Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
aiToolsTab
Beta
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
Thema 10: Voeding en vertering.
Voeding en vertering
Je herhaalt de volgende onderwerpen:
voedsel en voedselbederf
voedingsmiddelen en voedingsstoffen
voeding en leefstijl
het verteringsstelsel
de organen voor vertering
planteneters, vleeseters en alleseters
1 / 34
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Biologie
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 4
In deze les zitten
34 slides
, met
tekstslides
.
Lesduur is:
50 min
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Voeding en vertering
Je herhaalt de volgende onderwerpen:
voedsel en voedselbederf
voedingsmiddelen en voedingsstoffen
voeding en leefstijl
het verteringsstelsel
de organen voor vertering
planteneters, vleeseters en alleseters
Slide 1 - Tekstslide
(on)bewerkt v
oedsel
Onbewerkt voedse
l = voedsel wat direct van land in je mond komt
Bewerkt voedsel
= voordat je het eet, heb je het bewerkt (koken, bbq en, zout erop doen, stoffen toevoegen zodat het langer houdbaar blijft)
Slide 2 - Tekstslide
Voedselbederf en conserveren
Voedselbederf:
kan zorgen voor voedselvergiftiging door reducenten (bacteriën en schimmels)
Voedselbederf voorkomen?>
Conserveren
= het beschermen tegen voedselbederf
Slide 3 - Tekstslide
voedsel conserveren: voedsel langer houdbaar maken
Slide 4 - Tekstslide
Voedingsmiddelen
Voedingsmiddelen zijn alle producten die je eet of drinkt.
Plantaardige:
producten: Afkomstig van planten.
Dierlijke
producten: delen van dieren (vlees, vis) of producten van dieren (eieren, melk, ...
Slide 5 - Tekstslide
Plantaardige voedingsmiddelen
Dierlijke voedingsmiddelen
Slide 6 - Tekstslide
Voedingsstoffen
Voedingsstoffen
zijn de bruikbare bestanddelen uit voedingsmiddelen.
Je lichaam heeft voedingsstoffen nodig om zichzelf in leven te kunnen houden.
Slide 7 - Tekstslide
De voedingsstoffen:
eiwitten
koolhydraten (suiker, zetmeel )
vetten
water
mineralen (zouten,natrium)
vitaminen (A,B,C,D)
Slide 8 - Tekstslide
Functies van Voedingsstoffen
Functies voedingsstoffen:
bouwstoffen
brandstoffen
reservestoffen
beschermende stoffen
Slide 9 - Tekstslide
Slide 10 - Tekstslide
Voedingsvezels
veel plantaardige voedingsmiddelen bevatten voedingsvezels
voedingsvezels verteer je niet --> helpen daarom bij darmperistaltiek
Voedingsvezels geven vol gevoel
Let op: voedingsvezels is GEEN voedingsstof!!!
Slide 11 - Tekstslide
Schijf van vijf
Slide 12 - Tekstslide
Dikker of dunner?
Overvoeding
= meer vetten binnen dan nodig is
Kan leiden tot
overgewicht
Te weinig eten kan leiden tot
vermagering
=
ondervoeding
Door bijvoorbeeld eetstoornis zoals anorexia
Kan erg schadelijk zijn
Slide 13 - Tekstslide
Dikker of dunner?
overvoeding:
Je krijgt meer energie binnen dan je verbruikt.
overgewicht:
Je bent te zwaar voor je lengte.
vermagering:
Sterke afname van het lichaamsgewicht.
ondervoeding:
Je krijgt minder energie binnen dan je verbruikt.
Slide 14 - Tekstslide
Doel vertering
Bij vertering worden voedingsstoffen die te groot zijn om opgenomen te worden zo klein gemaakt dat ze opgenomen kunnen worden door het bloed
Slide 15 - Tekstslide
Verteringssappen
De vertering gebeurt met behulp van
verteringssappen.
Verteringssappen worden gemaakt door
verteringsklieren.
Speekselklieren
Speeksel
Maagsapklieren
Maagsap
Alvleesklier
Alvleessap
Lever
Gal
Darmsapklieren
Darmsap
Slide 16 - Tekstslide
Spijsvertering
Spijsvertering =
alle organen werken samen om voedsel te verteren en voedingsstoffen op te nemen
Eiwitten, koolhydraten en vetten
moeten worden verteerd
Water, vitaminen en mineralen
hoeven
niet
verteerd
te worden, die zijn al klein genoeg.
Slide 17 - Tekstslide
Verteringssappen
Verteringssappen helpen bij de vertering.
Deze sappen worden gemaakt in de
verteringsklieren
.
