6.5 Godsdienst, politiek en rechtspraak in de middeleeuwen

De late Middeleeuwen

6.5 Godsdienst en politiek, ketterijen, rechtspraak, literatuur, bouwwerken en beeldende kunst
1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quiz, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

De late Middeleeuwen

6.5 Godsdienst en politiek, ketterijen, rechtspraak, literatuur, bouwwerken en beeldende kunst

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoel
Je kan:

  • De scheiding tussen kerk en staat uitleggen
  • Uitleggen wat ketterij is
  • Een omschrijving geven van de rechtspraak in de middeleeuwen
  • De verschillen herkennen tussen de Romaanse en Gotische bouwstijl

Slide 2 - Tekstslide

De paus aan de macht
Tot ongeveer 1300:
  • God wilde één heerser op aarde: de paus
  • Vorsten hadden hun macht aan hem te danken en moesten hem dankbaar zijn.
  • De paus kon een vorst afzetten ...

Slide 3 - Tekstslide

En vorsten dan?
Vorsten wilden meer macht
Vorsten vonden: "De kerk bemoeit zich met het geloof en de vorst met de staat"
oftewel een scheiding tussen kerk en staat

Slide 4 - Tekstslide

De scheiding tussen kerk en staat
Taak voor de staat
Taak voor de kerk
Bischoppen benoemen
Het leger aansturen
Wegen laten bouwen
Belasting innen
Kerken laten bouwen
Ongelovigen straffen
Misdadigers straffen
Wetten bepalen
Een domein besturen
Gods ideeën verspreiden

Slide 5 - Sleepvraag

Ketterijen
en inquisitie

99% van Europa was christen
Mensen uitten woede in ketterijen: meningen die niet mogen van de kerk
De kerkelijke rechtbank (inquisitie) moest dit oplossen

Slide 6 - Tekstslide

Het verbranden van de voeten tot er geen vlees meer over is.
Iemand dwingen (te veel) water te drinken. Deze persoon zou kunnen verdrinken.
Iemand ophangen aan zijn armen achter zijn rug. Hierdoor schieten je schouders uit de kom en kan je moeilijk ademen.
De voorzitter van de inquisitie (op de stoel) met zijn hulpje (staand).
De secretaris die alle bekentenissen opschrijft. 
De toezichthouder van de stad die kijkt of alles gaat zoals het hoort.
De beulen (mensen die martelen).
We zijn in een donkere kelder onder de grond. Waarom is dat denk je?
De beulen hebben maskers op. Waarom was dat denk je?
Waarom was een bekentenis van iemand die gemarteld werd vaak niet betrouwbaar?

Slide 7 - Tekstslide

Huiswerk 
Maken opdracht 17 en 18 A t/m D
Bladzijde 83/84

Slide 8 - Tekstslide

Hoofdklem: Het hoofd van de veroordeelde werd in de klem geplaatst. Nadien draaide de beul aan de schroef en werd er steeds meer en meer druk uitgeoefend op de schedel van het slachtoffer. Eerst sloegen de tanden stuk op de kaken en nadien sprongen de ogen uit de oogkassen. Als een slachtoffer levend vrijgelaten werd, liep deze vaak permanente schade op aan kaken, hersens of ogen.

Slide 9 - Tekstslide

Peer: Een peervormige ijzeren bal werd in de mond van het slachtoffer gestoken. Deze was verbonden met een ijzeren stang, waar aan gedraaid kon worden. Als dit gebeurde opende de peer zich in drie of vier delen. Hierdoor werd de mondholte tot het uiterste opengerekt en de kaakt verbrijzeld, waardoor het slachtoffer nooit meer duidelijk kon spreken.

Slide 10 - Tekstslide

Tongtang: Met een speciale tang werd de tong van het slachtoffer in een snelle beweging uitgerukt, waarna de persoon nooit meer kan praten of liegen.

Slide 11 - Tekstslide

Rektafel: Deze tafel was niet dodelijk, maar was een van de pijnlijkste martelmethoden. Het slachtoffer moest op een tafel gaan liggen en werd aan handen en voeten vastgemaakt. Met een rad werden armen en benen langzaam uit elkaar getrokken.

Slide 12 - Tekstslide

Duimschroef: Te vergelijken met een kleine bankschroef die gebruikt werd om vingers en tenen te breken. Soortgelijk apparaat werd ook voor medische doeleinden gebruikt. Namelijk het rechtzetten van vingers bij gewonde soldaten.

Slide 13 - Tekstslide

In de Romeinse tijd

  • Overal hetzelfde recht

  • Iedereen gelijk voor de wet

  • Eén soort rechtbank
In de middeleeuwen

  • Verschillende regels

  • Niet gelijk voor de wet

  • Twee soorten rechtbanken: de gewone en de inquisitie (kerkelijk)

Slide 14 - Tekstslide

Filmpje
Ketterij en inquisitie: heksenjachten

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Video

Romaanse bouwkunst
Vroege Middeleeuwen (500-1100)

Slide 17 - Tekstslide

Kenmerken (1)

  • lage, kleine gebouwen
  • lage torens
  • grove materialen
  • kleine, ronde ramen
  • dikke zuilen en muren
  • lage bogen


Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

Gotische bouwkunst
Late Middeleeuwen (1140-1500)

Slide 21 - Tekstslide

Kenmerken (1)

  • hoge, grote gebouwen
  • hoge, smalle torens
  • fijne materialen
  • grote ramen met glas-in-lood
  • smalle zuilen en muren
  • hoge bogen

  • 'een trap naar de hemel bouwen'


Slide 22 - Tekstslide


Kruisribgewelf



Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Tekstslide