Les 1. Par 3.3 Parallel en serieschakelingen

• Middelbare school

Serie- en parallelschakeling

In paragraaf 1 en 2 zijn de serie- en parallelschakeling al behandeld. Bij de eerste practica heb je de regels eigenlijk al gekregen.

Op pagina 103 en 104 van je boek staan ze nog eens opgesomd.

Lees het stuk over de parallelschakeling op die bladzijdes en beantwoord dan de volgende vragen.

Zie de schakeling hiernaast.
De voltmeter geeft een spanning
van 3,0 Volt aan bij weerstand R2.
Hoe groot is de spanning van
de spanningsbron?

1. 1,5 V
2. 3,0 V
3. 4,5 V
4. 6,0 V

Zie de schakeling hiernaast.
De voltmeter geeft een spanning
van 3,0 Volt aan bij weerstand R2.
Hoe groot is de spanning over
de weerstand R1?

1. 0 V
2. 1,5 V
3. 3,0 V
4. 6,0 V

Uit de bron komt een stroom van
0,069 A
De stroommeter bij R1 geeft 44 mA aan.
Hoe groot is de stroom door R2?

1. 0,25 A
2. 0,113 A
3. 25 A
4. 25 mA

De stroommeter geeft 44 mA aan.
Bereken de waarde van weerstand R1.

1. 0,068 ohm
2. 68 ohm
3. 15 ohm
4. 0,015 ohm

Serie- en parallelschakeling

Lees nu het stuk over de serieschakeling op bladzijde 104 en 105 en beantwoord dan de volgende vragen.

Zie de schakeling hiernaast.
De stroom door weerstand R2 is 25 mA.
Hoe groot is de stroom door weerstand R3?

1. 0 mA
2. 12,5 mA
3. 25 mA
4. Kan je niet zeggen want je weet de waardes van de weerstanden niet.

Zie de schakeling hiernaast.
Spanningsmeter V1 geeft een spanning aan
van 3,7 V. Spanningsmeter V2 geeft een
spanning aan van 6,0 V. De stroomsterkte door
R2 is 25 mA. Bereken de waarde van R3?

1. 92 ohm
2. 148 ohm
3. 240 ohm
4. Kan je niet zeggen want je weet de waarde van R2 niet.

Zie de schakeling hiernaast.
De stroom door weerstand R2 is 25 mA.
Hoe groot is de stroom door weerstand R3?

1. 0 mA
2. 12,5 mA
3. 25 mA
4. Kan je niet zeggen want je weet de waardes van de weerstanden niet.

Serie- en parallelschakeling

Maak de opgaven 47, 49 en 51. Vul de antwoorden in op de volgende pagina's.

Maak een foto van vr 47a en plaats die hier

Zet hier de antwoorden van vr 47 b en c neer.

Maak een foto van je schema van vraag 49 en zet die hier neer

Schrijf de volledige berekening van vr 49 b hier op. Gebruik * voor vermenigvuldige en / voor gedeeld.

Maak een foto van je antwoord bij vraag 51 en zet die hier neer.