4.6 Sporten: Je bloed en bloedsomloop


4.6 Bloed en Bloedsomloop
.
1 / 32
volgende
Slide 1: Tekstslide
Biologie / VerzorgingMiddelbare schoolvmbo k, gLeerjaar 1

In deze les zitten 32 slides, met tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les


4.6 Bloed en Bloedsomloop
.

Slide 1 - Tekstslide

wat gaan we vandaag doen?
herhalen 4.5 Je uithoudingsvermogen
bespreken huiswerk
nieuwe theorie: 4.6 Je bloed en bloedsomloop
zelf aan de slag

Slide 2 - Tekstslide

4.5 uithoudingsvermogen
uithoudingsvermogen =
het vermogen om gedurende een bepaalde tijd een lichamelijke of geestelijke inspanning te kunnen volhouden.

Door te trainen kan je je uithoudingsvermogen verbeteren.

Slide 3 - Tekstslide

Je uithoudingsvermogen
Je lichaam reageert op lichamelijke inspanning.
Bijvoorbeeld als je gaat hardlopen. Dit komt omdat je lichaam energie verbruikt.
- je gaat sneller ademhalen
- je hart gaat sneller kloppen
- je huid wordt roder
- je gaat zweten

Slide 4 - Tekstslide

Je uithoudingsvermogen
Energie heb je nodig bij alles wat je doet.
Die energie krijg je door de verbranding van een brandstof.

De brandstof in je lichaam is glucose.
Glucose krijg je binnen via je voeding.

Slide 5 - Tekstslide

Je uithoudingsvermogen
Voor de verbranding is ook zuurstof nodig.
Deze krijg je binnen via de ademhaling.

In alle cellen van je lichaam vindt verbranding plaats.
Bij de verbranding komen koolstofdioxide en water vrij.
Ook komt er energie vrij.

Slide 6 - Tekstslide

Je uithoudingsvermogen

Slide 7 - Tekstslide

Je uithoudingsvermogen
Tijdens het sporten heb je veel energie nodig: je energiebehoefte neemt toe.

Er is extra verbranding in de spiercellen en hiervoor is dus extra glucose en zuurstof nodig.
Je gaat dus sneller ademhalen en je hart gaat sneller kloppen.

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

cel

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

je uithoudingsvermogen
Ademhalingsstelsel
- neusholte
- mondholte
- keelholte
- luchtpijp
- longen

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

je uithoudingsvermogen
De longen bestaan uit een heleboel trosjes longblaasjes.
Deze longblaasjes zijn omgeven door een heleboel kleine bloedvaten:  de longhaarvaten.

Tussen de longblaasjes en de longhaarvaten kunnen gassen uitgewisseld worden: gaswisseling.
Zo komt zuurstof via de longblaasjes in het bloed terecht.

Slide 15 - Tekstslide

je uithoudingsvermogen
zuurstof gaat vanuit de longblaasjes het bloed in
koolstofdioxide gaat vanuit het bloed de longblaasjes in

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

4.6 Je bloed en bloedsomloop
bloedvatenstelsel:
je hart en alle bloedvaten bij elkaar

bloedsomloop:
de weg die het bloed aflegt door het lichaam

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

Je bloed en bloedsomloop
het hart zorgt ervoor dat je bloed door je bloedvaten blijft stromen

er zijn 3 soorten bloedvaten:
- slagaders
- haarvaten
- aders



Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide

Je bloed en bloedsomloop
slagaders:
- lopen van het hart naar de organen in je lichaam
- bevat veel zuurstof: zuurstofrijk
- in je boek rood gekleurd

pols

Slide 23 - Tekstslide

Je bloed en bloedsomloop
haarvaten:
- zeer kleine bloedvaten
- in al je organen
- het zuurstof in het bloed wordt afgegeven aan de organen
- bloed is eerst zuurstofrijk, daarna zuurstofarm (weinig zuurstof)

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Tekstslide

je bloed en bloedsomloop
aders:
- lopen van een orgaan naar je hart
- bevatten weinig zuurstof: zuurstofarm
- in je boek blauw gekleurd

Slide 26 - Tekstslide

Je bloed en bloedsomloop
Het zuurstofarme bloed gaat vanuit het hart naar de longen: hier komt er weer zuurstof in het bloed (gaswisseling).

In de longblaasjes wordt koolstofdioxide uitgewisseld met zuurstof (zie vorige basisstof).
Het bloed is daardoor weer zuurstofrijk.

Slide 27 - Tekstslide

Je bloed en bloedsomloop
lichaamstemperatuur
Tijdens het sporten is er veel verbranding in je spieren.
Hierbij komt warmte vrij en stijgt je lichaamstemperatuur.

Als je lichaamstemperatuur te hoog wordt, kan je oververhit raken.

Slide 28 - Tekstslide

Je bloed en bloedsomloop
De huid helpt om oververhitting tegen te gaan:
- de bloedvaten vervoeren de warmte door je lichaam
- de haarvaten in de huid worden wijder: daardoor kan er meer bloed doorheen stromen
- via de huid geeft het lichaam warmte af aan de omgeving
- en je gaat zweten: koelt het lichaam ook af

Slide 29 - Tekstslide

Slide 30 - Video

vragen
VRAGEN? 

Slide 31 - Tekstslide

zelf aan de slag
opdracht 33, 34 en 36 maken (is huiswerk)

Slide 32 - Tekstslide