Uitwisseling - Nederlands (quiz)

When I think about the Netherlands,
I think about...
1 / 29
volgende
Slide 1: Woordweb
MentorlesBasisschoolGroep 5

In deze les zitten 29 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

When I think about the Netherlands,
I think about...

Slide 1 - Woordweb

Slide 2 - Tekstslide

Quiz about 'the Netherlands'

Slide 3 - Tekstslide

What is the name of our king?
A
King Mark Rutte
B
King Charles
C
King Willem-Alexander
D
King Filip

Slide 4 - Quizvraag


How many people live in the Netherlands?
A
11 million
B
15 million
C
18 million
D
21 million

Slide 5 - Quizvraag

Slide 6 - Tekstslide

What is the
capital of the Netherlands?
A
The Hague
B
Rotterdam
C
Amsterdam
D
Utrecht

Slide 7 - Quizvraag

How many provinces are there in the Netherlands?
A
4
B
8
C
10
D
12

Slide 8 - Quizvraag

Slide 9 - Video

What is the name of this painting?

Slide 10 - Open vraag

Dutchies eat
21,6 kilo of cheese per year.
A
true
B
false

Slide 11 - Quizvraag

There are 55 million bikes in the Netherlands.
A
true
B
false

Slide 12 - Quizvraag

Slide 13 - Tekstslide

We can find this building in..
A
The Hague
B
Amsterdam
C
Utrecht
D
Rotterdam

Slide 14 - Quizvraag

This is a famous Dutch DJ.
His name is:
A
Afrojack
B
Martin Garrix
C
Armin van Buuren
D
Tiësto

Slide 15 - Quizvraag


This is a famous
Dutch football player. His name is:
A
Frenkie de Jong
B
Memphis
C
Virgil van Dijk
D
Ruud Gillit

Slide 16 - Quizvraag

What is the name of this special day

Slide 17 - Open vraag

Slide 18 - Tekstslide

The numbers

Slide 19 - Tekstslide

Een
Twee
Drie
Achtien
Twaalf
Vijf
Zeventien
Veertien
Elf
Zestien
Vier
Vijftien
Negen
Zes
Acht
Zeven
Tien
Dertien

Slide 20 - Sleepvraag

Test

Slide 21 - Tekstslide

What is the dutch word of yes?
A
Nee
B
Ja
C
Oui
D
Si

Slide 22 - Quizvraag

What is the dutch word for Good bye?
A
Welkom
B
Dank je wel
C
Tot ziens
D
Hallo

Slide 23 - Quizvraag

How do you say in Dutch "How are you doing"?
A
Hoe gaat het met je?
B
Leuk je te ontmoeten?
C
Wat kost dat?
D
Hoe oud ben je?

Slide 24 - Quizvraag

Connect the translation with the word
Goodbye
Good evening
Happy birthday!
I don't know
I don't understand
Hello
Tot ziens
Goedenavond
Gelukkige verjaardag!
Ik begrijp het niet
Ik weet het niet
Goedendag

Slide 25 - Sleepvraag

Thank you for your help
A
Bedankt voor uw hulp
B
Tot de volgende keer
C
Dank u wel voor de help
D
Ik zal je de volgende keer wel helpen

Slide 26 - Quizvraag

Translate:
Where do you come from?
A
Werk jij hier ook?
B
Wat vind je leuk om te doen?
C
Waar kom je vandaan?
D
Zijn er goeie plekjes om te eten?

Slide 27 - Quizvraag

Translate:
Hello. How are you?

Slide 28 - Open vraag

Translate:
Ik ben op vakantie
A
I am on a business trip
B
I am going out
C
I am on holiday

Slide 29 - Quizvraag