Les 5: Anatomie en pathologie obstetrie

Obstetrie = verloskunde
1 / 91
volgende
Slide 1: Tekstslide
Anatomie Fysiologie PathologieMBOStudiejaar 3

In deze les zitten 91 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 6 videos.

time-iconLesduur is: 90 min

Onderdelen in deze les

Obstetrie = verloskunde

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lesindeling
-Welkom en Osiris
-Anatomie en pathologie obstetrie
-Afronding en huiswerk

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lesdoelen
  • De student heeft kennis van de bouw en werking van de mannelijke en vrouwelijke geslachtsorganen;
  • De student heeft kennis van vruchtbaarheid en de ontwikkeling van embryo en foetus;
  • De student heeft kennis van de pathologie rondom obstetrie;
  • De student integreert AF kennis in de pathologie onderwerpen en bijbehorende behandeling/geneesmiddelen.

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Intro
Waar denk je aan bij obstetrie? - noem ervaringen vanuit de praktijk (Psychologisch/ fysiologisch/ pathologisch)


Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Anatomie obstetrie

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Na innesteling

Het embryo neemt zuurstof en voedingstoffen uit het baarmoederslijmvlies via de uitstulpingen

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vorming van placenta oiv HCG
Bestaat uit weefsels van moeder en van het embryo.

Zuurstof + voedingstof naar de embryo

Koolstofdioxide + afvalstoffen naar de moeder

Maar ook ziekteverwekkers, alcohol, nicotine

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Placenta
  • Hiernaast zie je een plaatje van een embryo in de placenta .
  • Een ander woord voor placenta is 'moederkoek'. 
  • De placenta ontstaat een poosje na de innesteling. 
  • Via de placenta krijgt het embryo voedingsstoffen/zuurstof  van de moeder.

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Placenta 
  • De placenta  kan zich op elke plek in de uterus bevinden, afh. van waar de innesteling plaats vond. Zo lang de placenta de portio niet afsluit is dat geen probleem -> placenta praevia
  • De  placenta dient als barrière tussen moeder en kind. Bestaat uit moederlijk- en kinderlijk deel. Er zit een membraan tussen zodat de bloedvaten gescheiden blijven.
    Ook worden schadelijke stoffen gefilterd. Maar NIET alle stoffen bijv. alcohol en nicotine niet.

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Placenta 
DE PLACENTA IS DUS VAN LEVENSBELANG VOOR DE BABY!

Het membraam (scheidingswand) zorgt er dus voor dat aan de ene kant de bloedsomlopen gescheiden worden maar aan de andere kant zorgt het er ook voor dat voedingstoffen en zuurstof van moeder naar baby gaan. Ook andersom afvalstoffen en koolzuur worden door de baby uitgestoten en door het lichaam van de moeder opgeruimd. 

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Na de geboorte
Na de geboorte van je kind verliest de placenta haar functie. Je lichaam laat dan ook zo’n 10 minuten tot een half uur na de geboorte van je baby de placenta los. Dit heet de nageboorte. Er blijft een wond achter in de baarmoeder waar de placenta vast heeft gezeten. Deze blijft nog enige tijd bloeden na de bevalling (een paar dagen tot een paar weken).

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 16 - Tekstslide

Als de nageboorte niet gebeurt
Soms laat de nageboorte langer op zich wachten. Het uitdrijven van de placenta kan bespoedigd worden door een injectie met het hormoon oxytocine. Ook het zuigen aan de tepel van de moeder door de baby kan de nageboorte op gang brengen. Als de placenta een uur na de geboorte nog niet geboren is, zal deze operatief verwijderd worden.
Ook is het mogelijk dat na de geboorte van de placenta, resten ervan in de baarmoeder achterblijven. Dit heeft tot gevolg dat de baarmoeder niet goed kan samentrekken. De moeder zal hierdoor veel meer bloedverlies hebben dan normaal is na een bevalling. Dit kan kan zeer gevaarlijk voor haar zijn. De placentaresten moeten dan ook zo snel mogelijk (operatief) verwijderd worden.

