Hoofdstuk 13 Dwangmiddelen


Hoofdstuk 13 Dwangmiddelen


1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
StrafrechtMBOStudiejaar 2,3

In deze les zitten 13 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les


Hoofdstuk 13 Dwangmiddelen


Slide 1 - Tekstslide

Dwangmiddelen

Slide 2 - Woordweb

Leerdoelen
  • Wat zijn dwangmiddelen?
  • Welke dwangmiddelen zijn er? 

Slide 3 - Tekstslide

Karakter
  • Wettelijk geregeld
  • Zwaarder misdrijf, zwaarder dwangmiddel
  • Ernstiger verdenking, zwaarder dwangmiddel
  • Zwaarder dwangmiddel, hoger functionaris
  • Geen plicht om mee te werken

Slide 4 - Tekstslide

Mag een opsporingsambtenaar in een noodgeval de wettelijke regels van een dwangmiddel aanpassen?
A
Ja, er is sprake van nood
B
Ja, dit mag altijd ook zonder nood
C
Nee, dit mag niet
D
Nee, alleen in overleg met de OvJ

Slide 5 - Quizvraag

Dwangmiddelen
  • Staande houden (art. 52 Sv)
  • Aanhouden (art. 53 & 54 Sv)
  • Ophouden voor onderzoek
  • In verzekering stellen (art. 57, 58 & 59 Sv)
  • Voorlopige hechtenis (art. 63 Sv)
  • Onderzoek aan lichaam en kleding (art. 56 Sv)

Slide 6 - Tekstslide

Dwangmiddelen minderjarige verdachten

Slide 7 - Tekstslide

Wat is het lichtste
dwangmiddel dat
de wet kent?
A
Aanhouden
B
Onderzoek aan kleding en lichaam
C
Voorlopige hechtenis
D
Staande houden

Slide 8 - Quizvraag

Welke dwangmiddelen kunnen niet bij kinderen onder de 12 jaar worden gebruikt?
A
Staande houden en aanhouden
B
Voorlopige hechtenis en in verzekering stellen
C
Voorlopige hechtenis en staande houden
D
In verzekering stellen en ophouden voor onderzoek

Slide 9 - Quizvraag

Sleep het  juiste dwangmiddel naar de juiste tijd
Ophouden voor onderzoek
Bewaring
In verzekring stellen
Gevangenhouding
 6 uur
14 dagen
3 dagen
90 dagen

Slide 10 - Sleepvraag

Wat zijn de voorwaarden
om iemand te mogen
fouilleren?
A
Sprake van ernstige bezwaren en verdachte is aangehouden
B
Er zijn geen voorwaarden
C
Sprake van ernstige bezwaren en verdachte staande gehouden

Slide 11 - Quizvraag

Wie mag iemand op
heterdaad aanhouden?
A
Opsporingsambtenaren
B
hulpofficier
C
Officier van Justitie
D
Iedereen

Slide 12 - Quizvraag


Feedback
Feedback

Slide 13 - Tekstslide