Blue Label 1 grammar Unit 4

Blue Label 1 grammar Unit 4
een kort overzicht
1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 25 min

Onderdelen in deze les

Blue Label 1 grammar Unit 4
een kort overzicht

Slide 1 - Tekstslide

Imperatives (gebiedende wijs)
                            
positive imperative =  
hele werkwoord + rest van de zin           
Eat your breakfast!              

negative imperative
Don't + hele werkwoord + rest van de zin
Don't eat your breakfast!

Slide 2 - Tekstslide

make an imperative
(+)   je zegt wat iemand moet doen
(-) je zegt wat iemand niet moet doen
Let op, soms moet je er nog wat bij zetten om de gebiedende wijs zin compleet te maken.

Slide 3 - Tekstslide

voorbeeld:
(+)    read / book
Read a book! / Read your book!
(-) run / hallway
Don't run in the hallway!

Slide 4 - Tekstslide

make an imperative
(+) listen / teacher

Slide 5 - Open vraag

make an imperative
(-) walk / grass

Slide 6 - Open vraag

Present Simple

Slide 7 - Tekstslide

De present Simple gebruik je........
(meerdere antwoorden kunnen goed zijn)
A
als iets nu aan de gang is
B
als iets altijd gebeurt
C
als iets gebeurd is
D
als iets nooit gebeurt

Slide 8 - Quizvraag

(+) Mary...........tennis every Sunday.
(play)
A
doesn't play
B
play
C
plays
D
don't play

Slide 9 - Quizvraag

(-) Julie and Susie ............... to rap music. (listen)
A
don't listens
B
doesn't listen
C
doesn't listens
D
don't listen

Slide 10 - Quizvraag

Hoe vraag je:
of Peter van voetbal houdt?

Slide 11 - Open vraag

Hoe zeg je:
Wij schrijven geen boeken.

Slide 12 - Open vraag

can / can't
could / couldn't 

Slide 13 - Tekstslide

Can / Could
I can swim
You can swim
She can swim
I can't /cannot swim
You can't/cannot swim
She can't/cannot swim
Can I swim?
Can you swim?
Can she swim?
I could help you.
You could help me.
Could you help me?

Slide 14 - Tekstslide

We............go to the cinema this afternoon, would you like that?
A
could
B
couldn't
C
can
D
can't

Slide 15 - Quizvraag

This is José, he ..........speak Spanish, because his mom and dad are from Spain.
A
could
B
couldn't
C
can
D
can't

Slide 16 - Quizvraag

I'm sorry I ............help you. I really have to go now.
A
can
B
can't
C
could
D
couldn't

Slide 17 - Quizvraag

some / any

Slide 18 - Tekstslide

Some or Any?

Slide 19 - Tekstslide

Some
any
Some
Some
Some
any
any
any

Slide 20 - Sleepvraag

much / many

Slide 21 - Tekstslide

much & many

Slide 22 - Tekstslide

Step 1 :     Kijk naar het woord dat na much/many volgt
Step 2 :    Kun je dit woord tellen
Step 3 :     Yes -->  many          No --> much

I don't have much / many time for sports this week. 
Does this shop has much / many products? 
John doesn’t always have much / many books in his bag.
How much / many homework have you got?
MUCH
MUCH
MANY
MANY

Slide 23 - Sleepvraag

Hoe goed weet je nu wat je moet kennen voor de toets?
0100

Slide 24 - Poll

oefen verder met wat je nog lastig vindt
Gebruik daarvoor:
- de linkjes in de studiewijzer (magister)
-digitale boek: self test, Catch up, practise more opdrachten bij Lesson 1,2,4,

Slide 25 - Tekstslide