H3 Eten en snacken - online 1B

• Science
• Middelbare school
• vmbo b, k, t, havo
• Leerjaar 1

3.4 Bouwen

Bouwstoffen

3.4 Bouwstoffen

Wat gaan we doen?

• Huiswerk bespreken
  
• Uitleg 3.4 - bouwstoffen
  

• Opdrachten maken
  

Leerdoelen 3.4

• je kunt de onderdelen van een lichaamscel benoemen
• je weet welke voedingsstoffen je nodig hebt voor het maken van nieuwe cellen
• je kunt uitleggen waarom je bouwstoffen je leven lang nodig hebt
• je kunt informatie uit een voedingsmiddelentabel halen

Wat heeft een plaatje van een lichaamscel te maken met bouwstoffen in je voeding?

• In de cel zit:
• 65% water
• 15% eiwitten
• 12% vetten
• 4% koolhydraten
• 4% mineralen

• 
  

Bouwstoffen

Welke voedingsstoffen horen bij de bouwstoffen?

Waarom heb je bouwstoffen nodig?

• om nieuwe cellen te maken (groeien)
• om oude cellen (versleten cellen) te vervangen
• om kapotte cellen te herstellen

Hoeveel eiwitten zitten

hierin?

Opdrachten / huiswerk 3.4

Iedereen: opdrachten 3.1 nakijken op Itslearning

Basis: Lezen op blz 135 + 136 + 137. Maken op blz 136-137 opdrachten 1 t/m 7

KGT: Lezen in je leerboek blz 70-71. Maken in je activiteitenboek op blz 97-99 opdrachten 1 t/m 10

Check Leerdoelen 3.4

• je kunt de onderdelen van een lichaamscel benoemen
• je weet welke voedingsstoffen je nodig hebt voor het maken van nieuwe cellen
• je kunt uitleggen waarom je bouwstoffen je leven lang nodig hebt
• je kunt informatie uit een voedingsmiddelentabel halen

Volgende les....

Energie

3.4 Bouwen

Bouwstoffen

3.4 Bouwstoffen

                         Les #2

Wat gaan we doen?

• Huiswerk bespreken
  
• Uitleg 3.4 - energie
  

• Opdrachten maken
  

Leerdoelen 3.4 #2

• Je kunt vertellen waarom je energie nodig hebt
• Je weet wat de eenheid van energie is, en waar je dat op een levensmiddel kan vinden
• Je kunt vertellen in welke voedingsstoffen veel energie zit
• Je kunt uitleggen wat eetstoornissen zijn en voorbeelden noemen

Een filmpje over calorieën

Bekijk het filmpje (link in de chat)

Tijdens het filmpje beantwoord je de volgende vragen:

1. Wat zijn calorieën?
2. Kost niets doen energie?
3. Wie moeten er op een dag meer eten, mannen of vrouwen?

Waarom heb je energie nodig?

• Bewegen
• Om je lichaam op temperatuur te houden

Hoeveel energie je nodig hebt hangt af van:

1. activiteit
2. leeftijd
3. man/vrouw

Wat zijn energierijke voedingsstoffen?

Chips....

In welke eenheid schrijf je op hoeveel energie er in zit?

• kilojoule (kJ) = kilocalorie (kCal) x 4,2

Wat is een eetstoornis?

• afwijkend eetgedrag (geen balans tussen wat je nodig hebt en wat je eet)
• tekort aan voedingsstoffen = gevaarlijk
• je ziet jezelf anders dan wat je bent

Anorexia Nervosa = heel weinig eten

Boulimia Nervosa = vreetbuien en bijvoorbeeld overgeven

Opdrachten / huiswerk 3.4

Iedereen: je hebt stap 1 van het voedingsdagboek en stap 1 van het bewegingsdagboek gedaan en zorgt dat je twee lijstjes hebt gemaakt van wat je hebt gegeten en gedaan op 1 dag.

