2.4 Voor alle zekerheid

1 / 49
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolvmbo lwoo, b, kLeerjaar 2

In deze les zitten 49 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

STARTKLAAR
- Ga zitten volgens de plattegrond
-  iPad DICHT op tafel 
- Boek op tafel
- Pen op tafel

Slide 3 - Tekstslide

Hoofdstuk 2
Hoe ga je met geld om?

2.1 Jouw inkomsten en uitgaven
2.2 Met geld kun je meer
2.3 Geld tekort?  
2.4 Voor alle zekerheid

Slide 4 - Tekstslide

Terugblik paragraaf 2.3

Wat weet je nog?
Denk aan => (redenen om te) lenen - maandtermijn

Slide 5 - Open vraag

Paragraaf 2.4
Voor alle zekerheid

Slide 6 - Tekstslide

Verzekering

Slide 7 - Woordweb

Leerdoelen
Je leert in deze paragraaf:

  • wat een verzekering is en waar je die kunt afsluiten.
  • waarom je je zou verzekeren.
  • welke verzekeringen er zoal zijn (verplicht / vrijwillig).
  • hoe je de premie van een verzekering kunt opzoeken in een tabel.
  • kader => wat het gevolg is van een eigen risico voor de schadevergoeding.

Slide 8 - Tekstslide

Wat is een verzekering?
Verzekering
Dat is een overeenkomst waarbij jij maandelijks of jaarlijks geld betaalt (de premie) aan een verzekeraar. In ruil daarvoor betaalt de verzekeraar de kosten als er iets onverwachts gebeurt dat onder de verzekering valt. 

Met een verzekering krijg je de financiële gevolgen van deze schade vergoed.





    Slide 9 - Tekstslide

    Geef een voorbeeld van een verzekering.

    Slide 10 - Open vraag

    Wel of niet verzekeren?
    Stel jezelf de volgende vragen:

    • Hoe groot is het risico? Dat is de kans dat je schade hebt.

    • Hoe hoog is het schadebedrag?

    • Kun je de schade gemakkelijk zelf betalen?





    Slide 11 - Tekstslide

    Zou jij je telefoon verzekeren?
    Waarom wel/niet?

    Slide 12 - Open vraag

    Soorten verzekeringen
    Verplichte verzekeringen:
    • een zorgverzekering
    • een WA-verzekering voor een brommer, scooter of auto: verzekert de schade die je met je voertuig aan iemand anders toebrengt

    Vrijwillige verzekeringen:
    • een fietsverzekering
    • een reisverzekering
    • een inboedelverzekering: voor schade aan spullen in huis door brand of diefstal





    Slide 13 - Tekstslide

    Een inboedelverzekering is niet verplicht.
    Toch hebben veel mensen zo’n verzekering.
    Geef hiervoor een verklaring.

    Slide 14 - Open vraag

    Wie doet wat? 
    Verzekeraar: de verzekeringsmaatschappij. Hier sluit je een verzekering af.

     

    Verzekerde: degene die een verzekering afsluit.

    Slide 15 - Tekstslide

    Bekijk de afbeelding met logo’s van bedrijven hiernaast.

    Dit zijn voorbeelden van
    A
    verzekeraars
    B
    verzekerden

    Slide 16 - Quizvraag

    Een verzekering kost geld
    Premie: bedrag dat je als verzekerde betaalt voor een verzekering


    Polis: het bewijs dat je de verzekering hebt afgesloten

    Hierin staan:
    • jouw gegevens
    • de soort verzekering
    • de premie: het bedrag dat je per periode betaalt voor je verzekering
    • polisvoorwaarden: hierin staat waar je wel of geen recht op hebt bij je verzekering





    Slide 17 - Tekstslide

    Als je een verzekering afsluit, ontvang je een
    A
    premie
    B
    polis

    Slide 18 - Quizvraag

    Premie aflezen
    Voorbeeld
    Je koopt een fiets van € 639.
    Je verzekert de fiets drie jaar tegen diefstal en beschadiging.

    Hoeveel premie moet je betalen?

    De premie is voor de hele looptijd






    Slide 19 - Tekstslide

    Milan heeft een nieuwe fiets gekocht van € 675.
    Hij verzekert zijn fiets vijf jaar tegen diefstal en beschadiging.
    Aan premie betaalt hij
    A
    € 249
    B
    € 270
    C
    € 292
    D
    € 315

    Slide 20 - Quizvraag

    Kader

    Slide 21 - Tekstslide

    Wat keert de verzekering uit? 
    Als je schade hebt krijg je een schadevergoeding van de verzekeraar.
       

    Voor een verzekering met een eigen risico betaal je minder premie.

    Je betaalt dan bij schade een deel van de schade zelf.


    • Voordeel: Besparen op de premie
    • Nadeel: Bij schade moet je zelf een deel betalen.

    Slide 22 - Tekstslide

    Slide 23 - Video

    Waarvoor is het eigen risico bedoeld bij een zorgverzekering volgens het filmpje?

    Slide 24 - Open vraag

    Wat is het nadeel van het eigen risico bij een zorgverzekering?

    Slide 25 - Open vraag

    Aan de slag
    Maak nu paragraaf 2.4 =>  opdracht 1 t/m 12 op blz. 58 t/m 62  (classroom)

    Klaar? 
    - Samenvattingsopdracht => blz. 66
    - Meer oefenen => maak de herhalingsopdrachten op blz. 68/69
    - Meer uitdaging => Maak de plusopdrachten op blz. 70/71
    - Meer praktijk => Maak 1 van de volgende keuzeopdrachten: 
    Boodschappenlijstje / Poster over schulden / Vlog over geld verdienen

    Slide 26 - Tekstslide

    Check leerdoelen
    Je kunt nu:

      • uitleggen wat een verzekering is en bij wie je die afsluit (opdracht 1, 2, 3). 
      • uitleggen waarom je een verzekering zou afsluiten (opdracht 4, 5, 6, 7).
      • voorbeelden van verplichte en vrijwillige verzekeringen noemen (opdracht 8, 9). 
      • de premie voor een verzekering in een tabel opzoeken (opdracht 10, 11, 12).
      • kader => uitleggen wat het gevolg is van een eigen risico (opdracht 13, 14, 15).

      Slide 27 - Tekstslide

      Wat heb je geleerd?

      Slide 28 - Open vraag

      Wat vond je moeilijk?

      Slide 29 - Open vraag

      Slide 30 - Tekstslide

      Nakijken
      Paragraaf 
      Blz. 

      Slide 31 - Tekstslide

      Opdracht 1

      Slide 32 - Tekstslide

      Opdracht 2

      Slide 33 - Tekstslide

      Opdracht 3

      Slide 34 - Tekstslide

      Opdracht 4

      Slide 35 - Tekstslide

      Opdracht 5

      Slide 36 - Tekstslide

      Opdracht 6

      Slide 37 - Tekstslide

      Opdracht 7

      Slide 38 - Tekstslide

      Opdracht 8

      Slide 39 - Tekstslide

      Opdracht 9

      Slide 40 - Tekstslide

      Opdracht 10

      Slide 41 - Tekstslide

      Opdracht 11

      Slide 42 - Tekstslide

      Opdracht 12

      Slide 43 - Tekstslide

      Opdracht 13

      Slide 44 - Tekstslide

      Opdracht 14

      Slide 45 - Tekstslide

      Opdracht 15

      Slide 46 - Tekstslide

      Opdracht 16

      Slide 47 - Tekstslide

      Opdracht 17

      Slide 48 - Tekstslide

      Opdracht 18

      Slide 49 - Tekstslide