KNM thema 4: Onderwijs en opvoeding

KNM thema 4: Onderwijs en opvoeding
1 / 45
volgende
Slide 1: Tekstslide
NT2ISK

In deze les zitten 45 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 160 min

Onderdelen in deze les

KNM thema 4: Onderwijs en opvoeding

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we doen?
4.1 Soorten onderwijs
4.2 Zo gaat dat op school
4.3 De kosten van het onderwijs
4.4 Kinderopvang
4.5 Hulp bij opvoeding

Slide 2 - Tekstslide

4.1 Soorten onderwijs

Slide 3 - Tekstslide

Het schoolsysteem
  • In Nederland is er leerplicht van 5 - 16 jaar (voorwaarde einde leerplicht: startkwalificatie) (de meeste kinderen gaan als ze 4 zijn naar school)

  • Nà de basisschool  -->  naar de middelbare school (voortgezet onderwijs)  
Middelbare school: vmbo (4 jaar), havo (5 jaar) of vwo (6 jaar).
  • Vervolgopleiding nà de middelbare school: mbo, hbo of universiteit

  • Je middelbare school diploma bepaalt de vervolgopleiding.
  • ISK (internationale schakelklas)

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Verschillende scholen
  • Openbare school: religie geen rol
  • Bijzondere school: religie wel een rol (christelijke of islamitische scholen)
  • Sommige bijzondere scholen zijn niet religieus, maar ze hebben een andere manier van leren: montessorischool
  • Speciaal onderwijs: voor leerlingen die meer aandacht nodig hebben (handicap, chronische ziekte of psychische problemen)

Slide 6 - Tekstslide

___ bepaalt naar welk niveau kinderen op de middelbare school gaan
A
De eindtoets
B
De keuze van de ouders
C
Het advies van de basisschool

Slide 7 - Quizvraag

De meeste kinderen gaan naar ___. Dat duurt vier jaar.
A
vmbo
B
havo
C
vwo

Slide 8 - Quizvraag

Op de basisschool hebben de kinderen verschillende vakken. Ze leren bijvoorbeeld ___.
A
De Nederlandse taal
B
Geschiedenis en rekenen
C
Verschillende talen en wiskunde

Slide 9 - Quizvraag

Als je informatie over een school wilt, kun je ___.
A
Een afspraak maken
B
's avonds langskomen
C
Een open dag bezoeken

Slide 10 - Quizvraag

Het mbo, het hbo en de universiteit noem je het ___.
A
Vervolgonderwijs
B
middelbaar onderwijs
C
praktijkonderwijs

Slide 11 - Quizvraag

___ naar welke school de kinderen gaan. Er is vrijheid van onderwijs.
A
De gemeente bepaalt
B
De nationaliteit van de kinderen
C
Ouders mogen zelf bepalen

Slide 12 - Quizvraag

In ___ zijn de klassen klein en krijgen de leerlingen extra begeleiding.
A
het speciaal onderwijs
B
het middelbaar onderwijs
C
het voortgezet onderwijs

Slide 13 - Quizvraag

4.2 Zo gaat dat op school

Slide 14 - Tekstslide

Wat verwacht de school?
  •  Ouderbetrokkenheid: ouders halen kinderen van school, zijn aanwezig bij ouderavonden en tienminutengesprekken
  •  Sommige ouders zijn vrijwilliger op school (leesouder of mee op schoolreisje)
  • Ouders praten met de docent over de prestaties van de kinderen

Slide 15 - Tekstslide

Leerplicht
  •  In Nederland is er leerplicht van 5 - 16 jaar (voorwaarde einde leerplicht: startkwalificatie) (de meeste kinderen gaan als ze 4 zijn naar school)
  • Schoolvakanties (op vakantie buiten de schoolvakanties? --> je kunt een boete krijgen)
  • Een bijzonder dag? (bruiloft, religieus feest, begrafenis) --> toestemming vragen



    Slide 16 - Tekstslide

    Werk samen!
    • Is er ook leerplicht in je geboorteland?
    • Heb je kinderen die in Nederland op school zitten? Zo ja, heb je weleens toestemming gevraagd aan de school voor een extra vrije dag? 
    • Scholen vinden het belangrijk dat ouders betrokken zijn bij de school van hun kind. Vind jij dat ook belangrijk? Waarom wel of niet?