Er zijn
vijf
verteringsklieren
:
• speekselklieren
• maagsapklieren
• lever
• alvleesklier
• darmsapklieren (in dunne darm)
Slide 18 - Tekstslide
Darmperistaltiek
samentrekken van de spieren in de darmen
voedsel
wordt
gekneed en vermengd met sappen
Slide 19 - Tekstslide
Kauwen en slikken
tijdens slikken: huig sluit neusholte en strotklepje sluit de luchtpijp
Enzym in speeksel verteerd zetmeel.
Slide 20 - Tekstslide
Speekselklieren
Speeksel
= slijm dat onder andere water bevat
Zorgt dat voedsel beter glijdt
Doodt bacteriën
Helpt met vertering van zetmeel
Slide 21 - Tekstslide
Maag
Beweegt altijd door de peristaltiek
Maagzuur dood bijna alle bacteriën
Maagzuur is geen maagsap.
Slide 22 - Tekstslide
Lever maakt gal. Gal wordt opgeslagen in de galblaas.
* Gal maakt van de grote vetdruppels kleine vetdruppeltjes)
Slide 23 - Tekstslide
De twaalfvingerige darm
Verbindt de maag met de dunne darm. De lever maakt gal. Hier komt alvleessap en gal bij het voedsel.
Alvleessap verteert eiwitten, koolhydraten en vetten
Slide 24 - Tekstslide
Darmvlokken in de dunne darm
Darmvlokken
zijn uitstulpingen op de
darmplooien
Functie:
Vergroten oppervlakte
Bloedvaten
in darmvlokken: opname van voedingstoffen in het bloed
Slide 25 - Tekstslide
Dunne darm
darmsap gemaakt door darmsapklieren
Maakt het verteren af
Dus, de voedingsstoffen worden opgenomen in het bloed
Verteert eiwitten en koolhydraten
Slide 26 - Tekstslide
De dikke darm
- In de dikke darm wordt bijna al het water uit de voedselresten gehaald -->voedselbrij wordt dikker
- In de dikke darm leven bacteriën die een deel van de voedingsvezels verteren.
Slide 27 - Tekstslide
Kiezen en tanden
Slide 28 - Tekstslide
Het gebit
Bestaat uit snijtanden, hoektanden en kiezen.
Slide 29 - Tekstslide
Tandplak
Dus laagje aanslag dat dagelijks op tanden en kiezen komt.
Gevolg:
- Bacteriën zetten
suikers om in zuur. Dit
lost het glazuur op,gaatjes
- Tandplak kan
verkalken tot kalksteen
Het wordt hard.
Slide 30 - Tekstslide
Tandbederf
Aantasting van tanden en kiezen door tandplak of tanderosie. Tanderosie tast het glazuur aan.
Poetsen met fluoride!
Slide 31 - Tekstslide
Hoe ontstaat tandbederf?
Tandbederf
: je krijgt gaatjes doodat
bacteriën
suikers omzetten in zuur.
Dit zuur lost het glazuur en tandbeen op.
Met
fluoride
in tandpaste kun je tandbederf
voorkomen. Een fluor behandeling is ook goed.
Slide 32 - Tekstslide
Verschillen in het verteringsstelsel
Plantaardig voedsel is moeilijker verteerbaar dan dierlijk voedsel. Zit vol
voedingsvezels.
Voedingsvezels zijn moeilijk te verteren.
Verschillen tussen:
planteneters, vleeseters en alleseters.
Slide 33 - Tekstslide
lang
kort
middellang
Slide 34 - Tekstslide
Meer lessen zoals deze
B6 en B7 Boek-uitleg Voeding
June 2020
- Les met
47 slides
Biologie
Middelbare school
vmbo g, t, mavo
Leerjaar 2
Herhaling voeding en vertering
November 2022
- Les met
26 slides
Biologie
Middelbare school
vmbo t, mavo
Leerjaar 4
11.2 Verteringsstelsel
January 2024
- Les met
43 slides
Biologie
Middelbare school
vwo
Leerjaar 5
5. Organen van vertering - Verteringsstelsel
June 2020
- Les met
52 slides
Biologie
Middelbare school
vmbo g, t, mavo
Leerjaar 2
10.2 Verteringsstelsel + 10.3 Enzymen
June 2022
- Les met
42 slides
Biologie
Middelbare school
vwo
Leerjaar 5
Les 4: Voeding 2021
June 2021
- Les met
34 slides
Biologie
Middelbare school
vmbo g, t, mavo
Leerjaar 2
H10 voeding en vertering basis
March 2025
- Les met
41 slides
Biologie
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 4
4.6 - Planteneters, vleeseters en alleseters (GTL4)
December 2024
- Les met
47 slides
Biologie
Middelbare school
vmbo g, t, mavo
Leerjaar 4