COMVA toetstraining periode 1

Communicatie Vaardigheden
Definitie (begrip): communicatie
Belangrijk bij feedback geven
Belangrijk bij feedback ontvangen
Spreekschema presentatie
Presentatie openen
Presentatie afsluiten

1 / 42
volgende
Slide 1: Tekstslide
Communicatie Vaardigheden 1

In deze les zitten 42 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 5 videos.

Onderdelen in deze les

Communicatie Vaardigheden
Definitie (begrip): communicatie
Belangrijk bij feedback geven
Belangrijk bij feedback ontvangen
Spreekschema presentatie
Presentatie openen
Presentatie afsluiten

Slide 1 - Tekstslide

Verbale communicatie
Non verbale communicatie
Interpretatie
Communicatieproces
Communicatiestoringen
Ruis
Congruente communicatie
Luisterniveaus

Slide 2 - Tekstslide


Watzlawick
Schulz

Slide 3 - Tekstslide

Wat is communicatie?
Een proces waarin mensen informatie (feiten, meningen, gevoelens) overdragen aan anderen, 
met de bedoeling anderen te:
Informeren
Overtuigen
Beïnvloeden

Slide 4 - Tekstslide

Informeren
In het volgende filmpje zie je een duidelijke vorm van informeren in de communicatie

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Video

Overtuigen
In het volgende filmpje zie je een duidelijke vorm van overtuigen in de communicatie

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Video

Beinvloeden
In het volgende filmpje zie je een duidelijke vorm van beinvloeden in de communicatie

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Video

Wat is communicatie?
A
een proces
B
praten
C
een overdracht
D
informatie

Slide 11 - Quizvraag

Wat is een juiste opmerking?
A
Bij beïnvloeding wil je de ander alert maken
B
Bij overtuigen wil je de mening veranderen
C
Bij informatie geven vertel je meestal feiten
D
Bij overtuigen beïnvloedt stiekem

Slide 12 - Quizvraag

Belangrijk bij feedback geven
Feedback gelijk geven (in het moment)
Een punt van feedback per keer geven
Geef zowel positieve als negatieve feedback
Check of iemand zich herkent in de feedback

Slide 13 - Tekstslide

Belangrijk bij feedback geven

Het geven van feedback op concreet aanwijsbaar gedrag
Aangeven welk gevoel het gedrag oproept
Geen waardeoordeel geven
Ik-boodschap geven

Slide 14 - Tekstslide

timer
1:00
Wat is belangrijk
bij feedback geven?

Slide 15 - Woordweb

Belangrijk bij feedback ontvangen

Beschouw feedback als positief en opbouwend
Vraag om uitleg als je de feedback niet begrijpt
Verdedig je eigen handelen niet
Maak afspraken over een vergelijkbare situatie in de toekomst
Neem de feedback van een ander serieus

Slide 16 - Tekstslide

Waarom is het van belang dat je bij feedback om verduidelijking vraagt als je de feedback niet begrijpt?

Slide 17 - Open vraag

Spreekschema presentatie


Inleiding 
Middenstuk 
Slot

Slide 18 - Tekstslide

Wat is belangrijk in
de opbouw van een presentatie?

Slide 19 - Woordweb

Belangrijk bij presenteren
  • Als je een presentatie start is het belangrijk van te voren de voorwaarden te scheppen, zodat jij zelf rustig kan presenteren. 
  • Vertel de toehoorders wat de structuur van je presentatie is.
  • Informeer heb over de verwachtingen die je hebt ten aanzien van hun.

Slide 20 - Tekstslide

Een presentatie openen kan op verschillende manieren

Slide 21 - Tekstslide

Een presentatie afsluiten kan op verschillende manieren

Slide 22 - Tekstslide

Verbale communicatie
Onder verbale communicatie wordt alles benoemd wat je uitspreekt, alle gesproken taal is dus verbale communicatie.