De placenta heeft ook een hormonale werking.
Oestrogeen, Progesteron, HPL, HcG worden door de placenta geproduceerd-> waarvoor dienen deze hormonen

Slide 17 - Tekstslide

Progesteron voorkomt dat de baarmoeder zich kan samentrekken, zodat je baby niet te vroeg geboren wordt.
Oestrogeen zorgt dat de eierstokken niet actief zijn, dat de melkproductie toeneemt en dat de baarmoeder sterker wordt en groeit.
HPL zorgt dat het voor jou lichaamsvreemde deel van de opmaak van je baby (papa’s genen!) niet wordt afgestoten.
Het zwangerschapshormoon HCG is vooral actief voordat de placenta volledig ontwikkeld is, maar wordt ook door de moederkoek zelf geproduceerd en stimuleert de groei van de embryo.


Wat hebben rijpe eicellen of zaadcellen van de mens in hun celkern?
A
23 chromosomen
B
23 paar chromosomen
C
46 chromosomen
D
46 chromosomen

Slide 18 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wanneer moet een patiënt opnieuw contact opnemen met de HA bij een cystitis en zwangerschap?
A
Bij koorts
B
Vies stinkende urine
C
Plassen is pijnlijk
D
Voortdurend aandrang om te plassen

Slide 19 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Waardoor wordt anemie tijdens de zwangerschap in de meeste gevallen veroorzaakt?

A
Erfelijke bloedziekte
B
Tekort aan ijzer
C
Tekort aan foliumzuur
D
Tekort aan vitamine B12

Slide 20 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Een vrouw van 52 jaar heeft sinds 2 dagen last van vaginale afscheiding en een branderig gevoel in de vagina. De afscheiding is wit, brokkelig en geurloos. Ze heeft de klachten nog nooit eerde gehad. Wat is het juiste beleid?
A
U2-Spoed
B
U3-Dringend
C
U4- Niet dringend
D
U5-Advies

Slide 21 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Een vrouw van 27 jaar belt omdat zij bloed verliest in de 4e week van haar zwangerschap. Zij heeft positief getest. Ze is bang voor een spontane abortus. Wat is een passend advies voor haar?


A
Laat meteen een echo doen, dan is zichtbaar of het embryo nog leeft.
B
Laat meteen een zwangerschapstest doen, dan is duidelijk of ze nog zwanger is.
C
Laat meteen inwendig onderzoek dan, dan kan je zien of de zwangerschap nog in stand is.
D
Laat de vrouw rustig afwachten, op dit moment is er geen zekerheid te krijgen.

Slide 22 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies


Embryo, placenta, navelstreng, 
baarmoeder en vagina

Embryo met 2 vruchtvliezen, 
vruchtwater en placenta (12 weken)
NIET leren.
Het vruchtwater ontstaat in de eerst 14 weken uit vocht vanuit het bloed van de moeder. Het bestaat uit 1 liter water met wat zouten en cellen van de embryo. Om het vrchtwater liggen 2 vliezen. Na 4 maanden slikt en urineert de embryo (recyling). Het vruchtwater blijft van goede kwaliteit omdat het elke 3 uur ververst wordt (in contact met bloed van de moeder). Het heeft de juiste temperatuur. De embryo kan bewegen, leert slikken en de navelstreng wordt niet dichtgedrukt. Het beschermt tegen stoten en infecties. Het is helder vocht.
Binnen de 2 vruchtvliezen zit vloeistof, het vruchtwater. De embryo drijft in het vruchtwater en wordt beschermd tegen stoten, uitdroging en temperatuurverschillen. De embryo kan hierin ook gemakkelijk bewegen.
Echoscopie:  De embryo is zichtbaar in de baarmoeder

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Navelstreng
  • De navelstreng is de verbinding tussen placenta en embryo.
  • De navelstreng zorgt dat het embryo voedingsstoffen krijgt. 
  • Afvalstoffen van het embryo gaan via de navelstreng naar de placenta. 

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Navelstreng
Navelstrengslagaders: zuurstofarm.
Navelstrengaders: zuurstofrijk

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Navelstreng

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vruchtvliezen
  • Vliezen die vanaf de placenta om de baby lopen
  • Houden het vruchtwater vast

Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 32 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 33 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 34 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Ontwikkeling
Na 3 weken: ontwikkeling van de bloedsomloop 
Na 5 weken: hartactie
Na 6 weken: ontwikkeling geslachtsorganen
Na 10 weken: alle organen aanwezig 
Hierna heet de embryo --> foetus

Slide 35 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Foetus
Na 2 maanden noemen we het een foetus

Bij een zowel embryo als een foetus werken de hersenen, spieren, hart en bloedvaten al.

Slide 36 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 37 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Het lichaam van de moeder verandert tijdens de zwangerschap
De melkklieren in de borsten ontwikkelen zich. De borsten worden groter.

