4.4. Stedelijke ontwikkelingen

Opdracht omgevingsvisie Gemert
1. Wat gaat er veranderen in de gemeente Gemert-Bakel binnen dit thema? 
2. Welke gevolgen heeft dat voor het ruimtelijke beleid?
3. Wat zijn de voordelen van deze verandering?
4. Worden er nadelen genoemd binnen dit thema? Zo niet, bedenk zelf een mogelijk nadeel bij deze verandering.
5. Noteer één punt per thema die jij opmerkelijk/bijzonder/verrassend vindt. Het kan ook een punt zijn waar jij het mee eens/oneens bent. Licht toe waarom jij dit vindt.

de plannen van de overheid voor het gewenste huidige en toekomstige gebruik van de ruimte in Nederland
1 / 42
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 42 slides, met interactieve quiz, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Opdracht omgevingsvisie Gemert
1. Wat gaat er veranderen in de gemeente Gemert-Bakel binnen dit thema? 
2. Welke gevolgen heeft dat voor het ruimtelijke beleid?
3. Wat zijn de voordelen van deze verandering?
4. Worden er nadelen genoemd binnen dit thema? Zo niet, bedenk zelf een mogelijk nadeel bij deze verandering.
5. Noteer één punt per thema die jij opmerkelijk/bijzonder/verrassend vindt. Het kan ook een punt zijn waar jij het mee eens/oneens bent. Licht toe waarom jij dit vindt.

de plannen van de overheid voor het gewenste huidige en toekomstige gebruik van de ruimte in Nederland

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Situatie nu
  1. Wat zie je ?
  2. Waar komt dit voor?
  3. Waarom komt dit hier voor?
  4. Komt dit overal zo voor? 
Situatie vroeger

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

4.4. Stedelijke ontwikkelingen

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen  
aan het einde van deze paragraaf...
  • kun je de ontwikkeling van steden vanaf 1830 tot nu beschrijven in termen van ruimtelijke inrichting en economie.
  • kun je uitleggen hoe de inrichting van de stad verandert na 1990.
  • kun je uitleggen waarom steden na 1990 een transformatie (grote verandering) ondergaan.
  • kun je een verband leggen tussen de ruimtelijke ontwikkeling van steden en de demografische ontwikkelingen.

Slide 4 - Tekstslide

Zorg ervoor dat je de leerdoelen beheerst. 
De creatieve stad =
Creatieve broedplaatsen
Een creatieve broedplaats is een plek waar creatieve mensen samenwerken en nieuwe ideeën ontstaan.
HERHALING 4.2.

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Casus - Honig Nijmegen
"Van werkplaats naar woonplaats"


Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 7 - Tekstslide

Honigcomplex Nijmegen

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Andere voorbeelden? 
Verkadefabriek - Den Bosch
Noordkade - Veghel
NDSM werf - Amsterdam
Werkspoorkwartier - Utrecht

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Stad
Agglomeratie
Stedelijk gebied
Suburbanisatie

Slide 11 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De situatie vanaf 1830

  • Start industriële revolutie: fabrieken en spoorwegen verschijnen rond stadscentra.
  • Arbeiders trekken massaal naar de stad → urbanisatie.
  • Woningen dicht bij fabrieken, vaak klein, vochtig en zonder voorzieningen.
  • Overheid grijpt nauwelijks in; particuliere woningbouw van slechte kwaliteit.
  • Bekende 19e-eeuwse arbeiderswijken: De Pijp (A’dam), Crooswijk (R’dam), Lombok (Utrecht) Philipsdorp (Eindhoven).
  • Steden groeien snel maar ongezond → woningnood en slechte leefomstandigheden.

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Na WO II

  • Grote woningnood blijft bestaan tot na 1960.
  • Bouw van ruime, groene naoorlogse wijken met flats en eengezinswoningen.
  • Suburbanisatie: gezinnen verhuizen naar omliggende dorpen/steden (groeikernen).
  • Stad verpauperd: ouderen, migranten en studenten blijven achter.
  • Lage koopkracht, veel werkloosheid en overlast in oude wijken en stationsgebieden.
  • Vanaf 1980: stadsvernieuwing door renovatie en sloop/nieuwbouw.
  • Oude fabrieken komen leeg te staan door globalisering en schaalvergroting.

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De situatie vanaf 1990

  • Kenniseconomie stimuleert de groei van steden → re-urbanisatie.
  • Creatieve en hoogopgeleide bewoners kopen en knappen woningen op.
  • Gemeenten sturen op herstructurering: sloop slechtste huurwoningen, nieuwbouw koopwoningen. 
  • Oude industrie- en stationsgebieden ondergaan een transformatie: wonen, werken, recreatie. (ook herstructurering)
  • Wijken worden aantrekkelijker: groen, speeltuinen, duurdere horeca en winkels.
  • Gentrificatie: bevolkingssamenstelling verandert → hogere inkomens trekken in (en verdringen lagere inkomensgroepen)
  • Bouw van Vinex-wijken aan de stadsrand voor jonge gezinnen.

