De juiste bril op: bedenk dat het gedrag van het kind lastig is, niet het kind zelf.
Positieve aandacht: let eens bij jezelf op hoe jij een kind corrigeert. Is dat met een positieve of negatieve lading? En kun je dit omdraaien?
Negatief: 'Wat ben jij toch druk vandaag!'
Positief: 'Wat heb jij toch veel energie vandaag!'
Complimenten geef je niet alleen in woorden, maar nog meer non verbaal: een glimlach, knipoog, duim omhoog schouder klopje of een aai over de bol.
Negeren: Sommige kinderen hebben zo veel behoefte aan aandacht dat ook negatieve aandacht oke is. In dat geval kun je het beste kiezen voor het negeren van het negatieve gedrag. Let op: grijp wel in wanneer het kind door zijn gedrag in gevaar komt of gevaar voor een ander veroorzaakt.
Afleiden: Jonge kinderen kun je uit een negatieve bui halen door een grapje, de aandacht op wat anders te leggen of het bij de hand te nemen.