Slide 23 - Tekstslide

Non verbale communicatie
Onder non-verbale communicatie wordt alles benoemd wat te maken heeft met lichaamstaal en stemgebruik
 (volume en intonatie).

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Video

Interpretatie
Interpretatie is de betekenis die wij geven aan communicatie op basis van eerdere ervaringen die wij hebben op gedaan. 
Een interpretatie verschilt van persoon tot persoon.

Slide 26 - Tekstslide

Wat is een voorbeeld van interpretatie?
A
Het gesprek duurt dertig minuten
B
Het gesprek vindt plaats in een klaslokaal
C
Het gesprek is in het Nederlands
D
Het gesprek is langdradig

Slide 27 - Quizvraag

Communicatieproces

De Boodschap is de informatie die wordt overgedragen.
De zender is de persoon die een boodschap overdraagt.
De ontvanger is de persoon die de boodschap ontvangt.

Slide 28 - Tekstslide

Coderen is het verpakken van de boodschap.
Decoderen is het uitpakken van de boodschap

Het communicatieproces wordt beïnvloed door: humeur, relatie, omgeving, ruis

Slide 29 - Tekstslide

Teken het communicatieproces

Slide 30 - Open vraag

Communicatiestoringen
Psychologische factoren: ziektebeelden 
Omgangskundige factoren: de omgeving heeft invloed
Culturele factoren: woorden en gebaren betekenen iets anders
Zender is onduidelijk: de boodschap wordt onduidelijk verteld
Ontvanger is ongeconcentreerd: de luisteraar luistert niet actief 
Stoorzenders: er zijn in de omgeving of in de situatie teveel afleidende factoren

Slide 31 - Tekstslide

Slide 32 - Video

Ruis

Bij interne ruis ligt de boodschap binnen het communicatieproces.
Bij externe ruis ligt de boodschap buiten het communicatieproces.

Slide 33 - Tekstslide

Congruente communicatie
Congruente communicatie de non-verbale en verbale communicatie komt  overeen.

Er is sprake van paradoxale communicatie de non-verbale en verbale communicatie komt  niet overeen.

Slide 34 - Tekstslide

Luisterniveaus

Passief luisteren is niet luisteren
Oppervlakkig luisteren is een minimale reactie geven
Inhoudelijk luisteren is zakelijk luisteren
Empathisch luisteren inlevend luisteren

Slide 35 - Tekstslide

Welke vorm van luisteren is zakelijk?
A
passief luisteren
B
inhoudelijk luisteren
C
oppervlakkig luisteren
D
empatisch luisteren

Slide 36 - Quizvraag

Als iemand nauwelijks reageert in een gesprek luistert deze:
A
passief
B
inhoudelijk
C
oppervlakkig
D
empatisch

Slide 37 - Quizvraag

Theorie van Watzlawick
Het inhoudsniveau van communicatie is gericht op de zakelijke, inhoud van de boodschap.

Het betrekkingsniveau van communicatie is gericht op de relatie tussen de mensen die communicatie.

Slide 38 - Tekstslide

Hoe noemt Watzlawick het niveau waarin de relatie tussen mensen centraal staat?
A
betrekkingsniveau
B
inhoudsniveau

Slide 39 - Quizvraag

Theorie van Schulz
Het zakelijke aspect is gericht op de feiten
Het appellerende aspect is gericht op invloed uitoefenen op iemand, je wilt iets van iemand.
Het relationele aspect is gericht op de relatie tussen zender en ontvanger, wat betekent de zender voor de ontvanger.
Het expressieve aspect is de lichaamstaal, informatie over de zender van de boodschap

Slide 40 - Tekstslide

In welk aspect van de theorie van Schulz staat de lichaamstaal centraal?
A
zakelijke aspect
B
appellerende aspect
C
relationele aspect
D
expressieve aspect

Slide 41 - Quizvraag

Wat heb je gehad aan deze manier van het herhalen van de lesstof?

Slide 42 - Open vraag