4.1 Het gebruik van natuurlijke hulpbronnen

4.1 Het gebruik van natuurlijke hulpbronnen
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

Onderdelen in deze les

4.1 Het gebruik van natuurlijke hulpbronnen

Slide 1 - Tekstslide

Wat is geen natuurlijke hulpbron?
A
aardolie
B
benzine
C
water
D
aardgas

Slide 2 - Quizvraag

Wat zijn fossiele brandstoffen?
Er zijn meer antwoorden mogelijk.
A
Grondstoffen die lang geleden zijn ontstaan.
B
Brandstoffen die nooit op kunnen raken.
C
Door verbranding ervan komt er meer zuurstof in de lucht.
D
Resten van planten en dieren.

Slide 3 - Quizvraag

Hernieuwbare hulpbronnen
raken niet op.
A
waar
B
niet waar

Slide 4 - Quizvraag

Wat is geen hernieuwbare energiebron?
A
Zon
B
Wind
C
Water
D
Gas

Slide 5 - Quizvraag

Van de zon kunnen we bij elke zonnige dag elektriciteit opwekken.
De zon geraakt nooit op! Dit noemen we ...
A
Hernieuwbare hulpbron
B
Niet-hernieuwbare hulpbron

Slide 6 - Quizvraag

Goud is een voorbeeld van een niet-hernieuwbare hulpbron.
A
waar
B
niet waar

Slide 7 - Quizvraag

Steenkool is een...
A
Fossiele brandstof
B
Hernieuwbare hulpbron

Slide 8 - Quizvraag

Zonne-energie is een duurzame energiebron. Duurzaam betekent
Meerdere antwoorden mogelijk.
A
raakt op
B
meerdere keren te gebruiken
C
raakt nooit op
D
er komt steeds minder van

Slide 9 - Quizvraag

Wat is de ecologische voetafdruk?
A
Hoeveel water we per persoon verbruiken
B
Hoeveel ruimte we per persoon innemen
C
Hoeveel voedsel we per persoon verbruiken
D
Hoeveel welvaart we per persoon hebben

Slide 10 - Quizvraag

Fossiele brandstoffen zijn hernieuwbare hulpbronnen.
A
waar
B
niet waar

Slide 11 - Quizvraag

Welk begrip uit 4.1 past de onderstaande omschrijving?
''als natuurlijke hulpbronnen sneller opraken dan dat ze worden aangevuld''

Slide 12 - Open vraag

Welk begrip uit 4.1 past de onderstaande omschrijving?
''als iets niet of minder belastend is voor het milieu en lang meegaat''

Slide 13 - Open vraag

Welk begrip uit 4.1 past de onderstaande omschrijving?
''tekort aan schoon water, omdat de vraag naar water groter wordt dan het aanbod''

Slide 14 - Open vraag

Welk begrip uit 4.1 past de onderstaande omschrijving?
''brandstoffen die gemaakt zijn van niet-hernieuwbare hulpbronnen, zoals aardolie, aardgas en steenkool''

Slide 15 - Open vraag

Welk begrip uit 4.1 past de onderstaande omschrijving?
''alles uit de natuur wat gebruikt wordt om producten te maken''

Slide 16 - Open vraag

Welk begrip uit 4.1 past de onderstaande omschrijving?
''manier om te meten hoeveel natuurlijke hulpbronnen een mens gemiddeld verbruikt''

Slide 17 - Open vraag

Welk begrip uit 4.1 past de onderstaande omschrijving?
''leefomgeving van de mens bestaande uit lucht, water en bodem''

Slide 18 - Open vraag

Welk begrip uit 4.1 past de onderstaande omschrijving?
''natuurlijke hulpbronnen die bij gebruik niet opraken''

Slide 19 - Open vraag