Les voor toets 3.4

Water
1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Water

Slide 1 - Tekstslide

Vragen 3.1 t/m 3.4
geen vragen? kijk eens of je de leerdoelen snapt

Slide 2 - Tekstslide

wat is geen onderdeel van de waterkringloop?

Slide 3 - Tekstslide

Wanneer valt de meeste neerslag in Nederland?

Slide 4 - Tekstslide

Waaraan gaan de meeste mensen dood bij een overstroming?

Slide 5 - Tekstslide

Wat is de kern van duurzaam water gebruiken?

Slide 6 - Tekstslide

Wat verwacht je dat er op de toets komt?

Slide 7 - Tekstslide

Bijna 97% van al het water op aarde = zout
A
Goed
B
Fout

Slide 8 - Quizvraag

Hoeveel % van het water op de wereld is zoet?
A
2,5%
B
5%
C
7,9%
D
10,4%

Slide 9 - Quizvraag

Hoeveel % van het zoete water is toegankelijk voor de mens?
A
1%
B
7%
C
9%
D
11%

Slide 10 - Quizvraag

Waar begint de kringloop van het water?
A
Water verdampt
B
Het regent
C
Waterdamp wordt een wolk
D
Water stroomt naar de rivier

Slide 11 - Quizvraag

De grote waterkringloop
A
gaat alleen via zee
B
is alleen boven land
C
gaat ook via de grond
D
is van korte duur

Slide 12 - Quizvraag

De overgang van water als ijs naar vloeibaar water, noemen we ...
A
Verdamping
B
Condensatie
C
Smelten
D
Stollen

Slide 13 - Quizvraag

De overgang van vloeibaar water naar water in de vorm van gas, noemen we ...
A
Verdamping
B
Condensatie
C
Smelten
D
Stollen

Slide 14 - Quizvraag

De overgang van water als gas naar vloeibaar water, noemen we ...
A
Verdamping
B
Condensatie
C
Smelten
D
Stollen

Slide 15 - Quizvraag

Waterdamp is doorzichtig
A
Waar
B
Niet waar

Slide 16 - Quizvraag

De hoeveelheid water die een gebied binnenkomt en uitgaat, noem je ...
A
Waterbalans
B
Nuttige neerslag
C
Waterkringloop

Slide 17 - Quizvraag

nuttige neerslag is..
A
Het water dat we nodig hebben
B
Het water dat we gebruiken
C
De watervoorraad
D
Het verschil tussen neerslag en verdamping

Slide 18 - Quizvraag

Gaat het om vernieuwbaar of niet-vernieuwbaar water:
Er wordt water uit een rivier gehaald om het land mee te irrigeren
A
Vernieuwbaar
B
Niet-vernieuwbaar

Slide 19 - Quizvraag

Welke watervoorraad is niet vernieuwbaar?
A
grondwater buiten een aquifier
B
rivierwater
C
geïnfiltreerd water
D
fossiel water

Slide 20 - Quizvraag

Wat hoort hier niet tussen?
A
Aquifier
B
Niet vernieuwbaar water
C
Ondoordringbare laag
D
Duurzaam waterbeheer

Slide 21 - Quizvraag

Wat hoort hier NIET tussen?
A
Het versterkte broeikaseffect verminderen
B
Een vestigingsbeleid waarbij mensen zo veel mogelijk geweerd worden uit risicogebieden.
C
Drinkwater en voedsel veiligstellen na eventuele overstromingen
D
Ruimte voor de rivier maken

Slide 22 - Quizvraag

Welk risicogebied komt niet door de mens?
A
rotsige ondergrond
B
bodemdaling
C
ontbossing
D
stedelijke bebouwing

Slide 23 - Quizvraag

Er is in een gebied te weinig geïnvesteerd in om het aanwezige water bij de bewoners te brengen.
A
Fysiek watertekort
B
Naderend watertekort
C
Economisch watertekort

Slide 24 - Quizvraag

Wat is geen gevolg van een dam
A
Stuwmeer
B
Fossiel water
C
Je kunt energie opwekken
D
Minder water stroomafwaarts

Slide 25 - Quizvraag

Wat is een binnenlandse oorzaak voor het beginnen van een wateroorlog?
A
een dam in een ander land
B
veel vernieuwbaar water hebben
C
weinig vernieuwbaar water hebben
D
voldoende water hebben

Slide 26 - Quizvraag

Water beschikbaarheid neemt af door.
I. toenemende bevolking
II. toenemende welvaart
A
alleen I. is juist
B
alleen II. is juist
C
I. en II. zijn juist
D
I. en II. zijn onjuist

Slide 27 - Quizvraag