Basis: Lezen op blz 138 + 140. Maken op blz 138-141 opdrachten 8 t/m 15

KGT: Lezen in je leerboek blz 72-73. Maken in je activiteitenboek op blz 99-100 opdrachten 11 t/m 20

Welke uitspraak is waar?

1. Als ik een dag alleen maar op de bank zit, heb ik geen energierijke stoffen nodig
2. Als ik ga schaatsen heb ik meer energierijke stoffen nodig dan bij een online-les

Wat is de eenheid van de energiewaarde van voeding?

1. kilocalorie (kcal)
2. kilojoule (kJ)
3. allebei goed
4. geen één goed

Wat zijn energierijke stoffen?

1. Vetten en mineralen
2. Koolhydraten en eiwitten
3. Koolhydraten en vetten
4. Vetten en eiwitten

Waarom is een eetstoornis niet gezond?

1. Omdat je van lekker eten houdt
2. Omdat je teveel gezonde voedingsstoffen binnen krijgt
3. Omdat je te weinig gezonde voedingsstoffen binnen krijgt
4. Omdat je teveel in de spiegel kijkt

 Check Leerdoelen 3.4 #2

• Je kunt vertellen waarom je energie nodig hebt
• Je weet wat de eenheid van energie is, en waar je dat op een levensmiddel kan vinden
• Je kunt vertellen in welke voedingsstoffen veel energie zit
• Je kunt uitleggen wat eetstoornissen zijn en voorbeelden noemen

Wat gaan we doen vandaag?

• Vragen over het werkstuk
• Uitleg paragraaf 3.2 - Proeven
• Opdrachten maken

Leerdoelen 3.2

• Je kunt uitleggen hoe je ruikt, en welke onderdelen van je neus hierbij belangrijk zijn
• Je kunt uitleggen welke smaken  je kan waarnemen met je tong
• Je kunt uitleggen welke zintuigen mee bepalen wat je proeft
  

Hoe doe je ook al weer een waarneming.

Wat is de goede volgorde?

1. prikkel-hersenen-zintuig-zenuwen
2. zintuig-prikkel-zenuwen-hersenen
3. prikkel-zintuig-zenuwen-hersenen
4. zintuig-zenuwen- hersenen-prikkel

Schrijf zoveel mogelijk zintuigen op

Proeven

Proeven

4 hoofdsmaken

Andere zintuigen bij proeven

Je beoordeelt eten ook met:

• koudezintuigen
• warmtezintuigen
• tastzintuigen
• kijkzintuig
  

En je kan eten leren lekker te vinden:

• door vaak te proeven
• als je ouder wordt

Opdrachten / huiswerk 3.2

Basis: Lezen op blz 119 + 120 + 121. Maken op blz 119-122 opdrachten 1 + 3&4 + 6 t/m 11

KGT: Lezen in je leerboek blz 63-64. Maken in je activiteitenboek op blz 86-87 opdrachten 2 + 3 en 5 t/m 10

Check leerdoelen 3.2

• Je kunt uitleggen hoe je ruikt, en welke onderdelen van je neus hierbij belangrijk zijn
• Je kunt uitleggen welke smaken  je kan waarnemen met je tong
• Je kunt uitleggen welke zintuigen mee bepalen wat je proeft
  

Wat gaan we doen vandaag?

• Huiswerk bespreken
  
• Opdrachten paragraaf 3.2 afmaken
  
• Vragen werkstuk
• Kahoot!
  

Opdrachten / huiswerk 3.2

Basis: Lezen op blz 119 + 120 + 121. Maken op blz 119-122 opdrachten 6 t/m 11

KGT: Lezen in je leerboek blz 63-64. Maken in je activiteitenboek op blz 86-87 opdrachten 6 t/m 10

Kahoot

•    https://create.kahoot.it/creator/8e3d176e-2431-4ba1-9d1e-9f7e85bb8ed4

https://create.kahoot.it/details/573f81f4-2632-4c5e-80ce-24f41aa9c128