Oefening spelling meervouden

Wat is de juiste vorm in meervoud?
horloge
A
horloge's
B
horloges
1 / 21
volgende
Slide 1: Quizvraag
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Wat is de juiste vorm in meervoud?
horloge
A
horloge's
B
horloges

Slide 1 - Quizvraag

Welk woord schrijf je NIET met een hoofdletter? (meerdere antwoorden mogelijk)
A
jaargetijden
B
maanden
C
eigen namen
D
dagen

Slide 2 - Quizvraag

Noem een woord dat meerdere meervoudsvormen kent.

Slide 3 - Open vraag

overige spelling

Wat is de juiste spelling?

A
niveaus
B
niveau's

Slide 4 - Quizvraag

wat is de juiste vorm in meervoud?
bikini
A
bikini's
B
bikinis

Slide 5 - Quizvraag

Wat is de juiste vorm in meervoud?
kanarie
A
kanarie's
B
kanaries

Slide 6 - Quizvraag

Wat is de juiste vorm in meervoud?
aquarium
A
aquaria
B
aquarium's

Slide 7 - Quizvraag


In welk rijtje krijgen alle woorden een apostrof om het meervoud te vormen?
A
loempia / pony / sudoku
B
hobby / paraplu / groente
C
spray / jury / opa
D
etalage / bureau / garage

Slide 8 - Quizvraag

Welke vorm van meervoud is gelijk aan monniken?
A
havik
B
handvat
C
slak
D
vlak

Slide 9 - Quizvraag

wat is de juiste vorm van het meervoud:

baas
A
basen
B
bazen

Slide 10 - Quizvraag

wat is de juiste vorm van het meervoud:

knie
A
knieën
B
kniën

Slide 11 - Quizvraag

wat is de juiste vorm van het meervoud:

neef
A
nefen
B
neven

Slide 12 - Quizvraag

wat is de juiste vorm van het meervoud:

kaars
A
kaarzen
B
kaarsen

Slide 13 - Quizvraag

wat is de juiste vorm van het meervoud:

bacterie
A
bacteriën
B
bacterieën

Slide 14 - Quizvraag

Kies de juiste vorm:
het meervoud van een taxi is?
A
taxis
B
taxi's

Slide 15 - Quizvraag

Kies de juiste vorm:
het meervoud van een paraplu is?
A
paraplu's
B
paraplus

Slide 16 - Quizvraag

wat is de goede vorm van het meervoud
A
cafés
B
café's

Slide 17 - Quizvraag

Sleep het werkwoord naar de bijbehorende werkwoordsvorm.
persoonsvorm tt hij-vorm
persoonsvorm tt wij-vorm
persoonsvorm vt enkelvoud
persoonsvorm vt meervoud
voltooid deelwoord
tegenwoordig deelwoord
vertelt
pestten
veranderd
zou
pesten
lezend

Slide 18 - Sleepvraag

wat is de goede vorm van het meervoud
A
televisies
B
televisie's

Slide 19 - Quizvraag

wat is de goede vorm van het meervoud
A
pantys
B
panty's

Slide 20 - Quizvraag

wat is de goede vorm van het meervoud
A
giraffe's
B
giraffes

Slide 21 - Quizvraag