2basis : Lezen H2

WELKOM!
1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 2

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

WELKOM!

Slide 1 - Tekstslide

Vandaag: 
-Bespreken antwoorden Nieuwsbegrip 
-Nakijken opdrachten taalverzorging H1
-Instructie Lezen H2

Slide 2 - Tekstslide

Antwoorden Nieuwsbegrip 
1. Hoe ziet de top 5 huisdieren in Nederland eruit? 
2.Wat heeft Fransiscus van Assisi met Werelddierendag te maken? 
3. Hoe kwam en komt de Dierenbescherming op voor dierenrechten? 
4. Waarom kan Werelddierendag voor veel dieren een leuke dag zijn? 
5. Hoe zou het komen dat dierendag steeds commerciëler is geworden? 

Slide 3 - Tekstslide

Antwoorden Taalverzorging H1

Slide 4 - Tekstslide

Hoofdzaken en bijzaken
Hoofdzaken zijn de belangrijkste zaken in een tekst.
Bijzaken zijn minder belangrijk.

Zonder de bijzaken begrijp je nog steeds goed waar de tekst over gaat.
Tip! Als je een samenvatting maakt, schrijf je alleen de hoofdzaken op!

Slide 5 - Tekstslide

Welke vraag stel je om het
onderwerp van een tekst te vinden?

Slide 6 - Woordweb

Wat is een deelonderwerp?

Slide 7 - Open vraag

Onderwerp en deelonderwerp

Onderwerp van een tekst:

- een tekst gaat ergens over, dit is het onderwerp van een tekst

- het onderwerp is in één of een paar woorden te noemen


Deelonderwerpen:

- verschillende delen / aspecten die over het onderwerp gaan

Slide 8 - Tekstslide

HOOFDZAKEN

- Alle belangrijke zaken die over een onderwerp worden gegeven.

- Hoofdzaken lees je vaak in de inleiding, in het slot en in de kernzin van elke alinea.

- Tussenkopjes en anders gedrukte woorden kunnen ook helpen om hoofdzaken te vinden.

Slide 9 - Tekstslide

BIJZAKEN

- De minder belangrijke informatie over het onderwerp.


- Bijzaken kun je weglaten in een tekst, het belangrijkste blijft over.


Slide 10 - Tekstslide


HOOFDZAKEN


- meestal aan het begin of het einde

- feiten, jaartallen of eigenschappen


Samenvatting:


alleen hoofdzaken opschrijven

                      

                        BIJZAKEN


  - extra uitleg en voorbeelden


 - maken de tekst leuker, 

    duidelijker en beter te begrijpen

Slide 11 - Tekstslide

Wat is de hoofdzaak?
De burgemeester bezocht afgelopen zaterdag mevrouw de Jong voor haar honderdste verjaardag.
Mevrouw de Jong woont in een verzorgingshuis.
___________________
A
De burgemeester bezocht afgelopen zaterdag mevrouw de Jong voor haar honderdste verjaardag.
B
Mevrouw de Jong woont in een verzorgingshuis.

Slide 12 - Quizvraag

Wat is de hoofdzaak?
Alle leerlingen van klas twee hebben voor de herfstvakantie de boswachter geholpen.
De leerlingen moesten op de fiets naar het bos.
In het bos werden ze in groepen ingedeeld.
________________
A
Alle leerlingen van klas twee hebben voor de herfstvakantie de boswachter geholpen.
B
De leerlingen moesten op de fiets naar het bos.
C
In het bos werden ze in groepen ingedeeld.

Slide 13 - Quizvraag

Teksten met meer alinea's


- Elke alinea heeft een eigen 

   hoofdzaak, want de schrijver 

   wil in elke alinea iets vertellen.


- De rest van de zinnen zijn 

   bijzaak.

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Video

KERNZINNEN
- In een kernzin zet een schrijver vaak het belangrijkste van de alinea: de hoofdzaak.

- Andere zinnen bevatten bijzaken, minder belangrijke dingen.

Slide 16 - Tekstslide

KERNZINNEN
- Een kernzin is vaak de eerste of de laatste zin van de alinea.


Slide 17 - Tekstslide

Wat vertel je als je kort wil vertellen waar een tekst over gaat?
A
Hoofdzaken
B
Bijzaken

Slide 18 - Quizvraag

Kernzinnen zijn niet belangrijk.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 19 - Quizvraag

Lees de tekst

Slide 20 - Tekstslide

Wat is het onderwerp van de tekst?
A
supermodel Doutzen Kroes
B
optredens van bekende artiesten
C
actie van Dance4Life
D
inzameling van 350 duizend euro

Slide 21 - Quizvraag

Wat is het deelonderwerp van alinea 2?
A
het slotevenement van Dance4Life
B
Ahoy in Rotterdam
C
beloning voor leerlingen voor hun inzet
D
satellietverbinding

Slide 22 - Quizvraag

Wat is het deelonderwerp van alinea 3?
A
Doutzen Kroes
B
opbrengst van het scholenproject
C
ambassadrice van Dance4Life
D
bekende artiesten treden op

Slide 23 - Quizvraag

Wat is de belangrijkste zin van alinea 2?
A
Het slotevenement van Dance4Life was afgelopen zaterdag in Ahoy, Rotterdam.
B
Als beloning voor hun inzet mochten tienduizend leerlingen naar dit evenement komen.
C
Hier dansten zij met jongeren uit 26 landen tegelijk tegen aids en hiv.
D
De jongeren werden per satelliet met elkaar verbonden.

Slide 24 - Quizvraag

Welke zin uit alinea 3 gaat niet over het deelonderwerp?
A
Supermodel Doutzen Kroes maakte de totale opbrengst van het scholenproject bekend.
B
Zij is de ambassadrice van Dance4Life in Nederland.
C
Tijdens Dance4Life traden bekende artiesten als Fedde le Grand, Don Diablo en The Partysquad belangeloos op.

Slide 25 - Quizvraag

GELEERD?

HOOFDZAKEN, BIJZAKEN EN KERNZINNEN


- Je kunt de kernzin van een alinea vinden.

- Je kunt hoofd- en bijzaken in een tekst vinden.

- Je kunt de hoofdzaken van een tekst kort samenvatten.



Slide 26 - Tekstslide