4.5 Hefbomen

4.5
Hefbomen
1 / 12
volgende
Slide 1: Tekstslide
NatuurkundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 12 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

4.5
Hefbomen

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen
Je weet wat een hefboom is.
Je weet wat een moment is, en hoe je deze kan uitrekenen.
Je weet uit te leggen wanneer iets in evenwicht is.
Je kunt met de momentenwet rekenen.
Je kunt uitleggen hoe katrollen werken.

Slide 2 - Tekstslide

Hefboom
Apparaat wat spierkracht kan vergroten.

-2 armen aan weerszijden van het draaipunt

-1 draaipunt

Slide 3 - Tekstslide

Welke hefbomen heb jij in huis?

Slide 4 - Open vraag

Verhoudingen in hefbomen
Stel je een wip voor, waarbij de ene kant 1 meter lang is en de andere 2  meter.
Om deze wip in evenwicht te houden moet er een 2x zo licht persoon op de lange kant zitten.
Met andere woorden, om hetzelfde moment te hebben bij een 2x zo lange arm heb je een 2x zo klein gewicht nodig.

Slide 5 - Tekstslide

Rekenen met momenten
Een moment is te berekenen met de volgende formule:

In deze formule is:
m = moment in Newtonmeter (Nm)
F = De kracht in Newton (N)
r = de lengte van de arm tot het draaipunt in meter (m)
m=Fr

Slide 6 - Tekstslide

Een kind van 35 kilo zit 4 meter van het draaipunt van een wip. Wat is het moment van dit kind?
A
140Nm
B
8,75Nm
C
1400Nm
D
1372Nm

Slide 7 - Quizvraag

De hefboomwet
Om uit te rekenen of een voorwerp in evenwicht is kan je de hefboomwet gebruiken:


F1r1=F2r2

Slide 8 - Tekstslide

Is de balans in de figuur hier-
naast in evenwicht? Geef een
berekening!

Slide 9 - Open vraag

Katrollen
Katrollen gebruik je om iets mee op te hijsen.

Een katrol verandert niet de grootte van de kracht, maar de richting van de kracht.

Slide 10 - Tekstslide

Takels
Meerdere katrollen noem je een takel.

Bij 2 katrollen wordt de kracht die je nodig hebt om iets op te tillen 2x zo klein, maar je moet wel 2x zoveel touw binnenhalen.

De spankracht in ieder touw is dan 2x zo klein.

Slide 11 - Tekstslide

Hoeveel Newton weegt een voorwerp als je, met 3 katrollen, een kracht van 600N moet leveren?
A
400N
B
1200N
C
1800N
D
200N

Slide 12 - Quizvraag