Bijvoeglijk naamwoord chapitre 5 havo 1

1 / 35
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

In deze les zitten 35 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 40 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

welk woord is geen bijv. nw?
A
groot
B
mooi
C
zij is
D
aardig

Slide 2 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

de jongen is klein, welke is juist?
A
la fille est petite
B
le garçon est grand
C
les garçons sont petits
D
le garçon est petit

Slide 7 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

blij
A
content
B
petit
C
grand
D
sympa

Slide 11 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

le lit est petit
A
het bed is klein
B
de jongen is klein
C
het meisje is klein
D
de bedden zijn klein

Slide 16 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

bij meervoud schrijf je :
A
e
B
s
C
d
D
t

Slide 18 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 20 - Tekstslide

Rouge   

 Un  pantalon rouge 

une  maison  rouge  

rustig   = calme       dus niet   calmee bij vrl. 

Slide 21 - Tekstslide

un pantalon gris  

les pantalons  gris 

 une maison grise 

les maisons grises 
la fille est .....
A
petit
B
triste
C
grand
D
intelligent

Slide 22 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

le garçon est ....
A
triste
B
grande
C
petite
D
tristes

Slide 23 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 25 - Tekstslide

mooi    beau    belle 
              beaux   belles  

 let op  bij meervoud   mnl   x  

dat komt door de combinatie  eau   daar kan geen  s  achter staan 

Slide 26 - Tekstslide

oud   vieux     vieille  

           vieux   vielles    

 let op   : na een x   kan geen s  dus  vieux  is oud voor  enkelvoud en meervoud 

Noteer  zelf 
  Nieuw   = 
nouveau   nouvelle                                       nouveaux  nouvelles 
Nieuw     mnl   vorm  is NOUVEAU   
                                             Piet est nouveau

nieuw     vrl     vorm    is  NOUVELLE 
                                             Karin est nouvelle

Piet et Karin sont nouveaux  = mnl.  meervoud
Karin et Rosalie sont nouvelles =  vrl.  meervoud

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Olivier est français.
Olivia est ...
A
français
B
française
C
françaises

Slide 28 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Paul est calme.
Pauline est ....
A
calmes
B
calme

Slide 29 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Mets au pluriel ( maak meervoud) :
les chats sont ......
A
petits
B
petite
C
petites

Slide 30 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

les filles sont ...
A
content
B
contents
C
contentes

Slide 31 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

vertaal : traduis
1. La maison est ......( klein)

Slide 32 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Sa soeur est...... ( mooi)

Slide 33 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Mon grand- père est ..... (oud)

Slide 34 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Ga nu naar de online methode 
chapitre 5   Slim Stampen    onderdeel Grammaire 
en dan kies je  H 

Je kunt slim stampen ook gebruiken voor de zinnen en woordjes  
Doe je best om alles zo goed mogelijk uit je hoofd te leren  voor een MOOI CIJFER 
Herhaal ook  Avoir, Etre, Werkwoorden op -er 

Slide 35 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies