H6.§2. Sporen uit de ijstijd deel 2.

H6. Natuurkrachten in Nederland
§2. Sporen uit de ijstijd 
1 / 31
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 31 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

Onderdelen in deze les

H6. Natuurkrachten in Nederland
§2. Sporen uit de ijstijd 

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen 
  • Je kent de verschillende grondsoorten van Nederland en kunt de eigenschappen benoemen
  • Je kunt de afwisseling van warme en koude perioden in het Pleistoceen benoemen, beschrijven en verklaren
  • Je kunt uitleggen waarom er vlechtende rivieren zijn in de periode voor het Saalien.
  • Je kunt de landschappen van het Saalien beschrijven en verklaren.
  • Je kunt de afzettingen van het Eemien, Weichselien en Holoceen beschrijven en verklaren.

Slide 2 - Tekstslide

Sporen uit de ijstijd

Slide 3 - Woordweb

Opdracht
Maak een tijdlijn van vroeger tot nu over de verschillende tijden in het pleistoceen. Hou rekening met of het een koude periode dan wel een warmere periode was, welke elementen van deze tijd in Nederland terug te vinden zijn en hoe dat hier is gekomen. (zee, rivier, wind of ijs)
timer
5:00

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Video

In welke geologische periode
leven we nu?
A
tertiair
B
kwartair

Slide 6 - Quizvraag

Het jongste tijdvak in het kwartair is?
A
Pleistoceen
B
Holoceen

Slide 7 - Quizvraag

De geologische tijdschaal 

- geschatte ouderdom van de 
aarde is 4,5 miljard 
- Verdeling in tijdperken, 
perioden en tijdvakken.
- Nu leven we in het holoceen 
(begon 10.000 jaar geleden) 

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Video

Slide 11 - Tekstslide

In Nederland ontstond, voor de komst van het landijs, een puinwaaier. Wat behoort niet tot een puinwaaier?
A
zand
B
grind
C
klei
D
loss

Slide 12 - Quizvraag

Slide 13 - Tekstslide

Een rivier waar in de buitenbocht erosie plaatsvind en in de binnenbocht sedimentatie is een ...
A
vlechtende rivier
B
meanderende rivier

Slide 14 - Quizvraag

Wat is het verschil tussen een vlechtende rivier en een meanderende rivier?

Slide 15 - Open vraag

Saalien: voorlaatste ijstijd

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

afzettingen uit het Saale
tongbekken en stuwwal

Slide 19 - Tekstslide

laatste ijstijd
  • IJs niet meer tot in Nederland 
  • Nederland was poolwoestijn
  • In heel Nederland (behalve Zuid Limburg) werd door de wind een laag zand neergelegd. 
  • In Zuid Limburg werd loss afgezet door de wind

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

Dekzand

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Video

Wat is een glaciaal?
A
vriestijd
B
tussenijstijd
C
ijstijd
D
holoceen

Slide 25 - Quizvraag

Tijdens een ijstijd viel de meeste neerslag als
A
regen
B
hagel
C
sneeuw
D
Rijp

Slide 26 - Quizvraag

Wat voor rivier zie je op de foto op de foto?
A
meander
B
vlechtende
C
kronkel
D
kanaal

Slide 27 - Quizvraag

Is de vorm van de rivier kenmerkend voor een regenrivier of een gletsjerrivier?
A
regen
B
gletsjer
C
geen van beide
D
beide

Slide 28 - Quizvraag

Wanneer had Nederland te maken met rivieren zoals op deze foto ?
A
in de ijstijd voor de Saale-ijstijd
B
tijdens de Saale-ijstijd
C
tijdens het hele Pleistoceen
D
tijdens interglacialen

Slide 29 - Quizvraag

Welke uitspraken zijn juist? Noteer alleen de letters.
2 selecteren
A
Keileem komt niet in Zuid-Limburg voor.
B
Löss is een grondsoort die in Nederland door sedimentatie voorkomt.
C
Keileemkoppen zijn hoger dan stuwwallen.
D
Tijdens de Saale-ijstijd hebben de Rijn en de Maas in Nederland een andere richting gekregen: van het oosten naar het westen.

Slide 30 - Quizvraag

Schrijf de begrippen op die horen bij de cijfers 1 tot en met 3.

Slide 31 - Open vraag