§4.4. Stedelijke ontwikkelingen

§4.4. Stedelijke ontwikkelingen
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quiz, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

§4.4. Stedelijke ontwikkelingen

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vandaag
  • De opbouw van de stad
  • Huiswerk
  • Einde

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen  
aan het einde van deze paragraaf...
  • kun je de ontwikkeling van steden vanaf 1830 tot nu beschrijven in termen van ruimtelijke inrichting en economie.
  • kun je uitleggen hoe de inrichting van de stad verandert na 1990.
  • kun je uitleggen waarom steden na 1990 een transformatie (grote verandering) ondergaan.
  • kun je een verband leggen tussen de ruimtelijke ontwikkeling van steden en de demografische ontwikkelingen.

Slide 3 - Tekstslide

Zorg ervoor dat je de leerdoelen beheerst. 
Nederland: stedelijke ontwikkeling

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Mensen trokken naar de stad voor werk. Dit proces heet
A
Urbanisatie
B
Sub-urbanisatie

Slide 9 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Woningnood na WO-2

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Jaren '50 portiekflats

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Jaren '60 hoogbouw

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

'60/70 Suburbanisatie
  • Welvaartstijging 
  • Woonerven / Bloemkoolwijken

  • Suburbanisatie: vertrekken jonge gezinnen uit stad naar nieuwe woonwijken aan de rand van de stad en omliggende dorpen -> aanwijzen groeikernen. 

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Stadsvernieuwing
vanaf 1980
  • Renovatie: opknappen
  • Sanering: sloop en nieuwbouw

Renovatie & Sanering= beide herstructurering.
Doel: Het verbeteren van de kwaliteit van de woningen + de leefbaarheid in de wijk.

Welk gevolg had dit in eerste instantie voor de bevolkingssamenstelling?
  • eenzijdig: weinig koopkracht , met name
    ouderen, studenten en immigranten. 

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Herstructurering vanaf 1990
Verbeteren kwaliteit woningen, woningaanbod en openbare ruimte. Kenniseconomie zorgde voor o.a. re-urbanisatie van koopkrachtigen.
-> Slechtste woningen worden duurder en luxer. 

Gevolgen:
  • Bevolkingssamenstelling verandert: rijkere mensen met meer koopkracht
  • Hoger voorzieningenniveau

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Gentrificatie
Dit is een bijzondere vorm van stedelijke vernieuwing waarbij de rol van de lokale overheid heel klein is en de vernieuwing niet altijd ten goede komt van de oorspronkelijke bewoners.


In 3 stappen:
1. Rijke mensen kopen huizen en knappen deze op;
2. Middenklasse trekt in de wijk waarmee de gemiddelde woningprijzen stijgen;
3. Oorspronkelijke inwoners kunnen de stijgende prijzen niet betalen en worden verdrongen uit hun eigen woonwijk



Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 20 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Conclusie
Stad veel verandert
Stad tegenwoordig een plek aan het worden voor de rijken.
Moeten we dat willen?

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Huiswerk
Maak van §4.4 opdrachten 1 t/m 6

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies