opdracht school

Wat weten we nog?
Puzzelen !

Wat hebben jullie geleerd?
1 / 28
volgende
Slide 1: Tekstslide
BedrijfseconomieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

In deze les zitten 28 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Wat weten we nog?
Puzzelen !

Wat hebben jullie geleerd?

Slide 1 - Tekstslide

Thema "Btw" les 3

Slide 2 - Tekstslide

Wat gaan we doen vandaag
- Wat weten we nog van de vorige les? 
- Wat zijn de doelen voor deze les
- Theorie
- Oefenen
- Afsluiting
- Evaluatie
-  Huiswerk


Slide 3 - Tekstslide

Les 3 Rekenen met BTW

Slide 4 - Tekstslide

Lesdoelen les 3.
De leerling kan na de les verklaren waarom btw een indirecte belasting wordt genoemd
De leerling weet wat btw is en hoe die bij de belastingdienst terechtkomt.
De leerling kan uitleggen het verschil tussen de volgende berekeningen: 
- vanuit de verkoopprijs exclusief btw de verkoopprijs inclusief btw bepalen
- vanuit de verkoopprijs inclusief btw de verkoopprijs exclusief btw bepalen


Slide 5 - Tekstslide

Vraag 1. Waar denk jij aan bij "toegevoegde waarde"?

Slide 6 - Open vraag

Slide 7 - Tekstslide

Vraag 2.
1. WAT -Zoek uit hoe de btw op de kassabon is berekend.
2. HOE- Gebruik de kassabon en schrijf wat je doet uit in stappen om de btw te kunnen berekenen
3. HULP- Stel vragen aan een lid van je groepje
4. TIJD - 5 minuten
5. UITKOMST- 2-3 leerlingen laten hun berekening op het bord zien
6. KLAAR- Steek je arm in lucht

Slide 8 - Tekstslide

BTW
BTW betekent toegevoegde waarde. Het is een belasting die de winkelier moet optellen bij de verkoopprijs. 

Als je iets koopt, betaal je als consument dus altijd btw (omzetbelasting). Het btw-tarief is voor de meeste producten 21% van de verkoopprijs. Voor basisbehoeften als levensmiddelen betaal je 9%.

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Video

9% BTW
21% BTW
medicijnen
de btw op appels
fiets
brood
de btw op een i-pad

Slide 11 - Sleepvraag

BELASTING WETTENBOEK
Omzetbelasting is dus een "heffing" (opgelegde verplichting tot betaling) op de levering van goederen en diensten door een ondernemer. 

Omdat dit vrij ingewikkeld is staat alles omschreven in het Belasting wetten boek (specifiek van bladzijde 933 tot en met 1208) maar heeft ook met vele andere wetten te maken.

Slide 12 - Tekstslide

BELASTING WETTEN BOEK
Hierin wordt antwoord gegeven op o.a. de volgende vragen:
* Wie moet omzetbelasting voldoen?
* Wanneer ben je een ondernemer?
* Wat wordt verstaan onder de levering van goederen/ 
   diensten?
* Hoeveel en wanneer moet omzetbelasting worden 
   voldaan?

Slide 13 - Tekstslide

Indirecte belasting
Je koopt de nieuwste versie van het computerspel FIFA. In de prijs die je aan de webshop betaalt, zit € 10,40 aan btw. 

De webshop draagt deze € 10,40 vervolgens af aan de belastingdienst van de overheid. 

Zo betaal jij de btw via een omweg aan de overheid.

Slide 14 - Tekstslide

Verklaar waarom btw een indirecte belasting genoemd wordt.

Slide 15 - Open vraag

Consumentenprijs
Je koopt een mooie spijkerbroek hier in Mijdrecht. De prijs die je betaalt, bestaat uit twee delen:  

Het grootste deel is:                     de verkoopprijs zonder btw (excl. btw).
Daarbovenop komt:                    +de btw.
Als consument betaal je:             de verkoopprijs inclusief btw. 

Je noemt het dan ook wel de consumentenprijs dus  
Consumentenprijs = verkoopprijs + btw

Slide 16 - Tekstslide

Coolcat verkoopt kleding. De broeken hebben een verkoopprijs van € 55,- (exclusief btw). De btw is 21%. Wat is de consumentenprijs?

Slide 17 - Open vraag

Consumentenprijs terugrekenen
Je hebt via Zalando voor € 18,15 een T-shirt gekocht via internet. Je wilt weten wat de prijs exclusief btw is. Om dat te kunnen berekenen, moet je een overzicht maken van de percentages.
Prijs exclusief btw = 100%
Btw                             21%
Consumentenprijs = 121%

Slide 18 - Tekstslide

Consumentenprijs terugrekenen
Prijs exclusief btw = 100%
Btw                             21%
Consumentenprijs = 121%

De consumentenprijs van je T-shirt is € 18,15. Reken vanuit dit bedrag eerst terug naar 1%. De consumentenprijs is 121%, dus deel je door 121%. 
De uitkomst van dit bedrag vermenigvuldig je met 100, want de prijs exclusief btw is 100%.

Slide 19 - Tekstslide

De consumentenprijs van een laptop is € 459,80 (inclusief 21% btw). Bereken de prijs exclusief btw.
Denk hierbij aan het stappenplan.

Slide 20 - Open vraag

Samenwerkend leren
1. Wat – Maak de opdrachten van het werkblad
2. Hoe – Gebruik zo nodig het stappenplan van mij. Iedere berekening          werk je helemaal uit
3. Hulp – Stel vragen aan een lid van je groepje
4. Tijd – 10 minuten
5. Uitkomst – Je kijkt in je groepje naar elkaars uitwerkingen en ik kies          groepjes uit om 1 berekening te presenteren
6. Klaar – Steek je arm in de lucht

Slide 21 - Tekstslide

Wat hebben we geleerd?

Slide 22 - Tekstslide

Lesdoelen les 3.
De leerling kan na de les verklaren waarom btw een indirecte belasting wordt genoemd
De leerling weet wat btw is en hoe die bij de belastingdienst terechtkomt.
De leerling kan uitleggen het verschil tussen de volgende berekeningen: 
- vanuit de verkoopprijs exclusief btw de verkoopprijs inclusief btw bepalen
- vanuit de verkoopprijs inclusief btw de verkoopprijs exclusief btw bepalen


Slide 23 - Tekstslide

Verklaar waarom btw een indirecte belasting genoemd wordt?

Slide 24 - Open vraag

Door een btw verlaging op tandpasta betaal je geen € 1,75 maar € 1,53. Leg uit waarom de winkelier nog evenveel aan de tandpasta verdient.

Slide 25 - Open vraag

De leerling kan uitleggen het verschil tussen de volgende berekeningen:
- vanuit de verkoopprijs exclusief btw de verkoopprijs inclusief btw bepalen
- vanuit de verkoopprijs inclusief btw de verkoopprijs exclusief btw bepalen


Slide 26 - Open vraag

Ik vond deze les

Slide 27 - Sleepvraag

EVALUATIEFORMULIER
Huiswerk dat ook op magister staat is .......

BEDANKT 

Slide 28 - Tekstslide