    Slide 17 - Tekstslide

    4.3 De kosten van het onderwijs

    Slide 18 - Tekstslide

    • Moeten ouders betalen voor school in Nederland?
    • Betaalt de overheid soms voor de school?



      Slide 19 - Tekstslide

      Schoolkosten
      Er zijn verschillende soorten schoolkosten: sommigen betaalt de overheid, andere kosten betalen ouders zelf.

      Tot 18 jaar is school gratis. Er kunnen wel kosten zijn:
      Categorie 1: Kosten die de school betaalt (schoolboeken, lesmateriaal)
      Categorie 2: Kosten die de ouders betalen (pennen, schriften, rekenmachine)
      Categorie 3: Kosten voor computer of laptop (in overleg met de ouders)
      Categorie 4: Vrijwillige ouderbijdrage (voor extra activiteiten, dit is vrijwillig)

      Slide 20 - Tekstslide

      Kinderbijslag
      • bijdrage van de overheid voor ouders met kinderen tot 18 jaar
      • Alle ouders krijgen kinderbijslag
      • Zelf aanvragen bij de SVB
      • Je ontvangt kinderbijslag elk kwartaal
      • Hoogte is afhankelijk van het aantal kinderen

      Slide 21 - Tekstslide

      Kindgebonden budget
      • bijdrage van de overheid voor ouders met kinderen tot 18 jaar
      • Extra bijdrage naast de kinderbijslag
      • Inkomen mag niet te hoog zijn
      • SVB stuurt je gegevens naar de belastingdienst (niet zelf aanvragen)
      • Hoogte is afhankelijk van het aantal kinderen en inkomen

      Slide 22 - Tekstslide

      Regelingen voor ouders
      Financiële hulp voor de kosten van de kinderen.

      Kinderbijslag: bijdrage van de overheid voor ouders met kinderen tot 18 jaar
      Kindgebonden budget: voor ouders met kinderen tot 18 jaar. Inkomen mag niet te hoog zijn
      Tegemoetkoming scholieren: voor scholieren van 18 jaar of ouder die nog op school zitten
      Bijdrage in de schoolkosten: verschilt per gemeente

      Slide 23 - Tekstslide

      Tegemoetkoming scholieren
      • Ben je 18 jaar of ouder en zit je nog op school? --> tegemoetkoming scholieren
      • Maandelijks geldbedrag
      • Woont het kind niet meer thuis? --> geldbedrag is hoger
      • Zelf aanvragen bij DUO

      Waarom?
      • In plaats van kinderbijslag
      • Het kind zit nog op school
      • Het kind is 18 jaar en krijg zelf het geldbedrag

      Slide 24 - Tekstslide

      Bijdrage in de schoolkosten
      • Veel gemeenten geven extra geld voor kinderen die naar school gaan
                               - per gemeente anders
      • Om schoolkosten te betalen (Denk aan: laptop, gymschoenen, vrijwillige ouderbijdrage etc.)
      • Voor ouders met een laag inkomen
      • Zelf aanvragen bij de gemeente waar je woont

      Slide 25 - Tekstslide

      Studiefinanciering (1/2)
      Ga je studeren? En ben je jonger dan 30 jaar? --> dan krijg je studiefinanciering

      Basisbeurs - Iedereen krijgt de basisbeurs (MBO niveau 1,2,3 & 4, HBO en Universiteit)
      Aanvullende beurs - Afhankelijk van het inkomen van de ouders
      Studentenreisproduct (studenten-ov) - Iedereen krijgt het studentenreisproduct

      Haal je binnen 10 jaar je diploma? Dan zijn de basisbeurs, de aanvullende beurs en het studentenreisproduct een gift (bij MBO niveau 1 & 2 is het direct een gift)

      Slide 26 - Tekstslide

      Studiefinanciering (2/2)
      Is de basisbeurs en aanvullende beurs niet genoeg?
      --> Lening aanvragen (via DUO)
      • De lening moet je altijd terugbetalen

      Wil je weten hoeveel geld je kunt krijgen? 
      --> rekenhulp op DUO

      Slide 27 - Tekstslide

      Joseph is 18 jaar. Hij doet volgend jaar eindexamen vwo. Hij heeft recht op ___.
      A
      Kinderbijslag
      B
      Kindgebonden budget
      C
      Tegemoetkoming scholieren

      Slide 28 - Quizvraag

      Allison ontvangt kinderbijslag voor haar kinderen. Ze ontvangt dit geld ___.
      A
      Elke maand
      B
      Elke drie maanden
      C
      Elk half jaar

