Over taal - blok 3 en 4 - les 2

Stijlfouten: pleonasme en tautologie
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 40 min

Onderdelen in deze les

Stijlfouten: pleonasme en tautologie

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we doen?
- Uitleg stijlfouten: pleonasme en tautologie
- Opdracht stijlfouten herkennen en verbeteren



Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Video

Pleonasme
Je gebruikt een woord waarvan de betekenis al aanwezig is in een ander woord in de zin. 

Het rode bloed stroomde uit z’n neus.
Hij liet het ingestorte huis opnieuw herbouwen.

Slide 5 - Tekstslide

Tautologie
Je gebruikt twee verschillende woorden die hetzelfde betekenen. 

Zij deed direct na het ongeluk onmiddellijk aangifte.
Hij was bedroefd en verdrietig toen zijn vriendin het uitmaakte.

Slide 6 - Tekstslide

Verschil
Bij een pleonasme gebruik je verschillende woordsoorten: 
witte sneeuw

Bij een tautologie gebruik je dezelfde woordsoort:
altijd en eeuwig

Slide 7 - Tekstslide

Pleonasme: stijlfiguur of stijlfout
Soms wordt het pleonasme als stijlfiguur gebruikt om zo een eigenschap te benadrukken: 
De zwarte vogel steekt scherp af tegen de witte sneeuw

Foutief pleonasme:
Dat bedrijf importeert zijn grondstoffen vanuit het buitenland.

Slide 8 - Tekstslide

Tautologie: stijlfiguur of stijlfout
Soms wordt de tautologie als stijlfiguur gebruikt om zo een eigenschap te benadrukken: 
Senna en Boris beloofden elkaar dat ze altijd en eeuwig samen zouden blijven. 

Foutief pleonasme:
Misschien dat ze wellicht nog even bellen. 

Slide 9 - Tekstslide

De mondelinge bespreking
A
Pleonasme
B
Tautologie

Slide 10 - Quizvraag

Natuurlijk controleren we vanzelfsprekend de antwoorden.
A
tautologie
B
pleonasme

Slide 11 - Quizvraag

De ronde bal lag op de grond.
A
tautologie
B
pleonasme

Slide 12 - Quizvraag

Enkel en alleen is een vorm van
A
tautologie
B
pleonasme

Slide 13 - Quizvraag

Die spullen worden gewoon gratis weggegeven.
A
pleonasme
B
tautologie

Slide 14 - Quizvraag