balansmutatie

• Economie
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 3

Leerdoelen

Aan het einde van deze les kun je zeggen:

- Ik weet het verschil tussen een balans en een resultatenrekening.

- Ik kan een resultatenrekening en een eindbalans opstellen aan de hand van de balansmutaties

Balans en Resultatenrekening

Resultatenrekening
Balans

blz 124

opgave 9

Balansmutatie

Een verandering op de balans noem je een balansmutatie.

Er kan nooit één mutatie plaatsvinden. De balans moet namelijk altijd in evenwicht zijn.

Balansmutaties

Balans is in evenwicht, dus kan er nooit één mutatie plaatsvinden, er zijn altijd twee veranderingen.

Bijv. debiteur Hersi betaalt de rekening door €199 over te maken van zijn bankrekening naar de bankrekening van de ondernemer.

balansmutaties:

debiteuren         - €199

banksaldo          + €199

Een bedrijf koopt op rekening voor € 16.000,- . 

Hij koopt iets in dus zijn voorraad zal toenemen (bezit +)

•  Voorraad + € 16.000
  

Hij hoeft pas later te betalen dus hij koopt op rekening

(schuld +)

• Crediteuren + € 16.000
  

• Bedrijf betaalt € 16.000 per bank.
  

• Bank neemt af met - € 16.000

• Crediteuren neemt af met - € 16.000

Een kledingwinkel koopt op rekening voor € 5.090 aan kleding.

• voorraad goederen    + € 5.090
  
• crediteuren                   + € 5.090

Een bedrijf lost € 500 per bank af op de schuld aan de bank.

• banksaldo -€  500
  
• lening          - € 500
  

Een bedrijf betaalt per bank € 7.628 aan lonen uit.

• bank                        - € 7.628
  
• eigenvermogen - € 7.628
  

Tekst

Tekst

Tekst

Aan de slag 

opgave 1

blz. 135

Staan de afschrijvingen op de balans of op de resultatenrekening?

1. Balans
2. Resultatenrekennig

Wat is het verschil tussen vlottende activa en vaste activa?

1. Vlottende activa staan langer dan 1 jaar op de balans
2. Vaste activa staan langer dan 1 jaar op de balans
3. Vlottende activa zijn alleen de voorraad goederen
4. Vaste Activa willen we gaan verkopen

De nettowinst is ...

1. afzet x verkoopprijs
2. Verkoopwaarde - inkoopwaarde
3. Totale omzet - inkoopwaarde
4. Brutowinst - bedrijfskosten

Wat zijn liquide activa?

1. Bank en kas
2. Debiteuren, bank en kas
3. Crediteuren, hypotheek en voorraad
4. Voorraad , bank en kas

Op een resultatenrekening staan

1. de opbrengsten en kosten
2. de ontvangsten en uitgaven
3. de bezittingen
4. het eigen vermogen

Je leent €500 van je tante. Wordt dit op de resultatenrekening verwerkt?

1. Ja
2. Nee

Wat zijn vlottende activa ?

1. Bezittingen die korter dan één jaar meegaan, bijv. voorraden en debiteuren
2. Bezittingen die langer dan één jaar meegaan, bijv. voorraden en debiteuren
3. Bezittingen en schulden die korter dan één jaar meegaan
4. Bezittingen en schulden die langer dan één jaar meegaan

Een financieringsplan is een overzicht van je eigen vermogen en vreemd vermogen

1. waar
2. niet waar

Wat beschrijf je in een investeringsbegroting

1. De inkomsten en uitgaven
2. Opbrengsten en kosten
3. Bedrijfsmiddelen
4. Hoe je alle investeringen gaat financieren

Winst- en verliesrekening

Winst- en verliesrekening:

• Kosten

        links

• Opbrengsten

        rechts
       

De winst- en verliesrekening is ook altijd in balans en gaat over een periode!
Het verschil tussen de kosten en de opbrengsten is de winst (of het verlies).

Inkoopwaarde van de omzet = inkoopprijs x aantal verkochte producten

blz. 136

opgave 3

Tekst

Tekst

Balansmutatie blz 136 opg. 2a

Debet

• Debiteuren neemt toe  € 789
  
• Voorraad neemt af met € 435
  

Credit

• Eigen vermogen neemt toe   met € 354

Resultatenmutatie

Debet (kosten)

• Inkoopwaarde € 435
  

Credit (opbrengsten)

• Omzet € 789
  

Balansmutatie blz. 136 opg. 2b

Debet

• Bank neemt af met € 1.200
  

Credit

• Eigen vermogen neemt af met € 1.200
  

Winst-en-verliesrekening

Debet (kosten)

• huurkosten € 1200
  

Credit (opbrengsten)

balans                     opgave 2c

debet       

• bank     + €1.500
  
• kas        + €2.250
  

credit

• eigen vermogen+ € 2.500
  
• crediteuren          +€ 1.200
  

winst- en verliesrekening

debet

• inkoopwaarde van de omzet   + € 12.00

credit

• omzet                      + € 3.750
  

Maak de opdrachten 3b t/m 3i

Afsluiten