Lijdend voorwerp 1ta

Donderdag 24 september
Pak je leesboek en start met lezen

Uitleg Lijdend Voorwerp

Oefenen met het Lijdend voorwerp in drietallen








timer
5:00
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Donderdag 24 september
Pak je leesboek en start met lezen

Uitleg Lijdend Voorwerp

Oefenen met het Lijdend voorwerp in drietallen








timer
5:00

Slide 1 - Tekstslide

Na de uitleg:
- weet je wat een lijdend voorwerp is;
- weet je hoe je deze kunt vinden in de zin;






Slide 2 - Tekstslide

Even een stukje herhaling....
Persoonsvorm
  • De persoonsvorm is altijd een werkwoord. 
  • De persoonsvorm staat vóór het onderwerp bij een vraagzin

Het onderwerp is de doener; degene die iets doet
  • Stel jezelf de vraag: Wie/Wat doet het? 
  • In de gebiedende wijs staat geen onderwerp

Slide 3 - Tekstslide

Lijdend voorwerp

Lijdend voorwerp komt voor in zinnen waarin iets/iemand iets 'overkomt'. 


Lijdend voorwerp is:

Wat/wie+ werkwoordelijk gezegde + onderwerp

Let op:Het LV begint nooit met een voorzetsel.

Slide 4 - Tekstslide

Wil je de theorie nog eens horen?
Bekijk het filmpje op de volgende dia.

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Video

Er zit ALTIJD een lijdend voorwerp in een zin.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 7 - Quizvraag

Het antwoord op de vraag:
wie/wat + ww.gezegde + onderwerp is het......
A
onderwerp
B
werkwoordelijk gezegde
C
lijdend voorwerp
D
persoonsvorm

Slide 8 - Quizvraag

Opa koopt een vaas.

Wat is het lijdend voorwerp?
A
koopt
B
opa
C
een vaas
D
vaas

Slide 9 - Quizvraag

Aan de slag!

  • Werk in groepjes van 3
  • Elk groepslid krijgt een andere rol , pv+ ww , onderwerp, lv
  • Schrijf eerst zoveel mogelijk voorbeelden van je eigen rol
  • Maak samen 4 zinnen
  • Iedere rol bedenkt zijn eigen stukje van de zin.
  • Zorg dat ALLE rollen in je zin zitten


Slide 10 - Tekstslide

voorbeeld
Mijn broer en zus
hebben-  gekocht
een nieuwe TV
Mijn broer en zussen hebben een nieuwe tv gekocht.

Slide 11 - Tekstslide

Chat tussen Bram en Esmee.

Bram: [a] Heb jij de toets voor biologie al geleerd? 
Esmee: [b] Hoezo vraag je dat? 
Bram: [c] Ik begrijp het  nog niet zo goed. 
 [d] Kun jij mij helpen? 

Noteer het LV van elke zin
Geen LV? zet dan een -

a:
b:
c:
d:
timer
5:00

Slide 12 - Tekstslide

De zusjes spelen verstoppertje.

Wat is het lijdend voorwerp?
A
de
B
zusjes
C
spelen
D
verstoppertje

Slide 13 - Quizvraag

Bram gaat verven.

Bram is het lijdend voorwerp.
A
waar
B
niet waar

Slide 14 - Quizvraag

Wanneer zal jouw klas een klassenavond houden?

A
jouw klas= OW klassenavond=WG
B
jouw klas=LV klassenavond=OW
C
jouw klas=OW klassenavond=LV
D
jouw klas=PV klassenavond=OW

Slide 15 - Quizvraag