4.5 sparen

Lesdoelen
Aan het einde van de les
Kun je de voor- en nadelen van sparen uitleggen

Kun je voor- en nadelen van vrijwillig en verplicht sparen uitleggen
1 / 30
volgende
Slide 1: Tekstslide
BedrijfseconomieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 30 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Lesdoelen
Aan het einde van de les
Kun je de voor- en nadelen van sparen uitleggen

Kun je voor- en nadelen van vrijwillig en verplicht sparen uitleggen

Slide 1 - Tekstslide

Sparen
Als je spaart geef je je geld niet direct uit, maar zet je het bijvoorbeeld op de bank


Je stelt je koopkracht dus uit

Slide 2 - Tekstslide

Spaarmotieven
  • Sparen voor een doel
  • Sparen uit voorzorg
  • Sparen voor de rente (meer vermogen)

Slide 3 - Tekstslide

Als je spaart...
Ontvang je rente. 
Rente is dus een beloning van de bank

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Hoogte van het rente percentage is afhankelijk van:
  • Looptijd: hoe langer je je geld vastzet, hoe hoger meestal het rentepercentage
  • Hoogte van het spaarbedrag: hoe hoger je spaarbedrag, hoe hoger meestal het rentepercentage
  • De ontwikkeling op de financiele markten: als door spaarders meer geldt wordt aangeboden dan banken nodig hebben voor het verstrekken van leningen zal het rentepercentage dalen

Slide 6 - Tekstslide

waarvan is de hoogte van de rente afhankelijk?

Slide 7 - Open vraag

Wat is het risico van sparen?
  • Het rentepercentage is lager dan het inflatie percentage. Hierdoor neemt je koopkracht af

  • Een bank kan failliet gaan

  • DNB vergoedt tot maximaal €100.000 bij faillisement

Slide 8 - Tekstslide

Verplicht sparen
  • Aan de hand van een pensioen
  • Voor en nadelen bedrijfspensioen staan in het boek
  • Je hebt ook een optie om vrijwillig te sparen voor een pensioen

Slide 9 - Tekstslide

Opgaven
  • Maken: opgave 4.8 t/m 4.10

Slide 10 - Tekstslide

Lenen
Je betaalt rente en lost je lening af in etrmijnen

Slide 11 - Tekstslide

Leenmotieven
  • Lenen voor aanschaf consumptiegoederen
  • Lenen om tekort op te vangen
  • Lenen om tegenslag op te vangen

Slide 12 - Tekstslide

Waarom lenen mensen geld?

Slide 13 - Open vraag

Wet op het consumentenkrediet (Wck)
Banken zijn verplicht om naast het interestpercentage ook het jaarlijkse kostenpercentage te vermelden

Jaarlijkse kostenpercentage:
Het interestpercentage plus het percentage aan kosten dat je per jaar werkelijk betaald over het geleende bedrag

Slide 14 - Tekstslide

De Wck bepaalt dat er een maximum interestpercentage geldt voor consumptieve kredieten onder de €40.000

Deze interest is maximaal de wettelijke rente (2% in 2017) plus 12% procentpunten (dus 14% in 2017)


Slide 15 - Tekstslide

Financieringskosten

Berekenen door rentepercentage per jaar x leningbedrag 

Dit is wat je betaalt om geld te lenen

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Bureau Kredietregistratie
  • Het BKR houdt bij wie welk(e) bedrag(en) heeft geleend
  • Zo kan een bank zien of je geregistreerde schulden hebt en of je altijd netjes je aflossing betaalde
  • Of basis hiervan kan een bank besluiten of ze je wel of niet een lening wil verstrekken

Slide 18 - Tekstslide

zou jij als je de optie had geld lenen? Waarom wel/niet

Slide 19 - Open vraag

Leningen
Nu volgen een aantal verschillende voorbeelden van consumptief krediet (leningen bestemd voor consumptieve doeleinden)

Slide 20 - Tekstslide

Doorlopend krediet

Een krediet waarbij de consument een maximumkrediet mag opnemen en dit in een bepaalde periode moet terugbetalen.

De lening hoeft niet in één keer te worden opgenomen en afgeloste bedragen mogen opnieuw worden opgenomen.

Slide 21 - Tekstslide

Ook een creditcard biedt vaak de mogelijkheid van doorlopend krediet.

Slide 22 - Tekstslide

Persoonlijke lening

De consument leent een bedrag voor een bepaald doel en neemt het hele bedrag ineens op.
Aflossingen mogen niet opnieuw worden opgenomen.

Slide 23 - Tekstslide

Voor een auto wordt nogal eens een persoonlijke lening afgesloten.

Slide 24 - Tekstslide

Koop en verkoop op afbetaling
De koopprijs van een roerende zaak wordt in meerdere termijnen betaald.
De koper wordt bij levering eigenaar van het goed.

Slide 25 - Tekstslide

Duurzame consumptiegoederen
Allerlei artikelen waar de consument jaren plezier van kan hebben.

Slide 26 - Tekstslide

Huurkoop
  • De koopprijs van een roerende zaak wordt in meerdere termijnen betaald.
  • De koper wordt pas na het betalen van de laatste termijn eigenaar.

Slide 27 - Tekstslide

noem minimaal 2 vormen van consumptief krediet

Slide 28 - Open vraag

Veel verschillende kredietmogelijkheden

Slide 29 - Tekstslide

Aan de slag
Maken opgaven H5.9 t/m H5.12

Slide 30 - Tekstslide