Maatschappijkunde|Politiek|Paragraaf 5.1 en 5.2|

Politieke stromingen en overige stromingen
1 / 13
volgende
Slide 1: Woordweb
MaatschappijkundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

In deze les zitten 13 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Politieke stromingen en overige stromingen

Slide 1 - Woordweb

Kabinetsformatie en taken van regering

Slide 2 - Woordweb

Thema Politiek
Paragraaf 5.1 De kabinetsformatie
Paragraaf 5.2 Taken van de regering

Slide 3 - Tekstslide

Lesdoel(en)
Aan het einde van de les: 
Weet jij wat kabinetsformatie is en uit welke fasen dit bestaat.
Weet jij welke machtsmiddelen het kabinet heeft.
Weet jij welke taken de regering heeft.
Weet jij dat Nederland een constitutionele monarchie is.
Weet jij wat de taken zijn van de koning in Nederland.

Slide 4 - Tekstslide

5.1 De kabinetsformatie
  • Kabinet
  1. Alle ministers en staatsecretarissen samen. (Dagelijks bestuur van land.)
  • Regering 
  1. Ministers samen met de koning(exc. staatsecretarissen).
  • Kabinetsformatie
  1. Onderhandelingen over welke partijen gaan regeren.
  • Coalitie
  1. Twee of meer partijen die samen de regering vormen.

Slide 5 - Tekstslide

5.1 De kabinetsformatie
(coalitie)
Twee voorwaarden voor samenwerking:
  • Eens zijn over beleid (plannen die een kabinet heeft voor de toekomst van Nederland)
  • Graag een meerderheid in Tweede Kamer.

Slide 6 - Tekstslide

Verloop van de kabinetsformatie
4 fasen:
  1. Onderzoek
  2. De informatie
  3. De formatie
  4. De beëdiging

Slide 7 - Tekstslide

Machtsmiddelen van kabinet
Een aantal machtsmiddelen:
  • Regeringspartijen hebben meerderheid in het parlement
  • Hulp van veel deskundige ambtenaren
  • Alle afspraken zijn vastgelegd in het regeerakkoord waarmee de regeringspartijen hebben ingestemd.
  • Kan dreigen met kabinetscrisis 

Slide 8 - Tekstslide

5.2 Taken van regering 
(ministers)
  • Eigen beleidsterrein
  • Vaak een staatssecretaris naast zich(soort hulpminister, die gedeeltelijk verantwoordelijk is voor deel van beleidsterrein)
  • Vormen samen de ministerraad

Slide 9 - Tekstslide

Prinsjesdag
  • Elk jaar, derde dinsdag van september
  • Troonrede wordt voorgelezen
(Overzicht van wat de minister hebben bereikt en welke plannen ze hebben voor komende jaar)
  • Rijksbegroting- overzicht van alle inkomsten en uitgaven voor het komende jaar.
  • Algemene beschouwingen- debat over de plannen van het kabinet met de minister-president.

Slide 10 - Tekstslide

5.2 Taken van de regering

  • Nederland is een constitutionele monarchie;
Staatvorm waarin taken en bevoegdheden van het staatshoofd zijn beperkt door de grondwet. 
  • Ministeriele verantwoordelijkheid;                                                          
Kabinet is verantwoordelijk voor het bestuur van ons land en voor alles wat de koning in het openbaar zegt en doet.
  • Koning is onschendbaar
De koning is geen uitleg verschuldigd

Slide 11 - Tekstslide

Taken van Koning
Koning heeft als staatshoofd enkele belangrijke taken:
  • Beëdigen
  • Symbolische functie
  • Ceremoniële functie
  • Representatieve functie

Slide 12 - Tekstslide

Aan de slag
Thema Politiek 
Maken: paragraaf 5.1 en 5.2, opdracht 1 t/m 20 , begrippenlijst & samenvatting. Blz. 57 t/m 65

Slide 13 - Tekstslide