
 Ontwikkelingsproblemen zijn vaak 
 te voorspellen vanuit risicofactoren.

Oorzaak kind- intern 
Oorzaak ouder/gezin- omgeving
: extern 


Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Invloed van de omgeving/ ouders 
We komen tot de conclusie dat de omgeving erg belangrijk is voor het kind.
Krijgt het kind de stimulans vanuit zijn omgeving dan heeft het de kans om zich goed te ontwikkelen.
Echter soms doen ouders/verzorgers/opvoeders nog zo hun best maar toch blijven er problemen. Het kan zijn dat dit te maken kan hebben met puberteit, foute vrienden, en/of een ontwikkelingsprobleem.

LET OP! Ontwikkelingsprobleem= in te halen. Ontwikkelingsachterstand niet.
LET OP! Een gedragsprobleem = kan weggaan. Een gedragsstoornis: is blijvend/je kan ermee leren omgaan (afhankelijk van het type gedragsstoornis).

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Huiswerk
Thieme Meulenhoff opdrachten:
Maak alle Thieme Meulenhoff opdrachten van (behalve de samenwerkingsopdrachten) van niveau 3-4 'Thema 2.3 t/m 2.8. Deze opdrachten dien je af te hebben voor 22 April

Vergeet niet te kijken naar de bonusopdracht (inleveren voor 20 juni):
Maak een vlog of maak je eigen beginsituatie.
(teams - BGER - Bestanden - W1 - Bonusopdrachten)

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lesdoelen check 
De student kan in eigen woorden wat vertellen over:

- Autisme
- De ontwikkelingsdriehoek
- Ongewenst gedrag
- Gedragsprobleem
- Gedragsstoornis

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lesdoelen 
De student kan in eigen woorden:

- vertellen wat sociale problematiek is
- oorzaken van sociale problematiek benoemen
- de stappen van de meldcode kindermishandeling en huiselijk geweld uitleggen.



Slide 26 - Tekstslide

Verzin hier een eigen werkvorm voor hoe je de lesdoelen checkt. 


Sociale problematiek (kenmerken)
  1.  Het probleem betreft kleine of grote groepen mensen in de maatschappij 
  2.  De problematiek is vaak het gevolg van een achterstelling in de maatschappij 
  3. Sociale problematiek kan niet gemakkelijk worden opgelost 
  4. . Sociale problematiek= groter risico op andere problemen 
  5. . Sociale problematiek van kind = van de ouders

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke voorbeelden
zijn er van sociale problematiek?

Slide 28 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Armoede
Oorzaken armoede
  • werkloosheid
  • arbeidsongeschiktheid
  • echtscheiding
  • verslaving
  • schulden 
Armoede 
Armoede gaat gepaard met zorgen. Mensen die moeten rondkomen van (te) weinig geld, liggen ’s nachts wakker, piekerend over hoe ze de eindjes aan elkaar kunnen knopen. Er is angst voor de deurwaarder, die zo maar op de stoep kan staan

Slide 29 - Tekstslide

wat is het gevolg voor kinderen?
Echtscheiding
Vechtscheiding
Negatieve gevoelens naar ex-partner met bedoeling schade toe te brengen bij hem/ haar.
Voor kinderen is een vechtscheiding enorm belastend. Het schaadt hun ontwikkeling in alle opzichten.
Co-ouderschap
Samen opvoeden van kind(eren) door beide ouders, die niet samenwonen. Alles is zoveel mogelijk gelijk verdeeld.

Slide 30 - Tekstslide

wat is het gevolg voor kinderen?
Werkloosheid
Oorzaken
  • Minder werkgelegenheid
  • Beleid van de overheid: subsidies/ toeslagen

Gevolgen
  • depressiviteit
  • isolement
  • armoede

Slide 31 - Tekstslide

wat is het gevolg voor kinderen?
Kwetsbare ouderen 
Oudere waarbij sprake is van :
-fysieke (lichamelijk)
-, psychische (mentaal)
 en/of sociale kwetsbaarheid, met als gevolg dat er het risico is van sociale problematiek.
Gevolgen
  • depressiviteit
  • sociaal isolement
  • 3x grotere kans op overlijden

Slide 32 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vluchtelingen
Asielzoeker
Iemand die in een ander land de vluchtelingsstatus aanvraagt.

Vluchteling
Iemand die in zijn thuisland gegronde vrees heeft voor vervolging en een asielvergunning krijgt in een ander land.

Gevolgen
  • Psychotrauma: psychische en lichamelijk reactie op een ingrijpende gebeurtenis, dus hoe iemand reageert als de gebeurtenis voorbij is.
  • Depressiviteit
  • Angst- en paniekreacties
  • Nachtmerries
  • Hoofdpijn
  • Prikkelbaarheid

Slide 33 - Tekstslide

wat is het gevolg voor kinderen?
Huiselijk geweld- Kindermishandeling
is geweld dat wordt gepleegd door iemand uit de huiselijke kring van het slachtoffer.
Dat kunnen zijn: partners, ex-partners, gezinsleden, familieleden en huisvrienden. Het geweld kan zowel lichamelijk zijn als seksueel of psychisch.
- Psychisch 
- Lichamelijk 
- Seksueel 
- Verwaarlozing 
- Partnergeweld, eergeweld/familie geweld/ kindermishandeling
Kindermishandeling: 
groeien vaak op in eenzaamheid: ze dragen een groot geheim met zich mee waarover.

Naar schatting zijn elk jaar bijna 119.000 kinderen het slachtoffer van mishandeling

Klassikaal bespreken: 
Wat zouden signalen kunnen zijn van kindermishandeling?? 

Slide 34 - Tekstslide

wat is het gevolg voor kinderen?
Opdracht Kindermishandeling
En beantwoord de volgende vragen aan de hand 
van het boek Methodiek 2.8. 
1. Wat kunnen de gevolgen zijn van kindermishandeling ?
(over het algemeen)

Lees de casus hiernaast: 
2. Wat zou jij als advies geven aan Talitha? 
3. Welke 5 stappen kun je zetten volgens de meldcode? 




Casus: Talitha maakte zich zorgen over het vriendinnetje van haar dochter. 
“Soms logeert de dochter bij ons. De kinderen worden niet goed verzorgd, dus onze deken ziet helemaal zwart van de viezigheid als ze eronder heeft geslapen. Ik was dan haar kleren en zet haar onder de douche. Ze blijft wel drie of vier keer per week bij ons eten. Ook als onze eigen kinderen bij opa en oma gaan eten, gaat zij met hen mee.” 

''Ze wist om 9u s'avonds nog niet wat ze ging eten''


 
   Bron: via rijksoverheid. 
timer
15:00

Slide 35 - Tekstslide

wat is het gevolg voor kinderen?
Lesdoelen check voor jezelf! 
Draai aan het wiel en vertel hardop tegen je buurman/ buurvrouw wat je hebt geleerd. Kun je het begrip uitleggen in je eigen woorden? Is dit nog lastig ga neem de stof dan door, maak de opdrachten (zie laatste dia huiswerk) en stel vragen aan de docent.

  • Aan het einde van de les kun je kenmerken opnoemen die horen bij
    ''Sociale problematiek''
  • Aan het einde van de les weet je wat de meldcode 'kindermishandeling' betekent

Slide 36 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Cijfer voor deze les.
0100

Slide 37 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

Tips en Tops Jantien

Slide 38 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Tips en Tops inhoud

Slide 39 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Afsluiting 
Wat neem je mee van deze les? Schrijf dit op in de chat!

Zijn er nog vragen?

Slide 40 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies