infectie

Besmetting en infectie
1 / 35
volgende
Slide 1: Tekstslide
Zorg en WelzijnMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 35 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 90 min

Onderdelen in deze les

Besmetting en infectie

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen
  • Je kunt uitleggen hoe een besmetting ontstaat
  • Je kunt uitleggen wat het verschil is tussen een besmetting en een infectie
  • Je kunt het verschil benoemen tussen een virus en een bacterie

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is besmetting


ongewenste micro-organisme op of in je lichaam.

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is een infectie


Ziek worden door deze ongewenste micro organismen.

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 5 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Incubatietijd

periode tussen besmetting en infectie.

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Verschillende soorten  
porte d'entree

Cutaan
Aerogeen
Enteraal
Hematogeen
Genitaal

Slide 7 - Tekstslide

porte d'entree = plek waar de ziekteverwekker / micro organismen het lichaam binnenkomt.

Cutaan
via de huid!

  • door wondje, zweet,- of talgklier, haarzakje
  • bijv. steenpuist, wondroos

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Aerogeen
via de luchtwegen!

  • tijdens; praten, zoenen, niezen, hoesten
  • door druppelinfectie
  • bijv. verkoudheid, TBC, griep

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Enteraal
via het maag-darmkanaal!

  • besmet voedsel
  • bijv. salmonella
  • soms verder verspreiding door toxinen via bloed
  • bijv. hep. A

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Heamatogeen
via de bloedbaan!
  • direct bloedcontact
  • bijv. prikaccident
  • ook via placenta in bloedbaan van foetus = hematogene infectie 
  • bijv. toxoplasmose

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Genitaal
via de slijmvliezen van de geslachtsorganen!

  • door onveilige seks
  • kan alle organen schaden
  • bijv. syfilis, chlamydia, HIV 

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Besmetting
Twee grootste oorzaken van het overbrengen van levende ziekteverwekkers van het ene individu of plaats naar de andere

  • Contactbesmetting 
  • Kruisbesmetting

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Voorkomen!?

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Altijd infectie na besmetting?
                                                          Zeker niet!

Afhankelijk van:

  • aantal en soort micro-organismen
  • weerstand (afweer = volgend onderwerp!)

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 16 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Groepen micro-organismen

Bacteriën 
Schimmels 
Gisten 
Parasieten
Prionen

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bacteriën
Onderverdelen in:

  • Bacillen - vorm van een cilinder
  • Kokken - bolvormig
  • Stafylokokken - etterige ontstekingen
  • Streptokokken en pneumokokken

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Schimmels
Schimmels van de huid
Voetschimmel
Kalknagels
Schimmel in de liezen

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Gisten
  • Eéncellig
  • Op huid en slijmvliezen

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Parasieten
Planten zich voort d.m.v. een gastheer

  • Parasitaire wormen: platwormen, haakwormen, rondwormen
  • Geleedpotige parasieten: teken, mijten, vliegen

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Prionen
  • Prionen zijn ziekmakende deeltjes die ontstaan uit normale eiwitten
  • Komen voor in de hersenen
  • Bekend bij de gekke koeienziekte; Creutzfeldt-Jacob

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Verschil bacterie/virus

Bacterie = Eencellig micro-organisme, levendige cel

Virus = Geen micro-organisme, heeft geen eigen cellen. Klein deeltje met erfelijk materiaal


Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

MRSA
  • Meticilline-resistente Staphylococcus aureus
  • in de volksmond; ziekenhuisbacterie
  • vooral in huid en neus
  • zeer resistent voor AB 

  • steeds meer BRMO`s 

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Behandeling

afhankelijk van het micro-organismen!


Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 26 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Niet schadelijke organismes
  • Om yoghurt te maken van melk heb je bacteriën nodig
  • Darmflora bestaat uit veel bacteriën
  • Alcohol (gisten)
  • Schimmelkaas
  • Penicilline (schimmel)
  • Champignons en andere paddestoelen

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe noem je het binnendringen van micro-organismen?
A
Infectie
B
Ontsteking
C
Besmetting
D
afweer

Slide 29 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de juiste omschrijving van een infectieziekte?
A
zwelling. pijn. roodheid. warmte en functieverlies
B
Een ziekte die het gevolg is van het binnendringen van micro-organismen
C
Een ziekte die besmettelijk is voor anderen
D
reactie op weefselschade

Slide 30 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies


Een infectie heeft altijd te maken met bacteriën of virussen
A
Waar
B
Niet waar

Slide 31 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke van de hieronder genoemde kenmerken hoort niet bij een infectie?


A
Blauwe plek
B
Zwelling
C
Roodheid
D
warmte

Slide 32 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Een ontsteking kan een gevolg zijn van een infectie
A
waar
B
niet waar

Slide 33 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

een virus is een levende cel en kan dus lang overleven
A
waar
B
niet waar

Slide 34 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

wat is geen middel om besmetting te voorkomen
A
een ontsteking direct koelen
B
afstand houden van elkaar
C
handen wassen
D
hoesten/niezen in zakdoek

Slide 35 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies