5.3: De machtige kerk

5.3: De machtige kerk 
1 / 38
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolmavo, havoLeerjaar 1

In deze les zitten 38 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

5.3: De machtige kerk 

Slide 1 - Tekstslide

kerk en geloof:
Steden lieten met hun kerk zien hoe rijk en godsdienstig ze waren, kerken werden daardoor steeds groter en mooier.

Slide 2 - Tekstslide

Kerk en geloof:
volgens de kerk in de middeleeuwen konden er na de dood 3 dingen gebeuren:
1. Als je goed geleefd had ging je direct naar de hemel.
2. Je werd eerst gestraf voor je zonden en moest daarom een periode in het vagevuur.
3. Als je een doodzonde had gedaan zoals bijv. een moord, dan moest je voor eeuwig branden in de hel.

Slide 3 - Tekstslide

Toch naar de hemel:
Om toch in de hemel te komen kon je de volgende dingen doen:
  • veel bidden
  • Aan liefdadigheid doen: Hulp aan de zwakkeren. 
  • met een aflaat, een document dat je van de kerk kreeg als je iets goeds had gedaan.
  • op bedevaart gaan. Op reis gaan naar een heilige plek om daar te bidden.
  • bidden tot een heilige, zodat die een goed woordje voor je kan doen bij God.

Slide 4 - Tekstslide

Verschillende soorten kerken in de middeleeuwen:

1000- 1200: Romaanse stijl: Stenen kerken die leken op vroegere Romeinse bouwwerken. Kleine ramen met ronde bogen in dikke muren.

1200-1500: Gotische stijl: hoge kerken met dunnere muren en spitse bogen die ondersteund werden door stenen bogen aan de buitenkant. Grote ramen met kleurrijke afbeeldingen in glas in lood. 

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

De normen van de kerk
normen: wat mensen normaal vinden
waarden wat mensen belangrijk vinden.

Slide 12 - Tekstslide

Je afval in de prullenbak gooien
A
Norm
B
waarde

Slide 13 - Quizvraag

Respect hebben voor anderen
A
Norm
B
Waarde

Slide 14 - Quizvraag

Einde les: U zeggen tegen ouderen
A
Norm
B
Waarde

Slide 15 - Quizvraag

Leg uit wat er gebeurde als je niet hetzelfde geloofde als de meeste christenen tijdens de middeleeuwen.

Slide 16 - Open vraag

De rol van de kerk in de middeleeuwen:
  • De kerk bepaalde wat gewoon was, deed je in die tijd iets anders? Dan had je het erg moeilijk.
  • Christenen met een afwijkend geloof werden ketters genoemd.
  • Mannen en vrouwen waarvan men dacht dat ze kwaad aanrichtten met tovernarij en hulp van de duivel werden heksen genoemd.
  • Ook joden weken af van de normen van de kerk.

Slide 17 - Tekstslide

Als je afweek van de normen van de kerk.....
Dan liep het vaak slecht met je af
  • Ketters & heksen:  vaak opgepakt, gemarteld en verbrand op de brandstapel
  • Pogroms (uitbarstingen van geweld tegen joden) In 1349 werden in onder andere Utrecht, Kampen, Deventer en Zwolle joden vermoord of uit de stad verdreven.

Slide 18 - Tekstslide

Pogroms
Heksen veroordelingen

Slide 19 - Tekstslide

Waarom de joden?
Joden weken af van de normen van de kerk in de middeleeuwen.
  • Joden vieren de Sabbat op zaterdag en sloten daarom zaterdags hun winkels ipv. op zondagen.
  • Joden eten geen varkensvlees.
  • Joden hebben hun eigen gebruiken en feestdagen die veel christenen maar raar vonden.

Slide 20 - Tekstslide

Antisemitisme
Jodenhaat.

Oorzaken: Uitbraken  van de pest, Joden houden zich aan hygiëne maatregelen, dit moet volgens hun geloof. Hierdoor hebben zij minder vlooien die de pest overbrengen en worden zij niet zo snel ziek. De mensen uit die tijd zagen dat anders en geloofden dat de joden de pest veroorzaakt hadden en gestraft moesten worden.

Slide 21 - Tekstslide

Antisemitisme
Gevolgen:
  • speciale wetten in steden, bijv. verplicht wonen in een bepaalde wijk.
  • geen lid mogen zijn van een gilde
  • speciale tekens en kleding dragen

Slide 22 - Tekstslide

Welke overeenkomsten zie je tussen de behandeling van joden in de middeleeuwen en die van joden in de Tweede Wereldoorlog?

Slide 23 - Open vraag

Leg uit wat de kruistochten zijn en noem hierbij minimaal 1 oorzaak.

Slide 24 - Open vraag

Slide 25 - Video

Kruistochten
Op 27 november 1095 roept de paus in Clermont de christelijke Europeanen op tot een kruistocht: Een gewapende tocht om land op Niet-christenen te veroveren.  

Rondtrekkende monniken roepen in heel Europa mensen op om mee te doen. Als je sterft onderweg of in de strijd krijg je een volledige aflaat

Slide 26 - Tekstslide

Het heilige land bevrijden:
Een jaar na de oproep van de paus begint de eerste kruistocht: gewapende tocht van christenen om land op niet christenen te veroveren.

Namelijk de heilige stad Jeruzalem. 

Slide 27 - Tekstslide

0

Slide 28 - Video

naar Jeruzalem:
Waarom is Jeruzalem een heilige plek?

  • christenen: Jezus zou er gestorven zijn en was er begraven.
  • joden: stad van de vroegere joodse tempel
  • moslims: Mohammed zou vanaf de Tempelberg een reis naar de hemel gemaakt hebben.

Slide 29 - Tekstslide

Slide 30 - Tekstslide

Slide 31 - Tekstslide

Slide 32 - Tekstslide

Slide 33 - Tekstslide

Is het meedoen aan een kruistocht om een aflaat te krijgen ook een voorbeeld van gebondenheid aan tijd en plaats?
A
Ja
B
Nee

Slide 34 - Quizvraag

Strijd en handel
  • De tijd van de kruistochten duurde bijna twee eeuwen.
  • Niet alleen strijd maar ook handel.
  • Kruisvaarders stichtten eigen staatjes (mini landjes) in veroverd gebied. kruisvaardersstaten.
  • Hier maakten de Europeanen kennis met nieuwe producten, er ontstond een levendige handel tussen de Arabieren en Europeanen (vooral Italianen)

Slide 35 - Tekstslide

Leg het verband tussen handel en de kruistochten.

Slide 36 - Open vraag

Einde les: Leg het verband uit tussen zonden en de kruistochten.

Slide 37 - Open vraag

Aan de slag: Huiswerk
  • Maken paragraaf 5.3. 
  • Leren leerdoelen 5.3.  

Slide 38 - Tekstslide