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Gentrificatie
Dit is een bijzondere vorm van stedelijke vernieuwing waarbij de rol van de lokale overheid heel gering is en de vernieuwing niet altijd ten goede komt van de oorspronkelijke bewoners.


In 3 stappen:
1. Rijke mensen kopen huizen en knappen deze op;
2. Middenklasse trekt in de wijk waarmee de gemiddelde woningprijzen stijgen;
3. Oorspronkelijke inwoners kunnen de stijgende prijzen niet betalen en worden verdrongen uit hun eigen woonwijk



Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Denken-delen-uitwisselen
Denken - individueel Lees het stukje wat bij jouw cijfer hoort
1: De situatie vanaf 1830 (Gebruik zeker bron 17!)
2: Na WO II
3: De situatie vanaf 1990

  • Beschrijf de stedelijke ontwikkeling in deze periode. Ga in op belangrijke gebeurtenissen, veranderingen in woningbouw, en de verschuivingen in de bevolkingssamenstelling.
  • Noteer de begrippen en ga in op de betekenis

Optioneel: in van plaats van te schrijven mag je ook tekenen hoe de stad er destijds uitzag!
timer
7:00

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Delen (5min)
Ga nu in de volgende twee/drie-tallen zitten 

  • Deel jullie gedachten over wat je hebt opgemerkt tijdens het individueel werken.
  • Kijk naar overeenkomsten en verschillen
  • Bepaal gezamenlijk de belangrijkste punten van jullie tijdperk.
  •  Noteer deze in je schrift.
timer
5:00

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Uitwisselen
Ga nu in het volgende drietal zitten 

  • Iedere leerling is nu expert van zijn deel
  • Leg, kort en bondig, uit wat de belangrijkste punten/ontwikkelingen/begrippen zijn van jouw tijdperk. 
  • Degene die luisteren, maken aantekeningen.
  • Uiteindelijk moet je van ieder tijdperk de belangrijkste ontwikkelingen kunnen beschrijven

timer
1:00

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Situatie nu
  1. Wat zie je ?
  2. Waar komt dit voor?
  3. Waarom komt dit hier voor?
  4. Komt dit overal zo voor? 
Situatie vroeger

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Neem de grafiek over in je schrift
  • Verdeel de lijn in drie verschillende fasen
  • Noteer per fasen begrippen die relevant zijn
  • Gebruik eventueel je leerboek
Ontwikkeling stedelijke bevolking

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 24 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Veryupping in de Jordaan
  1. Omschrijf in eigen woorden wat 'veryupping is'
  2. Welke veranderingen zie je in de Jordaan als gevolg van veryupping? Noem er minstens twee.
  3. Wat valt je op aan de mensen die nu in de wijk wonen vergeleken met vroeger?
  4. Welke voorzieningen verdwijnen of veranderen? Wie profiteren daar wel of niet van?
  5. Waarom willen veel mensen graag in een wijk als de Jordaan wonen? Wat maakt de wijk aantrekkelijk?
  6. Wie hebben volgens jou voordeel bij de veryupping in de Jordaan? En wie juist niet?

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 26 - Link

Deze slide heeft geen instructies

Slide 27 - Link

Deze slide heeft geen instructies

Wat vinden jullie?

  • Vind jij het goed of slecht als een oude stadswijk verandert door de komst van rijkere bewoners? Leg uit.
  • Moet de overheid ingrijpen als mensen met een lager inkomen uit een wijk verdwijnen? Waarom wel/niet?

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vragen?
Groeikernen - Herstructurering - VINEX - Gentrificatie - Of iets anders? 


Of aan de slag! Opdrachten 4.4. 2-3-5-6 
Huiswerk voor donderdag! 

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Nederland: stedelijke ontwikkeling

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

'70 Suburbanisatie
  • Welvaartstijging 
  • Woonerven / Bloemkoolwijken

  • Suburbanisatie: vertrekken jonge gezinnen uit stad naar nieuwe woonwijken rand stad en omliggende dorpen -> aanwijzen groeikernen. 

Slide 32 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 33 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 34 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 35 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 36 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Examentraining

Slide 37 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opgave 1
Opgave 2

Slide 38 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Dimensies

Slide 39 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opgave 1 correctie
Opgave 2 correctie

Slide 40 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Huiswerk
Examenopgaven LessonUp vorige dia
+ Examenopgave 7 - Het Honigcomplex Nijmegen in SOM

Deze heb je af voor a.s. donderdag

Slide 41 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 42 - Video

Deze slide heeft geen instructies