week 16 les 2 - gebiedende wijs

Buenos días
¿Qué vamos a hacer?
  • repetir ser y estar
  • imperativo
miércoles, 21 de abril
1 / 12
volgende
Slide 1: Tekstslide
SpaansMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

In deze les zitten 12 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 40 min

Onderdelen in deze les

Buenos días
¿Qué vamos a hacer?
  • repetir ser y estar
  • imperativo
miércoles, 21 de abril

Slide 1 - Tekstslide

Aan het einde van deze les ...
  • Weet ik het verschil tussen ser en estar
  • Weet ik hoe de vervoeging van de 
imperativo gemaakt wordt. 
LEERDOELEN

Slide 2 - Tekstslide

Libro de alumno
pág. 85 ej. 1 y 2
pág. 86 ej. 3
LEERDOEL: ser y estar

Slide 3 - Tekstslide

El imperativo
Wat is de gebiedende wijs?
gebiedende wijs wordt gebruikt om iemand een opdracht of een aanwijzing te geven
Bijvoorbeeld: Sta op. Ruim op. Lees dat. 
In het Spaans: escucha, lee, calla
LEERDOEL: gebiedende wijs

Slide 4 - Tekstslide

Gebiedende wijs
vosotros
usted
ustedes
hablar
habla
hablad
hable
hablen
escribir
escribe
escribid
escriba
escriban
comer
come
comed
coma
coman
Wat valt op?
zie module pág. 16, 17, 18

Slide 5 - Tekstslide

Gebiedende wijs meervoud??
  • In het Nederlands hoor je geen verschil. 
  • Ik kan tegen 1 persoon zeggen: Schrijf dat op.
  • Ik kan tegen een hele groep zeggen: Schrijf dat op. 
  • In het Spaans heb je wel een speciale meervoudsvorm.
  • Escribe.  = Schrijf dat op (tegen 1 persoon)
  • Escribid. = Schrijf dat op (tegen meerdere personen)

Slide 6 - Tekstslide

Jij <--> U

  • Wanneer ik in het Nederlands iemand met u aanspreek in de gebiedende wijs klinkt dat zo: Schrijft u dat op. 
  • In het meervoud hoor je weer geen verschil. Schrijft u (allen) dat op. 
  • In het Spaans heb je weer wel 2 aparte vormen
  • Escriba.   = Schrijft u dat op. (tegen 1 persoon)
  • Escriban. = Schrijft u dat op. (tegen meerdere personen)

Slide 7 - Tekstslide

onregelmatige vormen
Infinitivo
decir
hacer
poner
salir
tener
venir
ver
dar
estar
ir
ser
oir




di
haz
pon
sal
ten
ven
ve
da
está
va
oye

Vosotros
decid
haced
poned
salid
tened
venid
ved
dad
estad
id
sed
oíd
Usted
diga
haga
ponga
salga
tenga
venga
vea
esté
vaya
sea
oiga
Ustedes
digan
hagan
pongan
salgan
tengan
vengan
vean
den
estén
vayan
sean
oigan

Slide 8 - Tekstslide

voornaamwoorden
De persoonlijke voornaamwoorden komen achter de vorm van de gebiedende wijs. Je schrijft ze er dan aan vast.  LET OP HET ACCENT!
  • acuéstate          = Ga naar bed!
  • levántate           = Sta op!    
  • escríbeme         = Schrijf me!              

Slide 9 - Tekstslide

Libro de alumno pág. 87
Vamos a escuchar ej. 6





Slide 10 - Tekstslide

módulo pág. 19

Slide 11 - Tekstslide

Deberes
Para el miércoles, 29 de abril
Leren: imperativo
maken: LE ej. 5.9, 5.10. 5.11, 5.12, 5.13

Slide 12 - Tekstslide