Slide 38 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 39 - Video

Deze slide heeft geen instructies

De geboorte 
zo'n 266 dagen na de bevruchting (37-42 weken)
Productie van hormoon oxytocine, hierdoor ontstaan weeën.
vruchtvliezen kunnen breken 

(extreem)Prematuur
Dysmatuur
Serotien




Slide 40 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 41 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Weeën 
De geboorte begint.


samentrekken baarmoederwand.

Slide 42 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 43 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 44 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 45 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 46 - Video

Deze slide heeft geen instructies

3 fasen
De geboorte bestaat uit 3 fasen:

- De ontsluiting
- De uitdrijving
- De nageboorte

Slide 47 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Ontsluiting

Door weeën gaat de baarmoedermond langzaam open.

Weeën zijn samentrekkingen van de spieren in de baarmoederwand. 

Ze vinden met tussenpozen plaats.
De weeën worden steeds krachtiger.

De vruchtvliezen kunnen breken.


Slide 48 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Uitdrijving
  • Als de baarmoedermond ver genoeg open is 10 cm
  • Pers weeën duwen de baby naar buiten 

Slide 49 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

10 cm
Pas na 10 cm mag je mee persen met de persweeën

Slide 50 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 51 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 52 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 53 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Nageboorte
Weeën duwen de moederkoek, vruchtvliezen en de rest van de navelstreng naar buiten.

Ongeveer 15 min na bevalling

Slide 54 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 55 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 56 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Bij de baby
  • Eerst worden restjes slijm uit de mond van de baby gehaald zodat hij/zij goed kan ademhalen. 
  • Dan wordt de navelstreng afgeklemd en doorgeknipt. 
  • De baby begint meteen te huilen. Dat is prima! dan is de ademhaling goed op gang gekomen. 

Slide 57 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Na de geboorte

Slide 58 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De navelstreng
Het restje van de navelstreng droogt uit. Dit duurt ongeveer een week. Daarna valt dit er af. 
Hierdoor ontstaat bij het kind een litteken op de buik. 
Dit is de navel.

Slide 59 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Borstvoeding 

  • Moedermelk  bevat alle noodzakelijke voedingsstoffen,
  • De samenstelling van moedermelk is precies op de behoefte van de baby afgestemd. 
  • De eerste dagen na de bevalling wordt er colostrum door de borsten gemaakt. Colostrum bevat zeer veel afweerstoffen en geeft daarmee de baby een belangrijke bescherming tegen infectieziekten mee. 
  • Moedermelk bevat levende cellen en antistoffen, waardoor kinderen minder vaak ziek zijn.
  • Een borstgevoed kind heeft aanzienlijk minder last van allergische aandoeningen. Dit geldt met name als de baby minimaal zes maanden (exclusief) borstvoeding heeft gehad. 
  • Borstvoeding lijkt een rol te spelen bij (een lagere kans op) wiegendood.
  • Door borstvoeding te geven herstelt het lichaam van de moeder zich na de bevalling snel
  • voor binding met je baby
  • De kans op baarmoederhals kanker en borst kanker nemen af.

Slide 60 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

pathologie obstetrie

Slide 61 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat kan er mis gaan in de verschillende fases?

Hieronder worden diverse onderwerpen toegelicht waarbij iets mis kan zijn, zowel bij moeder als kind. 

Slide 62 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

normale ligging
(hoofdje komt eerst) 

stuitligging
(kontje of voetjes van baby komen eerst) 

Slide 63 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 64 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 65 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 66 - Tekstslide

Wat zijn de belangrijkste signalen van zwangerschapsdiabetes?
1. Veel dorst
2. Veel plassen
3. Een groter kind dan normaal

Slide 67 - Tekstslide

Wat kunnen gevolgen zijn van deze aandoening voor het kind?
1. Het krijgt minder zuurstof via de placenta
2. Het krijgt minder voedingsstoffen via de placenta

Slide 68 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 69 - Tekstslide

Welke symptomen kunnen wijzen op een pre-eclampsie?
Pijn in de bovenbuik.
Hoofdpijn en/of visusklachten (sterretjes zien, zwarte vlekken).
Misselijkheid en braken.
Plotseling vocht vasthouden (gezicht, handen, voeten).

