wk5 leesvaardigheid
1 / 22
Lesduur is: 60 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Ik heb vannacht _____ geslapen.
goed
slecht
weet niet...
Slide 3 - Poll
Hoe veel uur slaap je 's nachts gemiddeld?
Slide 4 - Poll
Waar slaap jij het best?
In mijn eigen bed
Ergens anders... (bijv. in een hotel)
Anders...
Slide 5 - Poll
Ik ben een ...
ochtendmens
avondmens
geen idee...
Slide 6 - Poll
Slide 7 - Tekstslide
Slide 8 - Tekstslide
Slide 9 - Tekstslide
Wat is de aanleiding voor het schrijven van deze tekst?
A
Een nieuwe app die een jetlag tegen moet gaan
B
Een rapport van de Amerikaanse Centra voor Ziektebestrijding en Preventie
C
Een slaaponderzoek dat over de hele wereld gehouden is
Slide 10 - Quizvraag
Waarin wijkt de conclusie van de Universiteit van Michigan af van de mening van andere slaapdeskundigen?
A
De hoeveelheid daglicht waaraan we worden blootgesteld, is belangrijker dan gedacht werd.
B
De nadelen van slaaptekort voor onze gezondheid zijn veel groter dan gedacht werd.
C
Het moment waarop we gaan slapen, wordt veel minder bepaald door ons biologische ritme dan gedacht werd.
Slide 11 - Quizvraag
Alinea 4 bestaat uit twee delen. In het eerste deel geeft de schrijver een uitkomst van het onderzoek van de Universiteit van Michigan.
Wat doet de schrijver in het tweede deel van alinea 4?
Wat doet de schrijver in het tweede deel van alinea 4?
A
Hij geeft een andere uitkomst van het onderzoek.
B
Hij geeft kritiek op de uitkomst van het onderzoek.
C
Hij geeft uitleg bij de uitkomst van het onderzoek.
Slide 12 - Quizvraag
Wat is volgens Olivia Walch de overeenkomst tussen slaaptekort en dronkenschap?
Bij zowel slaaptekort als dronkenschap...
Bij zowel slaaptekort als dronkenschap...
A
beseffen mensen niet dat ze zich afwijkend gedragen.
B
kunnen er ernstige gevolgen optreden voor de gezondheid.
C
wordt het gedrag vaak bepaald door de mensen om de persoon heen.
Slide 13 - Quizvraag
Slide 14 - Tekstslide
Slide 15 - Tekstslide
Wanneer is de hoeveelheid melatonine het hoogst?
A
’s avonds voordat je in slaap valt
B
direct nadat je bent gaan slapen
C
vlak voordat je wakker wordt
Slide 16 - Quizvraag
Welke invloed heeft licht op het slaappatroon?
Kies het juiste antwoord.
Kies het juiste antwoord.
A
Je slaapt beter als je overdag veel in het licht bent
B
Je slaapt beter als je ’s avonds veel in het licht bent
C
Je slaapt slechter als je overdag veel in het licht bent
Slide 17 - Quizvraag
Welk tussenkopje past het best boven alinea 4?
A
Biologische klok
B
Licht
C
TV- en computerscherm
Slide 18 - Quizvraag
Welke bewering is volgens de tekst waar?
Ochtendmensen en avondmensen slapen gemiddeld evenveel per nacht.
Ochtendmensen en avondmensen slapen gemiddeld evenveel per nacht.
A
waar
B
niet waar
Slide 19 - Quizvraag
Welke bewering is volgens de tekst waar?
Er zijn twee soorten slaappatronen die mensen kunnen hebben.
Er zijn twee soorten slaappatronen die mensen kunnen hebben.
A
waar
B
niet waar
Slide 20 - Quizvraag
Welke bewering is volgens de tekst waar?
Melatonine kan alleen worden aangemaakt als er voldoende licht is.
Melatonine kan alleen worden aangemaakt als er voldoende licht is.
A
waar
B
niet waar
Slide 21 - Quizvraag
Welke bewering is volgens de tekst waar?
Het aantal uren dat je buiten bent, heeft effect op je biologische klok.
Het aantal uren dat je buiten bent, heeft effect op je biologische klok.
A
waar
B
niet waar
