5.1 De Tweede landbouwrevolutie

Welke revolutie vond er 10.000 v.Chr. plaats?



Welke revolutie vond er 10.000 v.Chr. plaats?
1 / 35
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

In deze les zitten 35 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 40 min

Onderdelen in deze les

Welke revolutie vond er 10.000 v.Chr. plaats?



Welke revolutie vond er 10.000 v.Chr. plaats?

Slide 1 - Tekstslide

De Tweede Landbouwrevolutie

Slide 2 - Tekstslide

Plaatje 1

Slide 3 - Tekstslide

Plaatje 2

Slide 4 - Tekstslide


Welke plaatje
laat een ploeg
zien?
A
Het eerste plaatje
B
Het tweede plaatje

Slide 5 - Quizvraag

Welk dier dier zag je de ploeg voorttrekken?
A
Paarden
B
Os
C
Koeien
D
Schapen

Slide 6 - Quizvraag

Slide 7 - Tekstslide

Leerdoel
  • Je weet wanneer de tweede Landbouwrevolutie plaatsvond. 
  • Je weet wat drieslagstelsel inhoudt. 
  • Je weet wat een nederzetting is.

Slide 8 - Tekstslide

Wat gaan we doen?

  • Opwarmvragen (gedaan) (5 min)
  • Aantekeningen 4 dia's (30 min)
  • Leren van de begrippen (15 min)
  • Werken aan het wapenschild (30 min)

Slide 9 - Tekstslide

 Nederzetting 
  • Na de val van het West-Romeinse Rijk bestond Europa uit kleine nederzettingen (dorpjes/stadjes).
  • De nederzettingen werden veelal bij knooppunten van rivieren of wegen gebouwd.

  • Hoe zagen de nederzettingen eruit?

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Verplichtingen van de horige;
  • Een nederzetting viel onder het gezag van een heer (iemand van adel). 
  • De heer had horigen die voor hem werkten (herendiensten):
    Kasteel schoonmaken, grachten onderhouden, goederen vervoeren of de tuin van de heer onderhouden.
  • Een horige had ook een eigen stukje grond:
    hiermee kon hij belasting betalen.

Slide 14 - Tekstslide

We bekijken een aantal een nederzetting.
 

Wat valt je nog meer op?

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Waarom stonden nederzettingen bij een rivier?

  • Dit was (én is) de snelste manier van transport voor goederen en producten.

Slide 19 - Tekstslide

De tweede landbouwrevolutie (vanaf het jaar 1000)

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide

Drieslagstelsel

Slide 23 - Tekstslide

Eerste verandering: Drieslagstelsel 
  • Voorheen 50% van het land in gebruik.

  • Drieslagstelsel:
  • Bij het drieslagstelsel 67% (twee derde) van de grond in gebruik.
  •  33% ligt droog.
    Voordelen drieslagstelsel:
  • Minder snel last van hongersnood. 
  • Gevarieerder voedsel wat zorgt voor gezondere mensen.

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Tekstslide

Het paard vervangt de os.

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Video

Tweede verandering: Het paard


  • Het paard is sneller (mede door het hoefijzer);
  • Het paard is sterker;
  • Ofwel meer voedsel. 

Slide 28 - Tekstslide

Zelfstandig werken
  • Studeren van de begrippen (10 min).
  • Bezig met het familiewapen (de rest van de lestijd). 

Slide 29 - Tekstslide

Slide 30 - Tekstslide

Benoem een tweetal veranderingen tijdens de tweede landbouwrevolutie..

Slide 31 - Tekstslide

Gevolgen tweede landbouwrevolutie
  1. De akkers werden afwisselend bebouwd;  grond wordt vruchtbaarder.
  2. Vergelijking tweeslagstelsel; groter deel van de grond wordt bebouwd.

Slide 32 - Tekstslide

Hoe konden horigen hun vrijheid   verkrijgen?
  1.  Woeste grond ontginnen en vrije boer worden.
  2. Als ambachtsman in een nederzetting gaan werken.

ontginning = grond beschikbaar maken voor landbouw (akkerbouw).

Slide 33 - Tekstslide

10 minuten
Opdracht; benoem een 
viertal verplichtingen 
waaraan een horige moest
voldoen. 

blz --> opzoeken

Slide 34 - Tekstslide

Slide 35 - Tekstslide