1.3 Leven van de landbouw

Wat is juist?
In de laatste ijstijd...
A
lieten mensen weinig sporen achter in Nederland.
B
kon je van Engeland naar Nederland lopen.
C
woonden mensen permanent in Nederland
D
zag de natuur er hetzelfde uit als nu.
1 / 17
volgende
Slide 1: Quizvraag
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quiz en tekstslides.

time-iconLesduur is: 80 min

Onderdelen in deze les

Wat is juist?
In de laatste ijstijd...
A
lieten mensen weinig sporen achter in Nederland.
B
kon je van Engeland naar Nederland lopen.
C
woonden mensen permanent in Nederland
D
zag de natuur er hetzelfde uit als nu.

Slide 1 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoe komen we aan kennis over jager-verzamelaars?
Wat zijn kenmerken van jager-verzamelaars?

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

1.3 Leven van de landbouw

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen

Je kunt uitleggen:
  • hoe de landbouw in het Midden-Oosten ontstond.
  • hoe mensen op andere plaatsen met landbouw begonnen.
  • welke kenmerken de landbouwsamenleving had.
  • welke gevolgen de overstap naar landbouw had.
  • hoe de eerste steden eruit zagen.

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

9000 v. Chr.: mensen in het midden-oosten gaan aan akkerbouw doen.

Later ook veeteelt.

Akkerbouw + veeteelt = landbouw.

Slide 5 - Tekstslide

Begrippenlijst.

Akkerbouw = plantaardig voedsel verbouwen.

Veeteelt = fokken en houden van tamme dieren.

Landbouw = akkerbouw en veeteelt.
Heel lang leefden mensen als jager-verzamelaars. Dit veranderde niet. Er was continuïteit.

De komst van landbouw is een grote verandering. Een revolutie.

Dit heet daarom de 
landbouwrevolutie.

Slide 6 - Tekstslide

Begrippenlijst

Continuïteit = als iets niet of bijna niet verandert.

Revolutie = grote verandering.

Landbouwrevolutie = ontstaan van de landbouw.
7000 v. C.: landbouw verspreidt zich over Europa.



Ook in Afrika, Amerika en Azië gaan mensen aan landbouw doen. Overal weer andere gewassen.

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

5300 v. Chr.: eerste boeren in Limburg. 


3000 v. Chr.: landbouw is over heel Nederland verspreidt.

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Nieuwe samenleving: landbouwsamenleving.
Kenmerken:
- Eigen voedsel produceren.
- Vaste woonplaats.

Slide 10 - Tekstslide

Begrippenlijst

Landbouwsamenleving = een samenleving waarbij mensen in dorpen leven van de landbouw.
Boerendorpen waren zelfvoorzienend. Ze produceerden alles wat ze nodig hadden zelf.

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Stel: je was een jager-verzamelaar en je gaat voortaan leven van de landbouw. Wat verandert er dan allemaal aan jouw manier van leven?
Bedenk drie dingen. (Schrijf ze op).

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Gevolgen van de landbouwrevolutie:

  • Stevige huizen
  • Meer voedselzekerheid
  • Gebruik aardewerk
  • Nieuwe werktuigen
  • Bevolkingsgroei
  • Zware lichamelijke arbeid
  • Besmetting met veeziektes
  • Soms hongersnood

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Sociale gevolgen:

Er kwamen grotere verschillen in bezit en macht en daardoor meer spanningen tussen mensen.

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De eerste steden ontstaan in het Midden-Oosten.

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Weektaak:

- Lees 1.3 in het informatie-
boek.
- Maak de opdrachten van 1.3 online.

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen

Je kunt uitleggen:
  • hoe de landbouw in het Midden-Oosten ontstond.
  • hoe mensen op andere plaatsen met landbouw begonnen.
  • welke kenmerken de landbouwsamenleving had.
  • welke gevolgen de overstap naar landbouw had.
  • hoe de eerste steden eruit zagen.

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies