perspectief

Welkom
Pak je laptop, leesboek, schrift en boek erbij
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsVoortgezet speciaal onderwijsLeerroute 3

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 100 min

Onderdelen in deze les

Welkom
Pak je laptop, leesboek, schrift en boek erbij

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Programma 
  1. Lezen
  2. Journaal
  3. Check-in
  4. Theorie
  5. Oefenen
  6. Check-out 

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Check-in
  • Onderwerp: vertelperspectief
  • Lesdoelen:
- Je weet welke verschillende soorten perspectieven er zijn in een verhaal
- Je kunt het ik-perspectief, personaal perspectief en het perspectief van de alwetende verteller herkennen



Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is het verschil tussen een type en een karakter?

Slide 4 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Leg de begrippen flashback en flashforward uit.

Slide 5 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

De verteltijd is:
A
de tijd die nodig is om het verhaal te lezen( paginas, woorden etc)
B
De verlopen tijd in het verhaal (begin 1950 eindigt in 2025).

Slide 6 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Journaal

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Theorie: perspectieven/vertellers
  1. Ik-verteller (eerste persoon)
  • Je kijkt door de ogen van de verteller.
  • Je weet alleen wat ‘ik’ denkt, voelt en ervaart.
  • Voorbeeld: “Ik had zo’n hekel aan de pestkoppen dat ik ze één voor één in elkaar sloeg.”
  • Kenmerk: Je krijgt één kant van het verhaal en kunt je makkelijk inleven.

    2. Personale verteller (derde persoon)

  • Het verhaal wordt verteld met hij/zij, maar je weet alleen wat die persoon denkt en voelt.
  • Voorbeeld: “Hij had zo’n hekel aan de pestkoppen dat hij ze één voor één in elkaar sloeg.”
  • Kenmerk: Lijkt op ik-verteller, maar in derde persoon.









Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Perspectieven
Auctoriale verteller (alwetend)
  • Weet alles: gedachten van alle personages, verleden, heden, toekomst.
  • Kan vooruitblikken en commentaar geven.
  • Voorbeeld: “De pestkoppen zullen verrast worden door de wraak van hun klasgenoot.”

Meervoudig perspectief
  • Meerdere ik-vertellers of meerdere personale vertellers.
  • Je wisselt tussen verschillende personages, je weet alleen wat de personages zelf weten. 
  • Je weet dus niet meer zoals de toekomst.
  • Let op: Dit is niet hetzelfde als auctoriaal!

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht perspectieven en games
1. Bekijk de video.
2. Benoem in je video waarvan jij denkt, welk perspectief daarbij past.

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 11 - Video

26:26

Slide 12 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 13 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Welke game hoort bij welk perspectief?

Slide 14 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Leg in je eigen woorden uit wat het verschil is tussen een meervoudig personaal perspectief en de alwetende verteller.

Slide 15 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat voor perspectief is er in jou boek?

Slide 16 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Creatief schrijven
  • Wat moet je doen: bedenk 2 a drie personages en het perspectief voor je eigen verhaal en schrijf dit uit.
  • Hoe moet je dit doen: kijk naar de theorie waaraan een personage (Karakters of Types) moet voldoen.
  • Hulp: help elkaar en docent kan je ook helpen.
  • Hoe lang: 15 minuten
  • Klaar? Lees verder in je leesboek.

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies