Praten over Alaska van Anna Woltz

• Nederlands
• Voortgezet speciaal onderwijs
• Leerroute 2

Praten over Alaska van Anna Woltz

Leerdoelen

- Het begrijpen van het thema en het genre van het boek

- Het identificeren van de structuur van het verhaal

- Het stellen van vragen over het boek

Leg uit dat deze leerdoelen aan het einde van de les bereikt moeten worden.

Waar denk jij dat het boek
Alaska van Anna Woltz over gaat?

Het boek Alaska

Het boek Alaska is geschreven door Anna Woltz en gaat over Sven en Parker die samen een verbintenis met Alaska hebben.

Introduceer het boek en vraag de studenten of ze het boek hebben gelezen.

Genre

Het genre van het boek is avontuurlijke fictie.

Leg uit wat een genre is en vraag de studenten of ze andere boeken kennen in hetzelfde genre.

Introductie bij het gekozen fragment

Op de eerste dag van het schooljaar weet Sven Beekman het zeker: hij wil niet zielig gevonden worden. Parker Montijn wil onzichtbaar zijn. Zij heeft net de ergste zomer van haar leven achter de rug. Haar vader is bij een gewapende overval op hun winkel neergeschoten en ze vertrouwt nu niemand meer.

Tijdens het voorstelrondje maakt Sven Parker belachelijk en vanaf dat moment wil ze niets meer met hem te maken hebben.

Leg uit wat een genre is en vraag de studenten of ze andere boeken kennen in hetzelfde genre.

Lezen

Lees nu het fragment uit Alaska van Anna Woltz (blz. 21 - 37)

Leg uit wat een genre is en vraag de studenten of ze andere boeken kennen in hetzelfde genre.

Thema

Alaska gaat over bang zijn. En over moed. Er zijn zoveel dingen in de wereld waar je bang voor kunt zijn. Dingen ver weg, in je eigen stad, in je familie, of in je eigen lichaam. Wat doe je als je weet dat het elk moment mis kan gaan? Blijf je verder in bed liggen, of ga je de wereld in en hoop je dat er naast de erge ook fantastische dingen gebeuren?

Dat is wat hoofdpersonen Sven en Parker zich afvragen. Parker heeft net de ergste zomer van haar leven achter de rug. En Sven wil laten zien dat hij echt niet alleen een zielige jongen met epilepsie is.

Leg uit wat een thema is en vraag de studenten of ze andere boeken kennen met hetzelfde thema.

Vragen over het verhaal

Sven krijgt tijdens het mentorlesuur van meneer Hoppenbrouwers een epilepsieaanval.

a Hoe reageren zijn klasgenoten op deze aanval?

b Hoe reageert Sven na de aanval?

c Wat is Svens grootste angst na deze aanval?

d Hoe zou jij reageren als je bij Sven in de klas had gezeten?

Leg uit wat structuur is en vraag de studenten of ze andere boeken kennen met een vergelijkbare structuur.

Vragen over het verhaal

Op bladzijde 28 staat: ‘Het is niet besmettelijk’, zeg ik hard. ‘En als ik geen aanval heb, dan is er niks met me aan de hand. Helemaal niks.’ Wat is volgens jou de reden dat Sven dit tegen zijn klasgenoten zegt?

Leg uit wat structuur is en vraag de studenten of ze andere boeken kennen met een vergelijkbare structuur.

Vragen over het verhaal

Parker en Sven reageren totaal verschillend als ze Alaska zien.

a Wat is het grootste verschil in hun reacties?

b Wat betekent Alaska voor Sven?

c Wat betekent Alaska voor Parker?

Leg uit wat structuur is en vraag de studenten of ze andere boeken kennen met een vergelijkbare structuur.

Vragen over het verhaal

Op bladzijde 36 zegt Parker tegen zichzelf: ‘Ik weet nu precies wat er moet gebeuren. Ik ga Alaska ontvoeren.’

a Waarom vindt Parker dit een goed plan?

b Stel jij staat in Parkers schoenen: wat zou jouw reactie zijn?

Leg uit wat structuur is en vraag de studenten of ze andere boeken kennen met een vergelijkbare structuur.

Vragen over het verhaal

In het boek lees je hoofdstukken die geschreven zijn vanuit Sven en hoofdstukken die geschreven zijn vanuit Parker. 

Met wie leef je het meeste mee? 

Licht je antwoord toe.

Leg uit wat structuur is en vraag de studenten of ze andere boeken kennen met een vergelijkbare structuur.

Structuur

Het boek is verdeeld in hoofdstukken en elk hoofdstuk heeft een andere verteller, locatie of gebeurtenis.

Leg uit wat structuur is en vraag de studenten of ze andere boeken kennen met een vergelijkbare structuur.

Personages

De hoofdpersonen zijn Sven en Parker. 

Beiden zijn de verteller van het verhaal.

Beschrijf de personages en vraag de studenten naar hun favoriete personage en waarom.

Vertelperspectief

Het boek is geschreven vanuit het perspectief van Sven en ook vanuit het perspectief van Parker.

Leg uit wat vertelperspectief is en vraag de studenten of ze andere boeken kennen met hetzelfde vertelperspectief.

Conflict

Alaska was de hond van een heel gewoon meisje, Parker. Tot de zomervakantie na groep 8, omdat Alaska getraind werd tot hulphond. Op de eerste schooldag na de zomervakantie op de middelbare school wil een brugklasser, Sven, een geweldige stunt uithalen zodat hij ‘COOL’ is, want hij heeft epilepsie en wil niet zielig gevonden worden. Na school ziet Parker Alaska op het schoolplein staan, en Sven naar Alaska toe lopen. Alaska is de hulphond van Sven! Sven en Parker kunnen helemaal niet met elkaar overweg, dus om Alaska weer te kunnen zien, moet Parker ‘s nachts in het geheim naar haar toe. 

Leg uit wat een conflict is en vraag de studenten naar hun favoriete conflict in het boek.

Spanning

Kan Parker haar geliefde hond ooit weer knuffelen? 

Kan Alaska Sven helpen? 

Kunnen Parker en Sven het ooit met elkaar vinden?

Leg uit wat spanning is en vraag de studenten naar hun favoriete spannende moment in het boek.

annawoltz.nl