      Slide 29 - Quizvraag

      Als ouders de vrijwillige ouderbijdrage niet betalen, mag hun kind ___.
      A
      wel meedoen met de klas
      B
      niet meedoen met de klas

      Slide 30 - Quizvraag

      Iedereen die studeert krijgt de aanvullende beurs.
      A
      Waar
      B
      Niet waar

      Slide 31 - Quizvraag

      Met de tegemoetkoming in de schoolkosten (gemeente) kunnen bijvoorbeeld ___ te betalen.
      A
      Een laptop
      B
      Schoolboeken
      C
      De lessen

      Slide 32 - Quizvraag

      Je kunt de tegemoetkoming scholieren aanvragen via de website van ___.
      A
      SVB
      B
      DUO
      C
      De belastingdienst

      Slide 33 - Quizvraag

      4.4 Kinderopvang

      Slide 34 - Tekstslide

      Soorten kinderopvang
      • Creche/kinderdagverblijf past overdag op kleine kinderen (0-4 jaar)
      • De peuteropvang (voorschool) (2-4 jaar) bereidt kinderen voor op de basisschool (Ook aandacht voor de taalontwikkeling)
      • bso (buitenschoolse opvang) (4-13 jaar) is voor en na schooltijd voor kinderen op de basisschool

      Ouders kunnen kinderopvangtoeslag aanvragen -->  krijgen een deel van de kosten terug van de Belastingdienst. (beide ouders moeten werken of naar school gaan)

      Slide 35 - Tekstslide

      Praat samen!
      • Heb je kinderen? Zo ja, maken ze gebruik van de kinderopvang? Van welke soort kinderopvang?
      • Hoe vinden je kinderen het daar? Wat doen ze als ze daar zijn?
      • Als je geen kinderen hebt: hoe zou je de kinderopvang regelen?

      Slide 36 - Tekstslide

      4.5 Hulp bij opvoeding

      Slide 37 - Tekstslide

      Slide 38 - Tekstslide

      Samen opvoeden
      Er zijn verschillende mogelijkheden voor hulp bij het opvoeden van kinderen:
      • Mensen in je netwerk 
                               - familie, vrienden, buren, collega's
      •  Organisaties


      Slide 39 - Tekstslide

      Samen opvoeden: organisaties 
      • Hulp van school of opvang
      Een leerkracht of pedagogisch medewerker kent je kind goed --> samen praten.

      • Organisaties in je gemeente
      Verschillende namen (voorbeelden in LINK - en zoek op internet!), advies op de website, opvoedcursussen 

      • Medische hulp voor je kind
      Consultatiebureau, de huisarts (<-- advies vragen), jeugdarts (je kind gaat tussen de 5 en 15 jaar drie keer (totaal) naar een jeugdarts --> kijkt naar de ontwikkeling)

      • Jeugdzorg
      Voor grote problemen (gedrag of psychisch) voor kinderen tot 18 jaar. De huisarts of jeugdzorg verwijst je door. 

      Slide 40 - Tekstslide

      Wie is verantwoordelijk?
      Tot 14 jaar: Ouders zijn volledig verantwoordelijk. Kind mag weinig zelf kiezen.

      14 tot 16 jaar: Kind mag sommige keuzes maken. Maar ouders zijn nog groot deel verantwoordelijk.

      16 tot 18 jaar: Kind kiest meer zelf. Ouders zijn soms nog gedeeld verantwoordelijk.

      Vanaf 18 jaar: Kind is helemaal zelf verantwoordelijk. Ouders niet meer.

      Slide 41 - Tekstslide

      Werk samen!
      Ga naar de website https://www.nji.nl/ontwikkeling.

      1. Je hebt een baby gekregen. Welke informatie kun je vinden over eten?
      2. Je kind is een peuter van 2 jaar. Welke informatie kun je vinden over regels?
      3. Je kind is een kleuter van 4 jaar. Welke informatie kun je vinden over school?
      4. Je kind is 9 jaar. Welke informatie kun je vinden over bewegen?
      5. Je kind is een puber van 14 jaar. Welke informatie kun je vinden over media

      Slide 42 - Tekstslide

      Noem iets dat je vandaag hebt geleerd!

      Slide 43 - Woordweb

      Een fijne vakantie!

      Slide 44 - Tekstslide

      Onderwijs en opvoeding

      Slide 45 - Woordweb