TH1 NOVA 5.4

• Natuurkunde
• Middelbare school
• vmbo t, mavo, havo
• Leerjaar 1

Elektriciteit

Vandaag

1. Vermogen
2. Vermogen berekenen
3. Vermogen vs tijd
4. Opdrachten

1 Vermogen

Het vermogen geeft aan hoeveel elektrische energie een apparaat per seconde gebruikt.

1 Vermogen

Vermogen hangt af van:

1. De spannig waarop het apparaat werkt
2. De stroomsterkte door het apparaat

2 Vermogen bereken

P = U X I

Vermogen = spanning x stroomsterkte

P = Vermogen in Watt

U = Spanning in Volt

I = Stroomsterkte in Ampere

3. vermogen vs tijd

Capaciteit(hoeveelheid electrische energie) van de batterij samen met het vermogen van het apparaat bepalen samen hoelang je een oplaadbaar apparaat kan gebruiken

4. Opdrachten

Maak de opdrachten

van hoofdstuk 4.4 

Vermogen

Wat betekent de letter P?

1. Spanning
2. Stroomsterkte
3. Weerstand
4. Vermogen

Wat is Watt?

1. Grootheid
2. Anders....
3. Stroomkracht
4. Vermogen

Van welke factoren hangt het vermogen van een elektrisch apparaat af?

1. Stroomsterkte en tijd
2. Vermogen en spanning
3. Spanning en tijd
4. Spanning en stroomsterkte

Een oplader geeft een spanning van 5 V en een stroomsterkte van 0,7 A. Wat is het vermogen van de adaptor?