Slide 70 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 71 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 72 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 73 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 74 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Abortus spontaan (miskraam)
  • De eerste 12 weken (embryo) kan er veel fout gaan in de ontwikkeling van organen. 
  • Als dit fout gaat, vindt er een miskraam plaats; daarom vertellen mensen vaak pas dat ze zwanger zijn na drie maanden.
  • 1 op de 4 vrouwen krijgt hiermee te maken

Slide 75 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 76 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Abortus provocatus
Abortus provocatus = het kunstmatig (opzettelijk) beëindigen van de zwangerschap.

Abortus mag in Nederland tot het kindje levensvatbaar is. In 1984 is de grens op 24 weken gezet. 
De wettelijke bedenktijd is 5 dagen.


Slide 77 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 78 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 79 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 80 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 81 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 82 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 83 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Extra Uteriene Graviditeit EUG
Normale situatie versus EUG
1 op de 100 zwangerschappen
Meestal tubaire EUG
Zeldzaam: meerlingenzwangerschap waarvan 1 eitje EUG

Slide 84 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

EUG oorzaken 1
Een van de belangrijkste oorzaken van een EUG is beschadiging van de eileider(s) door:
  • Een ontsteking aan de eileider, bijvoorbeeld door chlamydia of gonorroe.
  • Een eerdere buitenbaarmoederlijke zwangerschap.
  • Een eerdere operatie aan de eileider.

Na langdurige onvruchtbaarheid, na Ivf-behandeling en bij Desdochters is de kans op een EUG groter. Dit kan ook het geval zijn bij verklevingen in de buikholte ten gevolge van een eerdere buikoperatie, met name na een blindedarmontsteking (appendicitis) en bij endometriose.

Vrouwen die zwanger zijn geworden nadat zij gesteriliseerd zijn of terwijl zij een spiraal hebben, hebben een grotere kans dat deze zwangerschap een EUG is. 

Slide 85 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

EUG oorzaken 2
  • Roken
  • Ouder dan 40 jaar
  • Eerder doorgemaakte ontstekingen in de buik
  • Een verkeerd gebruik van de pil (bewust of onbewust)

Slide 86 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Symptomen EUG
In het begin kunnen klachten ontbreken. Later kan er vaginaal bloedverlies optreden en/of kan er pijn aan één kant of onderin de buik optreden. Deze klachten kunnen ervaren worden als een abnormale of late menstruatie of doen denken aan een miskraam.

Klachten bij een EUG treden meestal op tussen de 5e en de 12e week van de zwangerschap. Wanneer ze beginnen hangt onder andere af van de plaats waar de bevruchte eicel zich innestelt.

Een ernstige situatie ontstaat als de eileider scheurt. Vaak ontstaat dan plotseling hevige buikpijn met schouderpijn en loze aandrang (het gevoel dat er ontlasting is terwijl er niets komt). Dit komt door het bloed in de buikholte. Ook kunnen hierbij verschijnselen van shock ontstaan (misselijkheid, braken, snelle pols, transpireren, flauwvallen).

Slide 87 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Sluipmoordenaar
De symptomen komen niet allemaal bij elke buitenbaarmoederlijke zwangerschap voor en worden ook niet altijd herkend. Daarom wordt de EUG ook wel een ‘sluipmoordenaar’ genoemd: meestal kom je erachter als de zwangerschap al verder gevorderd is. 

De gemiddelde EUG wordt ontdekt met 8 weken zwangerschap, maar met onduidelijke symptomen kan dat zelfs oplopen naar 12 weken.

Slide 88 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Diagnose EUG
  • Zwangerschapstest urine
  • Vaginale echo door echoscopist
  •  Bloedafname op hCG (humaan Chorion Gonadotrofine-hormoon) 

Slide 89 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Behandeling EUG
Een operatieve behandeling kan plaatsvinden door middel van een kijkoperatie (laparoscopie) of via een bikinisnede (laparotomie).

Bij de operatie kan de EUG worden verwijderd door een sneetje te maken in de eileider (eileidersparend, tubostomie) of kan de gehele eileider inclusief de EUG worden verwijderd (tubectomie).

Behandeling met medicijnen: methotrexaat> celdodend middel.

Let op: emotionele aspecten, ook mede gezien de hormoonschommelingen. 


Slide 90 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Huiswerk
Opdracht op Canvas


Denk aan modules MBO leren en Medilect! 

Je kunt aan de toets deelnemen als je de opdracht in Canvas op tijd hebt ingeleverd.
En genoemde modules van Medilect en MBO-leren af hebt.
Deadline: 13 juni 23:59 uur


Slide 91 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies